Skip to Content

Mobiliteit in 2030: “Heeft vooruitkijken eigenlijk wel zin?”

Op deze pagina is ook content beschikbaar exclusief voor leden Log in voor toegang of vraag account aan.

Als je kijkt naar uitdagingen voor pakweg het jaar 2030. Waar zouden verzekeraars buikpijn van moeten krijgen? En heeft vooruitkijken eigenlijk wel zin? 

Zo begint Floske Weehuizen, Programmamanager Toekomst Autoverzekeringen bij het Verbond, een presentatie met een doorkijk naar de toekomst: “Het aantal kilometers per persoon per dag neemt toe. Hoe bewegen we ons in de toekomst? Blijven de auto’s komen, of krijgen we meer fietsers? De fiets is dominant, maar kent vele gedaantes. Zoals de bakfiets en fatbike. Wat betekent dit? En een verplichte fietshelm? Die zorgt voor 65% kleinere kans op hersenletsel.”

Smart Mobility

Waar gaan de ontwikkelingen naartoe, zodat we hier nu al rekening mee kunnen houden? Hoe ziet de toekomst van de auto eruit? Van opportunities naar oplossingen; innovatie bekeken als uitdaging én oplossing tegelijk. Tegelijkertijd lopen we tegen grenzen aan, beperkte ruimte, kosten voor beheer en onderhoud, effecten op milieu en verkeersveiligheid. Hierover komt ook Bon Bakermans aan het woord. Hij is beleidsadviseur Smart Mobility en werkt aan het Toekomstperspectief Automobiliteit bij het ministerie van Infrastructuur & Waterstaat. “Wie heeft er het afgelopen jaar gebruik gemaakt van deelvervoer?” Slechts enkele handen gaan omhoog. “En inclusief het gebruik van de OV-fiets?” Iets meer handen gaan omhoog. Volgens Bakermans zijn de verhoudingen representatief voor de rest van Nederland, maar daar zou best eens verandering in kunnen komen door een aantal onverwachte ontwikkelingen.

Bon Bakermans: “Een one-size-fits-all oplossing bestaat niet voor de gebruiker van de auto"

Het voertuig van de toekomst

Als je in gesprek gaat over de toekomst van de auto, beland je al snel in een gesprek met grote tegenstellingen. Hebben we bijvoorbeeld meer of minder ruimte nodig voor de auto? Op basis van vier scenario’s, die zijn gebaseerd op voertuigontwikkelingen, brengt het ministerie van I&W een genuanceerde discussie over de toekomst van de auto op gang, zonder dat er direct over tegenstellingen wordt gesproken. Wat voor ontwikkelingen aan het voertuig zien we dan? En hoe wordt omgegaan met verkeersmanagement; wat voor informatie en automatisering zit er in het voertuig? Het verkennen van uitersten van de toekomst, met ontwerpend onderzoek op basis van huidige trends en ontwikkelingen in, aan en rond het voertuig. Een Autonome en gemeenschappelijke auto (1), Hyper verbonden en gepersonaliseerde auto (2), Amusement auto (3) en een Ruimte besparende auto (4) zijn de uitgewerkte toekomstscenario’s.
Wie is en wordt de gebruiker van het voertuig en wat wordt hét voertuig van de toekomst? Bakermans: “Een one-size-fits-all oplossing bestaat niet voor de gebruiker van de auto. Elk scenario brengt dilemma’s met zich mee. Wat betekent een deelauto bijvoorbeeld voor mensen die digitaal minder vaardig zijn? En het rijden van een auto geeft ook plezier; zelf actie en autonomie qua stuur en gaspedaal. Vinden we rijhulpsystemen wel fijn of gaat een bepaalde ontwikkeling daarom zelfs helemaal niet gebeuren?”

AutoAtlas

Het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid heeft een AutoAtlas ontwikkeld, waarin autobezit en gebruik wordt verklaard. Bakermans: “Ook hier zijn tegenstellingen een issue, want: voor of tegen auto, arm en rijk, maar bijvoorbeeld ook stad versus platteland. Autobezit in de meest landelijke gebieden is ruim twee keer zo hoog is als in hoogstedelijk gebied. We hebben de gebruiker op twee manieren betrokken, autobezit en gebruik worden verklaard. De AutoAtlas laat heel mooi zien dat er veel meer is dan puur stedelijke gebieden en afgelegen gebieden. Juist in de tussengelegen gebieden speelt de auto op een verschillende manier een rol. Hoe moet je hier beleid op maken en hoe bereik je de gebruiker die automobiliteit misschien het hardste nodig heeft? Voor verzekeraars levert dit ook mogelijke dilemma’s op: hoe om te gaan met erg kostbare voertuigen; veilige voortuigen en of gedeelde voertuigen?”

Samen

De uitsmijter van de deelsessie was voor Weehuizen. “Of we nu naar 2030 kijken of naar 2050. Eén ding springt er in ieder geval uit: om echt grote stappen te zetten, moeten we het vooral samen doen. Tijdens de Schadedag is daar weer een mooie basis voor gelegd.”


Was dit nuttig?