Skip to Content

De stichting stelt in haar advies voor om het partnerpensioen bij overlijden van de deelnemer voor pensioendatum en het wezenpensioen, diensttijdonafhankelijk te maken en te koppelen aan het salaris en geen rekening te houden met een franchise. Dit pensioen wordt op risicobasis verzekerd waarbij het partner- en wezenpensioen respectievelijk maximaal 50 procent en 20 procent van het salaris bedragen. Hierdoor wordt voor iedereen duidelijker hoe hoog de dekking van het nabestaandenpensioen is. Het partnerpensioen na pensioendatum vindt op opbouwbasis plaats waarbij de uitkering 70 procent van het ouderdomspensioen bedraagt. Ongeacht het moment van overlijden wordt het partnerpensioen levenslang uitgekeerd. Bij het wezenpensioen wordt voorgesteld een vaste eindleeftijd te kiezen van 21 of 25 jaar.

Aanleiding

Aanleiding voor het advies was dat er nu een grote diversiteit aan regelingen is, wat leidt tot complexiteit en problemen bij life events zoals baanwissel, echtscheiding of overlijden. Minister Koolmees vroeg de StvdA met een visie te komen over de uniformering van het nabestaandenpensioen. Dit naar aanleiding van een initiatiefnota van het CDA en de ChristenUnie. Op verzoek van Koolmees zijn het Verbond van Verzekeraars en de Pensioenfederatie betrokken bij het opstellen van deze visie.

Voorstellen verzekeraars

De voorstellen van verzekeraars uit 2018 zijn te vinden in het position paper 'Uniformering Nabestaandenpensioen'. 

Verder

Daarnaast heeft de StvdA het aanvalsplan witte vlek pensioenen gepubliceerd. De StvdA roept de overheid op om samen met de pensioensector (en het Pensioenregister) een ‘pensioencampagne’ op te zetten om het belang van zo vroeg mogelijk te starten met pensioenopbouw onder de aandacht te brengen.