Voertuigen verzamelen – vaak ongemerkt – steeds meer data. Over het verkeer, het rijgedrag van de bestuurder en de prestaties van de auto zelf. Maar van wie is die informatie eigenlijk? Van de fabrikant, de overheid of de bestuurder van de auto?
Verzekeraars pleiten ervoor consumenten baas te laten zijn over hun eigen data. Het Verbond doet dan ook voorstellen om die data beschikbaar te maken voor nuttige toepassingen via een onafhankelijke, niet-commerciële instantie.
Om moderne producten en diensten aan te kunnen bieden, hebben verzekeraars informatie nodig. Tot voor kort werkten verzekeraars alleen met data uit het verleden, aangeleverd door verzekerden. Door het verzamelen van data door het voertuig en de mogelijkheid deze realtime te delen, kunnen verzekeraars nu over veel nauwkeuriger data beschikken die bovendien actueel zijn. Dit soort data gebruiken verzekeraars om producten en diensten te kunnen voortzetten en verder te ontwikkelen:
Vanzelfsprekend geldt dat verzekeraars alleen na toestemming van de consument over deze data kunnen beschikken. Het is immers de consument die de regie dient te hebben over deze data.
Het uitgangspunt voor verzekeraars is dat de klant aan het stuur zit. De consument hoort de regie te hebben op vrijwel alle voertuigdata. Zo moet de consument onder meer vrij kunnen beslissen waar en met welke onderdelen de auto wordt hersteld, waar de auto wordt verzekerd en wat er gebeurt met zijn of haar data. Die vrijheid zorgt voor concurrentie tussen aanbieders en een autobranche waarin bedrijven elkaar scherp houden. Daarvan profiteert de consument.
De politie achterhaalt oorzaken van ongevallen via tijdrovende analyses en getuigenverklaringen. Wij vinden dat een bevoegde instantie, zoals de politie, steeds meer gebruik moet kunnen maken van data uit een Event Data Recorder (EDR) om ongevalsrapportages op te maken. In veel auto’s is al zo’n EDR aanwezig, in de VS is deze zelfs verplicht. Het Verbond pleit ervoor ook in Nederland een EDR verplicht te stellen.
Als de EDR direct wordt uitgelezen (door een onafhankelijke instantie) zijn de data over het moment kort voor en op het moment van het ongeval betrouwbaar. Als verzekeraars via de politie toegang krijgen tot deze data, kunnen zij zich snel een oordeel vormen over de aansprakelijkheid. Zowel verzekerden als slachtoffers zijn gebaat bij een snelle schadeafhandeling. Het vlot vaststellen van de aansprakelijkheid is daar een essentieel onderdeel van.
Volgens het Verbond moet in ieder geval worden voorkomen dat de data direct na een ongeval kunnen worden uitgelezen of gewijzigd door een partij die er belang bij heeft. Een EDR legt iedere vijf seconden een aantal zaken vast en verwijdert deze automatisch weer na vijf seconden. Bij een ongeval zijn de vijf seconden daaraan voorafgaand beschikbaar en meestal ook de vijf seconden na een ongeval.
Een nieuw risico voor voertuigen is het cyberrisico. Naarmate meer voertuigen via internet in verbinding staan met de wegkant of met andere voertuigen, neemt het risico toe dat een voertuig kan worden gehackt. Op internet circuleren diverse filmpjes waarin je ziet hoe auto’s op afstand worden bestuurd door een hacker. Hoewel preventieve maatregelen dit risico flink beperken, mede doordat de overheid hoge eisen stelt aan de beveiliging, zal het risico nooit helemaal verdwijnen. Het Verbond ondersteunt de aanbevelingen van de Cybersecurityraad voor certificering, keurmerken en toegangseisen, transparantie bij fabrikanten leveranciers en bewustwording.
Verzekeraars ontvangen data van hun klanten. Bijvoorbeeld over veelvoorkomende oorzaken van schade. Of over verkeersongevallen en de plaatsen waar die gebeuren. Wat tegenwoordig anders is dan vroeger, is dat we van historische data naar realtime beschikbare data gaan. Dat verandert overigens niets aan de uitgangspunten die verzekeraars hanteren als het om data gaat. Deze uitgangspunten zijn:
Het is belangrijk dat de consument voor onderhoud/herstel en voor zijn verzekering kan kiezen uit diverse aanbieders. De toestemming om data beschikbaar te stellen, moet daarom worden losgekoppeld van de verkoop van het voertuig. De fabrikant van een computer krijgt ook niet de beschikking over alle toepassingen waarvoor je je computer gebruikt.
Voor het verbeteren van de auto als product heeft de fabrikant aan een zeer beperkte set data voldoende. Gegevens die gaan over locatie, rijgedrag, etc. zijn daarvoor niet nodig. Zelfs niet voor een eventuele terugroepactie. Het is bovendien de vraag of de consument zich voldoende bewust is van alle voorwaarden waarvoor hij tekent en of hij de gevolgen wel goed kan inschatten.
Verzekeraars willen keuzevrijheid bieden, zodat het mogelijk blijft dat mensen een verzekeringsproduct afnemen zonder dat zij daarvoor persoonlijke data over bijvoorbeeld hun rijgedrag hoeven af te staan. Er wordt wel eens gezegd dat in de toekomst privacy alleen nog voor de rijken mogelijk is. Als we echter kijken naar de rijgedragverzekeringen die momenteel in Nederland worden aangeboden, zien we een ander beeld. Er zijn in Nederland diverse aanbieders van rijgedragverzekeringen. Sommige zijn goedkoper, andere weer duurder dan reguliere verzekeringen. Specifieke doelgroepen als jongeren kunnen met een rijgedragverzekering goedkoper uit zijn.
Een consument krijgt alleen de vraag over het verstrekken van bepaalde gegevens voorgelegd als deze nodig zijn voor het verlenen van een dienst of het aanschaffen van een product. Als een verzekeraar de consument een product wil aanbieden of een dienst als pechhulpverlening, zijn daarvoor bepaalde data noodzakelijk waar de consument om kan worden gevraagd. Op die manier kan de consument het beschikbaar stellen van de data en het afnemen van de dienst of het product beter tegen elkaar afzetten. En minstens zo belangrijk: beter beslissen of alle gevraagde data noodzakelijk zijn voor de dienst of het product. Het doorlopend afstaan van locatiegegevens is bijvoorbeeld noodzakelijk bij een kilometerverzekering om het aantal kilometers te kunnen berekenen. Maar bij een pechhulpverzekering is het verstrekken van locatiegegevens alleen relevant om de pechlocatie door te geven.
Verzekeraars zijn transparant in de data die zij gebruiken en het doel waarvoor ze die gebruiken. Ze bieden klanten de mogelijkheid de data in te zien en bij onjuiste registratie te wijzigen. Ook verstrekken ze informatie over het bewaren, overdragen en vernietigen van data. Al deze informatie wordt actief verstrekt en op een voor consumenten begrijpelijke wijze.
Verzekeraars zijn van mening dat de data uit voertuigen alleen beschikbaar moeten komen via een betrouwbare, onafhankelijke, niet-commerciële instantie. Deze instantie moet leesbare data ontvangen van alle voertuigfabrikanten en verstrekt deze data met toestemming van de consument aan derde partijen zoals verzekeraars, herstellers of autofabrikanten. Op die manier worden de belangen van de consument het beste geborgd. Daarnaast zorgt dit systeem voor een gelijk speelveld voor alle partijen en stimuleert het concurrentie.
Een dergelijk systeem is al jarenlang gebruikelijk voor verzekeringsinformatie. Verzekeraars stellen op grond van de wet gratis hun informatie beschikbaar aan de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW). De RDW kan vervolgens besluiten deze informatie (tegen betaling) aan derden te verstrekken. Op die manier wordt een gelijk speelveld gecreëerd voor partijen die diensten willen aanbieden aan consumenten voor wie bepaalde verzekeringsinformatie nodig is. Met de inkomsten van het beschikbaar stellen van de informatie financiert de RDW dit systeem.
Veilig verkeer is voor iedereen van belang. Data die inzicht geven in verkeersrisico’s dragen daaraan bij. Het Verbond vindt dat data die kunnen bijdragen aan de verkeersveiligheid voor iedereen vrij beschikbaar moeten zijn, vanwege het grote maatschappelijke belang. Een EDR heeft twee grote voordelen: het genereert informatie die bijdraagt aan verkeersveiligheid én na een ongeval zijn er sneller gegevens beschikbaar die helpen bij het vraagstuk van aansprakelijkheid. Dat leidt tot een snellere afwikkeling van (letsel)schade en dat is prettig voor slachtoffers. Eigenlijk is een EDR dus niets anders dan een digitaal proces-verbaal. Nu komt de politie ter plaatse bij de ernstigere ongevallen en analyseert het ongeval, straks haal je die data uit een EDR. Daarbij komt de politie eigenlijk alleen nog ter plaatse bij zware aanrijdingen en letselaanrijdingen. Een EDR levert ook interessante informatie over ‘gewone’ botsingen op.
Ja, dat zou mooi zijn. Het Verbond benadrukt wel dat naar mogelijkheden en kosten goed gekeken moet worden, zodat op basis daarvan een (politieke) afweging kan worden gemaakt.
Bij consumenten leven zorgen om de almaar toenemende hoeveelheid data (die zij al dan niet bewust zelf genereren) en wat er met die data allemaal gebeurt. Dat is ook de reden dat de sector in 2016 het green paper ‘Grip op data’ heeft uitgebracht, waarin we die zorgen erkennen en waarborgen inbouwen. Data vormen een krachtig gereedschap, net als een hamer of bijl, waarmee je goede producten en diensten voor de klant kunt ontwikkelen. Maar je moet er wel verstandig en voorzichtig mee om gaan.
Publicaties van het Verbond