Skip to Content
Fietsen Op Je Oude Dag LR Shutterstock 1938456115

Het Nederlandse pensioenstelsel wordt vanaf 1 juli 2023 hervormd zodat het beter aansluit bij de hedendaagse arbeidsmarkt en persoonlijker en flexibeler wordt. Ook wordt het beter uitlegbaar en eerlijk over de mate van zekerheid die wordt geboden. Bestaande sterke punten blijven behouden, zoals het collectief beleggen en samen delen van risico’s.

De nieuwe regels gaan in per 1 juli 2023. Daarna is er nog tijd om alle huidige pensioenregelingen aan te passen. Vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers en pensioenuitvoerders hebben tot 1 januari 2028 de tijd om pensioenregelingen aan te passen aan de nieuwe regels.

Belangrijkste verandering is dat straks iedereen die pensioen opbouwt dit gaat doen in een premieregeling. In een premieregeling staat vast hoeveel geld (premie) de werknemer en werkgever inleggen. Een groot deel van de ruim 1,3 miljoen deelnemers en 50.000 werkgevers die hun pensioenregeling bij een verzekeraar of premiepensioeninstelling hebben ondergebracht zijn afgelopen jaren al overgestapt op een premieregeling. Hierdoor zijn de nieuwe regels minder ingrijpend voor premiepensioeninstellingen en verzekeraars. Met hun ervaring en lage kosten zijn zij uitstekend in staat om werkgevers te helpen met het moderniseren van hun pensioenregelingen.

Op www.onsnieuwepensioen.nl en www.werkenaanonspensioen.nl kunt u meer informatie vinden over de nieuwe regels.

Actueel

Nieuwe pensioenregels: vraag en antwoord

  • Verzekeraars en premie-pensioeninstellingen (PPI's) voeren pensioenregelingen uit voor ongeveer 1,3 miljoen werknemers van circa 50.000 ondernemingen. De meeste van die regelingen zijn zogeheten premieregelingen, waarbij collectief wordt belegd en risico’s gezamenlijk worden gedeeld. Daarbij hangt het pensioenresultaat af van de ingelegde premie en bereikte beleggingsresultaten. Niet alleen verzekeraars en PPI's hebben zo'n regeling, ook veel ondernemingspensioenfondsen hebben zo’n premieregeling voor hun personeel. Verzekeraars voeren ook contracten uit waarbij voor het pensioen harde garanties gelden, zogeheten ‘Defined benefit’-regelingen.

    PPI's voeren ruim 11.000 reglementen en ruim 16.000 contracten uit (2020 Q1). Gezamenlijk voeren verzekeraars en PPI's meer dan 50.000 pensioenregelingen uit. 

    Bekijk deze gegevens in grafieken.

  • Het Verbond van Verzekeraars is groot voorstander van modernisering van het pensioenstelsel voor alle betrokken partijen. Het Verbond pleit al jaren voor een stelsel dat eenvoudig, persoonlijk en flexibel is, uitlegbaar solidair en eerlijk over de mate van zekerheid. Het moet ook beter aansluiten op onze arbeidsmarkt. De nieuwe afspraken die sociale partners hebben gemaakt dragen daaraan bij. Pensioenen worden transparanter en persoonlijker en pensioenregelingen sluiten beter aan bij de ontwikkelingen in de maatschappij en op de arbeidsmarkt.

  • Het nieuwe contract is eerlijker over de mate van zekerheid die wordt geboden. Nu wordt ook bij fondsen duidelijker gemaakt dat hoogte van het pensioen afhankelijk is van de premie-inleg en de bereikte beleggingsresultaten. Deelnemers krijgen meer inzicht in welke premie er wordt ingelegd en wat hun persoonlijke pensioenvermogen is. De afschaffing van de zogeheten doorsnee-systematiek heeft het Verbond al eerder verwelkomd als een stap in de goede richting. De doorsnee-systematiek heeft als grootste nadeel dat jongeren indirect oudere deelnemers subsidiëren, tenzij zij hun hele leven bij dezelfde werkgever of sector in dienst blijven. Dat systeem sluit niet goed aan op de huidige arbeidsmarkt waarbij meer van baan wordt gewisseld.

Achtergronden nieuwe pensioenregels

Demografische ontwikkelingen, een veranderende arbeidsmarkt, economische dynamiek en de veranderende klantbehoefte maken een aanpassing van het pensioenstelsel noodzakelijk. De overgang naar een systeem met heldere, persoonlijke pensioenvermogens met risicodeling lost een groot aantal knelpunten op.

De pensioenregelingen worden voor de deelnemer begrijpelijker, makkelijker mee te nemen bij een baanwissel, beter bestand tegen de dynamiek op de arbeidsmarkt en bieden in de toekomst een basis voor meer maatwerk en keuzes.

Bestaande solidariteit collectief organiseren
In een persoonlijk pensioenvermogen met risicodeling kunnen bestaande solidaire onderdelen (zoals arbeidsongeschiktheid, vroegtijdig overlijden of juist lang leven) goed collectief worden georganiseerd. Daarnaast zullen pensioenuitvoerders beleggen voor de gehele portefeuille, wat leidt tot diversificatie-, schaal- en kostenvoordelen. Bovendien kunnen werkgever en werknemers bij persoonlijke pensioenvermogens afspraken blijven maken over de pensioenregeling en kunnen zij binnen een onderneming zelf kiezen welke pensioenuitvoerder (algemeen pensioenfonds, premiepensioeninstelling, pensioenfonds of verzekeraar) de beste prestatie tegen de laagste kosten levert. 

Vergelijkbare welvaartswinsten
In een persoonlijk pensioenvermogen kunnen vergelijkbare welvaartswinsten worden gerealiseerd als in andere contractvormen, als dezelfde aannames worden gehanteerd. Verder dient de meerwaarde van intergenerationele risicodeling te worden genuanceerd. De welvaartseffecten van pensioenen die aansluiten bij de persoonlijke voorkeuren en omstandigheden van het individu en van verstandige keuzes blijken in veel gevallen groter te zijn dan die van risicodeling.

Cruciaal is tot slot dat er bij de overgang naar een nieuw pensioenstelsel geen verdere versobering van het fiscale kader plaatsvindt. Dit zou een slechte start zijn van een al moeizame hervorming en kan het draagvlak voor hervormingen ernstig aantasten.
 
Lees het position paper van het Verbond over de toekomst van het Nederlandse pensioenstelsel.

Mee met de tijd
Enkele jaren geleden publiceerde het Verbond de pensioenvisie 'Mee met de tijd; naar een toekomstbestendig pensioenstelsel'. Aan die visie lag ook een onderzoek naar de behoeften van consumenten (uitgevoerd door TNS NIPO) ten grondslag. Het Verbond wil met zijn visie een bijdrage leveren aan de discussie over het pensioenstelsel. Dat mag ook van verzekeraars worden verwacht, aangezien ze behalve individuele pensioenaanvullingen, ook zo’n twintig procent van de collectieve pensioenregelingen in Nederland uitvoeren.

Vast of variabel pensioen

De variabele uitkering (doorbeleggen na pensioendatum) is mogelijk gemaakt via de Wet verbeterde premieregeling. Alle pensioenuitvoerders die een vaste en/of variabele uitkering aanbieden zijn vanaf 1 januari 2018 wettelijk verplicht om gebruik te maken van het standaardmodel bij de communicatie hierover richting hun deelnemers. Doel is de deelnemer zo goed mogelijk te informeren over de keuze die de deelnemer heeft tussen een vaste uitkering en een variabele uitkering.

Standaardmodel om te helpen kiezen
Voor de pensioendatum versturen verzekeraars een grotendeels gestandaardiseerd informatiedocument aan deelnemers. Dit is bedoeld om hen te helpen kiezen tussen een vaste en een variabele uitkering, en bij welke uitvoerder de deelnemer de door haar gewenste uitkering aankoopt. In de informatie staan de gevolgen en risico’s bij deze keuze beschreven. 

Het standaardmodel biedt de informatie gelaagd aan: hoofdlijnen (laag 1) en toelichting op hoofdlijnen (laag 2). De gelaagde opzet komt digitaal verstrekt het best tot zijn recht. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft inmiddels ingestemd met het standaardmodel, zie daarvoor ook de publicatie in de Staatscourant.

Op deze pagina staat alle achterliggende documentatie over de standaardmodellen.

Taskforce Inkomen voor later

Sparen via een spaarrekening in box 3 is minder voordelig als via een lijfrente wordt gespaard, omdat de betaalde premies niet fiscaal aftrekbaar zijn. Heel veel zzp'ers blijken niet op de hoogte te zijn van deze en andere fiscale regels en mogelijkheden om te sparen voor later. Deze onwetendheid heeft het startpunt gemarkeerd van de Taskforce Inkomen voor later.

Aan de Taskforce nemen deel de Kamer Van Koophandel, het ministerie van Sociale Zaken, Wijzer in geldzaken, Stichting ZZP Nederland, het Verbond van Verzekeraars en het NIBUD.

Structurele samenwerking
De structurele samenwerking heeft als doel de pensioenopbouw van de zzp’er te stimuleren en zzp’ers daadwerkelijk stappen te laten zetten voor het opbouwen van een oudedagsvoorziening. De Taskforce doet dit door oplossingsrichtingen aan te dragen waarbij eenvoud en flexibiliteit centraal staan om zo in te spelen op de behoefte van zzp’ers. 

Goede ideeën? Meld ze bij de Taskforce!
De Taskforce is voor en met zzp'ers. Daarom roept zij alle zzp'ers op zich vooral te melden met ideeën, oplossingen, maar ook met knelpunten en vooral zaken waar behoefte aan is. Dan kan de Taskforce daar mee aan de slag!

Missie
‘Awareness vergroten onder de brede doelgroep zzp’ers over het nut en de noodzaak om een inkomen voor later op te bouwen en zzp’ers te stimuleren daadwerkelijk stappen te zetten tot het opbouwen van een oudedagsvoorziening. De Taskforce doet dit door oplossingsrichtingen aan te dragen waarbij eenvoud en flexibiliteit centraal staan.’

Werkwijze
De Taskforce Inkomen voor later heeft periodiek overleg over drie overkoepelende thema’s:

  • Bewustzijn: zzp‘er en pensioen
  • Flexibiliteit: inleg en opname
  • Eenvoud: mogelijkheden om op een eenvoudige manier te sparen voor je pensioen

Internationale waardeoverdracht

Deelnemers die naar het buitenland verhuizen of vanuit het buitenland naar Nederland komen, kunnen in bepaalde situaties verzoeken om hun opgebouwde pensioen over te dragen van of naar het buitenland. In de Pensioenwet is sinds 1 januari 2007 een aantal bepalingen opgenomen op het gebied van internationale individuele waardeoverdracht. Een aantal van deze bepalingen legt aan de pensioenuitvoerder verplichtingen op.

Om pensioenuitvoerders hiermee te helpen hebben het Verbond van Verzekeraars en de Pensioenfederatie samen met hun leden in 2012 de handleidingen en modelvragenlijsten Internationale waardeoverdrachten opgesteld. Doelstelling van de handleidingen en modelvragenlijsten is het vergroten van de praktische uitvoerbaarheid van een internationale waardeoverdracht en het vereenvoudigen van de inhoudelijke (juridische) beoordeling. De handleidingen zijn in 2022 volledig bijgewerkt en geactualiseerd. Begin 2024 is de Handleiding voor uitgaande internationale waardeoverdrachten aangepast vanwege twee uitspraken van het Europese Hof van Justitie op 16 november 2023. Er is zowel een Nederlandse als een Engelse versie beschikbaar.

Automatische waardeoverdracht

Het proces van automatische waardeoverdracht van kleine pensioenen (WOKP) is op 1 augustus 2019 gestart. Vanaf dat moment kunnen pensioenuitvoerders alle kleine pensioenen die op of na 1 januari 2018 (zijn) ontstaan automatisch overdragen. Hierdoor behoudt het pensioen zijn bestemming en worden kleine pensioenaanspraken samengevoegd tot een meer volwaardig pensioen.

Uitvoering automatische waardeoverdracht
Het Verbond van Verzekeraars en de Pensioenfederatie hebben in 2018, ter voorbereiding op het proces van automatische waardeoverdracht, een servicedocument en een uitgebreide Q&A  opgesteld (zie onderstaande documenten). Doel van dit servicedocument is om alle pensioenuitvoerders inzicht te geven in de wijze waarop zij de automatische waardeoverdracht van de kleine pensioenen kunnen uitvoeren. Voor een goede werking van het proces is het namelijk van belang dat alle pensioenuitvoerders hetzelfde proces volgen.

Opschoonactie kleine pensioenen van voor 01-01-2018
Er zijn in de pensioensector ook nog enkele miljoenen kleine pensioenen die vóór 2018 zijn ontstaan en die pensioenuitvoerders ook (deels) willen overdragen. In wetgeving is opgenomen dat de Pensioenfederatie en het Verbond samen een plan moeten opstellen voor de ordentelijke overdracht van deze kleine pensioenen. Dit plan is op 16 maart 2021 gepubliceerd in de Staatscourant en is op 1 april 2021 ingegaan. Om de pensioenuitvoerders te informeren over het plan en de wijze waarop uitvoerders uitvoering kunnen geven aan het plan, hebben de Pensioenfederatie en het Verbond een tweede servicedocument opgesteld. 

Op 26 april is een addendum op het oorspronkelijke plan gepubliceerd in de Staatscourant. Hierin is een aanvullende planning gemaakt voor de overloopperiode die hoort bij het oorspronkelijke plan voor de opschoonactie. De overloopperiode is bedoeld voor de overdracht van de kleine pensioenen van voor 2018, die niet volgens de planning in het oorspronkelijke plan konden worden overgedragen. De overloopperiode start op 1 mei 2023 en loopt tot en met november 2023. 

De bestaande Q&A is aangevuld met vragen die betrekking hebben op het addendum. 

Documenten

Collectieve waardeoverdracht, protocol en modelovereenkomst

Standaardisering proces collectieve waardeoverdracht
Het proces van collectieve waardeoverdracht was tot 2019 niet gestandaardiseerd. Pensioenuitvoerders hanteerden hun eigen procedures en overdrachtsovereenkomsten. Hierdoor waren collectieve waardeoverdrachten veelal complexe en langdurige processen waar werkgevers, deelnemers noch uitvoerders vreugde aan beleefden. Daar is in 2019 een oplossing voor gekomen.

In december 2018 hebben de leden tijdens de ALV ingestemd met het protocol collectieve waardeoverdracht. Om het proces van collectieve waardeoverdracht verder te vereenvoudigen is in aanvulling op het protocol een modelovereenkomst opgesteld.
Dit moet resulteren in versnelling van procedures, eenduidigheid voor werkgevers en deelnemers en lagere kosten voor alle betrokken partijen.

Per 1 juli 2024 geactualiseerde versie van het protocol
In juni 2024 hebben de leden tijdens de ALV ingestemd met een geactualiseerde versie van het protocol collectieve waardeoverdracht.  

Naar aanleiding van signalen van de Ombudsman Pensioenen over datakwaliteit bij collectieve waardeoverdrachten vond het Sectorbestuur Leven het gewenst het protocol op een aantal punten aan te vullen. Doel is de communicatie met de deelnemer verder te verbeteren en het proces duidelijker en minder foutgevoelig te maken. De nieuwe versie van het protocol vindt u hier. De passages die nieuw zijn, of zijn gewijzigd ten opzichte van de vorige versie, zijn geel gearceerd. Zie voor meer informatie de ledencirculaire die is gepubliceerd.

Voor wie bestemd?
Het protocol collectieve waardeoverdracht betreft algemeen bindende zelfregulering en is vanaf 1 januari 2019 in werking getreden. Het protocol was in eerste instantie alleen van toepassing op pensioenverzekeraars. Ook andere pensioenuitvoerders mogen het protocol en de modelovereenkomst gebruiken. Vanaf 1 juli 2024 is het protocol formeel ook van toepassing op premiepensioeninstellingen, die het daarvoor in de praktijk ook al toepasten. 

Modelovereenkomst collectieve waardeoverdracht
De modelovereenkomst is een standaardcontract dat de in het protocol gemaakte afspraken weerspiegelt en dat door de pensioenverzekeraars en premiepensioeninstellingen moet worden gebruikt bij collectieve waardeoverdrachten. De modelovereenkomst biedt ruimte om invulling te kunnen geven aan eventuele specifieke situaties (als gevolg van lopende afspraken) waarin het standaardcontract niet voorziet.

De modelovereenkomst is geactualiseerd per maart 2023. De modelovereenkomst is aangepast op de volgende punten:
1. De informatieverplichting
2. Opgave op overdrachtsdatum
3. Privacy
4. Tekstuele aanscherpingen

Modelbrief DC-DC waardeoverdrachten
Het Verbond en Adfiz hebben samengewerkt aan een modelbrief voor niet-complexe waardeoverdrachten tussen DC-regelingen. Aanleiding is de behoefte in de markt om het proces voor een waardeoverdracht efficiënter te laten verlopen en de werknemer duidelijker te informeren.

Een werkgever die kiest voor een collectieve waardeoverdracht moet een werknemer zorgvuldig informeren over de gevolgen van de waardeoverdracht. Volgens de Pensioenwet (art. 83) moet de werknemer geïnformeerd worden over een voorgenomen collectieve waardeoverdracht en inzicht krijgen in de gevolgen hiervan. Op grond van deze informatie moet een de werknemer een goede afweging kunnen maken om al dan niet bezwaar te maken tegen de waardeoverdracht. Het gebruik van de modelbrief (gebaseerd op het uitvragen en ontvangen van benoemde informatie bij de overdragende en ontvangende pensioenuitvoerder) draagt bij aan een adequate informatieverstrekking aan de deelnemer en een efficiënte inrichting van het proces van waardeoverdracht. De modelbrief en handleiding zijn hier te vinden, onder ‘Deelnemersbrief collectieve waardeoverdracht tussen twee niet-complexe DC-regelingen'.