Skip to Content

Bonden
“Ik heb me er al lang bij neergelegd dat de bonden niet willen. Vorig jaar al. Ik wist dat er niks uit de onderhandelingen zou komen. Dat heeft overigens niks met voorspellende gaven, maar vooral met inzicht in hun vrees te maken. De veranderingen zijn op de lange termijn goed voor alle leden (en niet-leden), maar het is een te complex verhaal om aan de leden uit te leggen. En daarom komen de vakbonden er keer op keer niet uit met het kabinet en de werkgevers. Ze zijn teveel met de woede van hun achterban op de korte termijn bezig en dat is jammer, want we hebben al genoeg problemen. Intussen zien we het wantrouwen verder toenemen. Dat schiet niet op. Het is echt beter om even onaardig te zijn richting je achterban en stappen te zetten dan zo star in de wedstrijd te blijven zitten.

Koolmees
We moeten stappen zetten en blijven werken aan een beter pensioen. In die zin ben ik het met Wouter Koolmees en het kabinet eens. De tien stappen die Koolmees nu voorstelt, zijn ambitieus, maar hij wil wel door. Hij heeft nadrukkelijk gekeken waar de ruimte lag, zonder de gebieden waar de sociale partners een grote rol spelen aan te pakken, en dat vind ik wel te prijzen. Hij had ook de sociale partners kunnen uitsluiten of overrulen, maar dat doet hij niet. De meeste van zijn tien punten vind ik redelijk, hoewel sommige er wel een beetje aan de haren zijn bijgesleept. Die tiende bijvoorbeeld, over de benoeming van de leden voor de Commissie Parameters, is al volbracht en daardoor krijg je het idee van de tien geboden. Mooi rond getal …

 

 

 

 

 

 

 

Doorsneepremie
Het eerste punt van het tienpuntenplan is ook meteen het belangrijkste: de afschaffing van de doorsneesystematiek. Het is echt ongelooflijk relevant dat onze tweede en derde pijler meer en beter op elkaar gaan aansluiten. Bovendien subsidiëren jongeren nu de ouderen. Dat is niet erg als je je hele werkzame leven bij dezelfde baas blijft, want dan profiteer je ooit zelf ook van de ‘subsidie’, maar die vlieger gaat allang niet meer op. Daarnaast is het noodzakelijk dat mensen hun pensioen kunnen meenemen. Het is toch niet meer van deze tijd dat je zzp’er wordt en je opgebouwde pensioen moet achterlaten, en dat diverse keren in je lange werkzame leven? Als we de pensioenopbouw meer op een individuele leest willen schoeien, dan moeten we van de doorsneepremie af. Sterker nog, afschaffing is een noodzakelijke voorwaarde om verder te kunnen met ons stelsel, inclusief het door het kabinet gewenste en te prijzen persoonlijk pensioenvermogen in de opbouwfase. De meesten willen nu ook wel van die ellendige doorsneepremie af. Ik zou in ieder geval niet te lang wachten met de afschaffing, want dat gaat al met al wel wat jaren duren. We moeten dat immers per fonds doorrekenen en doorvoeren.

Wet Verbeterde Premieregeling
Als er, naast het afschaffen van die doorsneepremie, ook nog verbeteringen worden aangebracht in de Wet Verbeterde premieregeling (WVP), dan zijn we al heel veel stappen verder. Dat is in lijn met wat ik de laatste jaren voorzag, dat er straks geen nieuwe ‘contracten’ meer nodig zijn en pensioenfondsen (in eerste instantie van de grote bedrijven) de opbouw in de WVP regelen en de gepensioneerde fase in de uitkeringsovereenkomst laten. 

Persoonlijk pensioenvermogen
Een wat mij betreft laatste belangrijk punt is het omzetten van pensioenaanspraken in de uitkeringsovereenkomst naar een meer persoonlijk pensioenvermogen, vooral in de opbouwfase. Een persoonlijk pensioenvermogen in de opbouwfase, dat collectief wordt belegd, zet de weg namelijk open voor een arbeidsmobiel pensioensysteem, ook voor de ‘witte vlekken’ en zzp’ers. Vroeger hadden we maar een heel beperkt percentage mensen die geen pensioen opbouwden, maar met het snel stijgende aantal zzp’ers en mensen met tijdelijke contracten, zitten we al aan de tientallen procenten.
Dat omzetten van inkomensaanspraken naar persoonlijk pensioenvermogen moet overigens heel secuur gebeuren. Je kunt bijvoorbeeld tekorten niet achterlaten voor de resterende groep, dus alles moet eerlijk worden gedeeld. Vergelijk het maar met zes man die in één huis wonen en een gezamenlijke schuld moeten betalen. Als er drie weggaan, wordt het voor die andere drie lastiger om die schuld nog op te hoesten. Moet je voorstellen dat we dat met ons pensioen doen? Dat moet en kan juist heel netjes gebeuren. Het zou fijn zijn als Wouter Koolmees – liever met, maar anders zonder de sociale partners – actief stappen gaat zetten voordat de wal het schip keert.”

(Fotografie: Ivar Pel)