Letselschadeslachtoffers zijn gebaat bij een transparante en vlotte schadebehandeling. Zeker zo belangrijk is dat het slachtoffer kan werken aan herstel en het leven weer kan oppakken. Bij dat streven naar gericht herstel bieden verzekeraars ondersteuning.
Voor slachtoffers is het belangrijk dat de schadevergoeding op een transparante manier tot stand komt. En dat het ontvangen bedrag vergelijkbaar is met wat andere slachtoffers in dezelfde situatie ontvangen.
Het Verbond van Verzekeraars, de ANWB en Slachtofferhulp Nederland, willen ervoor zorgen dat letselschadeslachtoffers sneller en eenvoudiger duidelijkheid krijgen over welke schadevergoeding zij ontvangen. De organisaties verwachten dat slachtoffers op die manier beter worden ondersteund. Daarom hebben zij een intentieverklaring getekend.
Letselschadezaken hebben veel impact. Zo kan het gebeuren dat het slachtoffer een langdurig medisch traject moet volgen, blijvend invalide wordt of niet meer kan werken. Emoties spelen bij letselschadezaken dan ook een grote rol. Zowel voor het slachtoffer als voor de aansprakelijke partij is een ongeval met letsel of overlijden enorm ingrijpend. Contact tussen het slachtoffer en de veroorzaker kan helpen bij de verwerking. kijk voor meer informatie op www.contacthelpt.nl.
Jaarlijks nemen verzekeraars ongeveer 75.000 letselschadezaken in behandeling, met een totale schadelast van rond de 1,5 miljard per jaar. Die schadelast neemt de laatste jaren (per gebeurtenis) toe. Dat heeft onder meer te maken met de verhoging van de pensioenleeftijd en de stijgende levensverwachting. Daardoor moeten letselschadeslachtoffers een langere periode zonder inkomen overbruggen.
Als een slachtoffer behoefte heeft aan bijstand, kan hij of zij terecht bij een belangenbehartiger. Het is belangrijk om een gekwalificeerde belangenbehartiger te vinden die verstand van zaken heeft. Een lijst met gekwalificeerde belangenbehartigers is te vinden in het NKL-register.
De Universiteit van Utrecht heeft, in opdracht van De Letselschade Raad, onderzoek verricht naar langlopende letselschadezaken. Daaruit blijkt dat zaken inderdaad lang openstaan, maar niemand dat te verwijten valt. De top 3 van oorzaken waarom een zaak lang openstaat, bestaat uit:
De resultaten van het onderzoek van de Universiteit van Utrecht komen overeen met eerder onderzoek dat in opdracht van het Verbond door het Platform Personenschade (PPS) is verricht. Daaruit blijkt dat zo'n negentig procent van de letselschadezaken binnen de streeftermijn van twee jaar wordt afgehandeld. Vertraging doet zich vooral voor bij complexe zaken, waarbij herstel een langdurig traject is. Bijvoorbeeld als er sprake is van ernstig hersenletsel of letsel bij jonge kinderen. In de praktijk is het in dit soort gevallen zelfs onverantwoord om de schade binnen de termijn van twee jaar vast te stellen.
Verzekeraars en andere betrokken partijen hebben in de afgelopen jaren belangrijke stappen gezet om de positie van het slachtoffer nog meer centraal te zetten. Die initiatieven zijn onder te verdelen in twee categorieën: lange termijn oplossingen (een onafhankelijk schadeafhandelingsloket) en korte termijn oplossingen (optimalisatie van het huidige stelsel). Deze vind je hieronder.
Samen met de ANWB en Slachtofferhulp Nederland wil het Verbond ervoor zorgen dat letselschadeslachtoffers sneller en eenvoudiger duidelijkheid krijgen over hun schadevergoeding. Zij verwachten dat letselslachtoffers daardoor sneller herstellen. Daartoe hebben zij een intentieverklaring getekend.
Uit de verklaring vloeit ook de nieuwe Denktank ‘Vereenvoudigde Schadeafhandeling Letselzaken’ voort. Een groep die bestaat uit wetenschappers, belangenbehartigers, advocaten, schade-experts en verzekeraars duikt het komende jaar in het vraagstuk: Wat zijn de mogelijkheden voor een vereenvoudigd stelsel voor het afwikkelen van letselschadezaken?
Het Verbond pleit verder voor een schadeafhandeling waarbij het voor het slachtoffer duidelijk is welke vergoeding hij kan krijgen. Daarnaast moet de manier waarop de vergoeding tot stand is gekomen transparant zijn.
En gelijke gevallen moeten hetzelfde worden behandeld, ook in gevallen van bevoorschotting. Het mag dus met andere woorden niet afhangen van de belangenbehartiger of de verzekeraar welk bedrag een slachtoffer krijgt. Uiteraard moet er wel ruimte zijn en blijven om rekening te houden met de specifieke omstandigheden van het slachtoffer.
Prof. dr. Michael Faure heeft, op verzoek van het Verbond, internationaal rechtsvergelijkend onderzoek gedaan. Hij heeft gekeken hoe de letselschade in België, Ierland en Zweden wordt afgehandeld, en onderzocht of dat ook leidt tot vereenvoudiging van de schadeafhandeling.
Zowel letselschadeslachtoffers als verzekeraars zijn gebaat bij een voortvarende aanpak van de afhandeling van langlopende letselschadezaken. Omdat dat niet in alle gevallen mogelijk is, heeft De Letselschade Raad een onafhankelijke geschillencommissie opgericht: Kamer Langlopende Letselschadezaken (Kamer LLZ). Deze biedt laagdrempelige, snelle geschiloplossing en is onafhankelijk. De Kamer LLZ bestaat uit een voorzitter en drie leden die zijn aangesteld door het bestuur van De Letselschade Raad.
De eerste zaken zijn inmiddels succesvol afgerond. De betrokken partijen hebben aangegeven de snelheid van handelen een verademing te vinden. Ook Slachtofferhulp Nederland en de ANWB zijn groot voorstander van de inzet van de Kamer LLZ.
In 2021 schetste demissionair minister Tamara van Ark het beeld dat er belangenbehartigers zijn die geen of onvoldoende informatie aanleveren, waardoor er vertraging ontstaat in de schadeafhandeling. Verzekeraars herkennen dat beeld. Helaas, want dit is niet in het belang van het slachtoffer. Het Verbond onderzoekt daarom hoe vaak slachtoffers voor een tweede keer slachtoffer worden door kwalijke praktijken van belangenbehartigers.
Overigens realiseert het Verbond zich terdege dat er ook veel goede belangenbehartigers zijn, met kennis van zaken. Gelukkig wil De Letselschade Raad met een Nationaal Keurmerk Letselschade zorgen voor een goede kwalitatieve belangenbehartiger van slachtoffers, want helaas hebben ook zij kwalijke praktijken op de agenda staan.
Verzekeraars stellen alles in het werk om letselschadeslachtoffers snel en adequaat te helpen. Wanneer het in een situatie beter is om je als slachtoffer eerst te wenden tot de gemeente in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), dan mag dat. De gemaakte kosten kunnen gemeenten verhalen op de aansprakelijkheidsverzekeraar.
Soms zijn er goede redenen om letselschadeslachtoffers te wijzen op die betere mogelijkheden via de gemeente. Een voorbeeld is dat iemand via de gemeente veel sneller aanspraak kan maken op een aangepaste woning. De gemeente is op een aantal punten immers beter in staat om bepaalde faciliteiten of oplossingen te bieden, al dan niet met hulp van een urgentieverklaring.
Als een letselschadeslachtoffer een beroep doet op de Wmo-voorzieningen van zijn gemeente, omdat hij letsel heeft opgelopen dat is veroorzaakt door iemand anders, dan mag de gemeente die kosten in rekening brengen bij de verzekeraar van de veroorzaker van het ongeval. Bij de invoering van de Wmo in 2015 hebben het Verbond en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten een regresovereenkomst gesloten om dit zogenoemde verhaalproces zowel voor de gemeente als voor de verzekeraar te vereenvoudigen. In die overeenkomst is het regresrecht van de gemeenten collectief afgekocht via een jaarlijkse afkoopsom. De Wmo-regresovereenkomst eindigde in 2019.
Om gemeenten alsnog te helpen bij hun regresvordering hebben verzekeraars in 2019 een simpel in te vullen format gemaakt. Deze 'Wmo-meldingsbrief gemeenten' is met de VNG gedeeld en te vinden onder het kopje ‘publicaties’ onderaan deze pagina.
Buitengerechtelijke kosten
Aansprakelijkheidsverzekeraars en belangenbehartigers hebben overeenstemming bereikt over een nieuwe regeling voor Buitengerechtelijke Kosten (BKB).
Deze nieuwe regeling en bijbehorende staffel zijn ingegaan op 1 september 2021 en lopen door tot 1 juli 2024.
Rekenrente is de rente die wordt gebruikt voor het berekenen van toekomstschade. Als een slachtoffer bij de afwikkeling van zijn zaak een bedrag ineens ontvangt, wordt er met het bepalen van dat bedrag rekening gehouden met het (veilige) rendement dat daarmee kan worden behaald, en met de inflatie. Rekenrente is dus het verschil tussen rendement en inflatie.
Twee overlegorganen van rechters hebben in juli 2021 nieuwe aanbevelingen over de rekenrente gedaan voor de behandeling van langlopende personenschadezaken.
Verzekeraars die lid zijn bij het Verbond moeten zich houden aan de Gedragscode Behandeling Letselschade (GBL). Deze gedragscode bevat spelregels voor een transparante en adequate afhandeling van letselschadezaken. Zo zijn verzekeraars verplicht zich eens in de 1,5 jaar door een onafhankelijk bureau te laten toetsen.
Op dit moment ligt er bij de Tweede Kamer een voorstel om de nakoming van deze GBL op te nemen in de wet.
De Letselschade Richtlijnen zijn een hulpmiddel voor het vaststellen van de schade in een letselschadezaak. Doel is om tot een snelle en transparante afhandeling van deze schades te komen.
De richtlijnen zijn bindend voor alle partijen die de GBL onderschrijven, tenzij aannemelijk is dat een situatie zich niet leent voor toepassing. De Letselschade Raad is verantwoordelijk voor de borging en handhaving.
In complexe en langdurige zaken is duidelijke communicatie met het slachtoffer van groot belang. In Bedrijfsregeling 15: Informatie bij letselschade zijn daarom bepalingen opgenomen over onder andere respectvolle bejegening en het informeren van het slachtoffer. Ook staat in de regeling wat de verzekeraar moet doen als de schade niet binnen twee jaar kan worden afgehandeld.
Soms verloopt de behandeling van een letselschadezaak niet goed en ontstaat er een klacht. De klachtenprocedure voor letselschadezaken kan complex zijn. De Routekaart Klachtafhandeling Letselschadezaken helpt slachtoffers en geeft de mogelijke route weer naar het Financiële Klachteninstituut (Kifid) en de Tuchtraad Financiële Dienstverlening (Assurantiën) van letselschadeslachtoffers. Een letselschadeslachtoffer kan ook naar de burgerlijke rechter, maar daar gaat deze routekaart niet verder op in.
Meer informatie over de klachtmogelijkheden vind je hier.
(Klik op de onderstaande afbeelding om te vergroten)
Publicaties van het Verbond
Publicaties van anderen
Slachtofferhulp Nederland (SHN) is het loket voor slachtoffers en de instantie die hen te woord staat en verder helpt. Zij helpen op het moment dat het slachtoffer dat wil en op een manier die bij het slachtoffer past. Zij kunnen onder meer bij SHN terecht voor emotionele steun en ondersteuning bij het proberen te verhalen van schade. Deze ondersteuning is gratis. SHN is telefonisch bereikbaar via 0900-0101, maar ook via e-mail en chat.
De Letselschade Raad werkt met betrokken professionele partijen aan verbetering van het schaderegelingsproces bij letselschade. Gezamenlijk streven zij naar meer harmonie, openheid en respect. Dit alles in het belang van mensen met letselschade.