Skip to Content
Marjolein.4.jpg

“We kunnen zekerheid anders organiseren”

De arbeidsmarkt verandert. En niet zo zuinig ook. De ontwikkelingen gaan zo hard dat minister Koolmees een commissie (Regulering van Werk) heeft ingesteld die hem dit najaar moet adviseren. Marjolein ten Hoonte hoopt dat die commissie niet teveel teruggrijpt naar het oude, maar vooral vooruitblikt. “De toekomst hoeft niet zo onzeker te zijn. We moeten alleen de zekerheid anders organiseren.”

Het gesprek vindt plaats op het hoofdkantoor van Randstad Groep Nederland. Tijdens dat gesprek gaat het een paar keer ‘mis’ als Randstad in de vraagstelling “een uitzendorganisatie” wordt genoemd. “We zijn veel meer dan dat. We doen nog steeds uitzendwerk, dat klopt, maar ondertussen doen we ook detachering en werving & selectie. We zijn eigenlijk meer een matchmaker dan een uitzendbureau.”
Randstad bouwt ook zichtbaar aan dat nieuwe imago. Voor bezoekers is er geen ontkomen aan. Al vanaf de snelweg zijn de grote witte letters op het gebouw zichtbaar: ‘Wat doe jij morgen?’ Het is vooral een slogan, waarmee wordt benadrukt dat iedereen ook zelf verantwoordelijk is voor zijn loopbaan, meent Ten Hoonte.
Zelf werkt ze al 27 jaar bij Randstad, maar ze wil zichzelf nog steeds ontwikkelen. “Het moet niet gaan over hoe lang of kort je ergens werkt, maar op welke manier je werk bijdraagt aan het halen van organisatiedoelen in samenhang met je eigen ontwikkeling. Werk neemt een belangrijke plaats in ieders leven in. Ook in dat van mij. Daarom is de arbeidsmarkt zo razend interessant. De omstandigheden veranderen, maar wat doen wij?”

In gesprek met ...

Dit is het vierde gesprek in een nieuwe reeks. Een reeks van interviews met een belangrijke stakeholder over een actueel thema. In deze In gesprek met … komt Marjolein ten Hoonte aan het woord. Ten Hoonte is directeur Arbeidsmarkt en MVO bij Randstad. Ze analyseert trends en ontwikkelingen op het gebied van werk en de arbeidsmarkt.

Eerdere interviews zijn verschenen met Hans de Moel (over klimaat), Theo Kocken (over pensioen) en Edgar Karssing (over solidariteit).

Maakt u zich zorgen over de arbeidsmarkt?

“Zorgen is een groot woord, maar de vraag is wel of onze arbeidsmarkt nog inclusief is. Neem de globalisering. Iemand in Peru kan morgenmiddag een andere huisstijl voor mij maken, tegen een volstrekt andere prijs dan iemand in Amsterdam dat kan. Andere vraag is of mensen snappen wat de digitalisering met ons werk doet. Routinewerk kan meestal zo worden overgenomen door een robot of een algoritme. Bereiden we ons daar voldoende op voor? Realiseren we ons dat we moeten samenwerken met techniek? En dan hechten we tot slot ook nog eens veel te veel waarde aan contracten. We moeten naar onze arbeidsmarkt kijken aan de hand van het werk dat mensen doen en ervoor zorgen dat iedereen dezelfde sociale zekerheid krijgt. Er is nu een te strak onderscheid tussen mensen die er wel en mensen die er geen aanspraak op kunnen maken.”

Waarover maakt u zich de meeste zorgen?

“Over de combinatie van deze ontwikkelingen. Mensen dreigen buiten de boot te vallen, terwijl ze juist langer in hun eigen welvaart moeten voorzien. En wat doen veel werkgevers? Die zeggen tegen iemand die 45 is, dat hij wel een beetje oud is en de technologie misschien niet helemaal meer snapt.”

Welke mensen dreigen met name buiten de boot te vallen?

“Mensen die moeite hebben om zich aan te passen of niet in de gaten hebben dat de buitenwereld verandert. Vroeger kon je misschien zeggen dat dat vooral lager opgeleiden waren, maar vandaag de dag moeten we ons zorgen maken over de totale workforce die niet is ingesteld op verandering. Het life time employment bestaat niet meer, maar veel mensen hebben dat nog niet in de gaten of zijn er onvoldoende op voorbereid.”

"De toekomst is niet zo onzeker als wij nu denken"

Wie moet ze bij de hand nemen?

“Juist doordat het life time employment niet meer bestaat, is het een verantwoordelijkheid van ons allemaal geworden. De werknemer, het onderwijs, de overheid, de gemeente, de vakbonden, werkgevers en verzekeraars, iedereen moet in actie komen. Ik wil niet iemand aan mijn bed die zegt: ‘gaat u eerst maar zes weken thuis zitten’. Ik wil iemand die zegt: ‘U bent ziek? Dan ga ik er alles aan doen om u te helpen herstellen, zodat u zo snel mogelijk weer verantwoord aan het werk kunt.’ Dat samenspel moeten we versterken. Arbeid is meer dan alleen inkomen.”

Een mooie taak voor de commissie Regulering van Werk? 

“In die commissie zitten veel arbeidsrechtjuristen en als we niet oppassen, reguleren zij ons terug naar de oude situatie. Ik hoop echter dat die commissie zegt: oké, de wereld is veranderd en dus moeten wij de beroepsbevolking helpen om de aansluiting te zoeken en te houden op werk. Want dat is wat mensen nodig hebben.”

Is dat waar u huiverig voor bent: dat we weer terug gaan het oude?

“Veel mensen verwachten dat en willen dat ook. Jammer, want we kunnen beter laten zien hoe je tot je tachtigste leuke dingen kunt doen. De polder moet zich richten op de toekomst en niet op het verleden.”

Met de nadruk op samenwerking?

“Ja, maar dan moeten we het eerst eens worden over de richting waar de wereld en de arbeidsmarkt zich naar toe bewegen. Waar staat de stip op de horizon? Wat is het vergezicht? Als mensen langer moeten doorwerken, betekent dat ook dat we iemand van 45 jaar de weg terug naar de arbeidsmarkt moeten wijzen. En het betekent dat wij een scholier duidelijk moeten maken dat hij een vak leert waar hij niet zijn hele leven wat aan heeft. Onderwijsinstellingen moeten zich ook aanpassen. Als we het over een leven lang leren hebben, dan moeten ze het onderwijs ook toekomstgericht organiseren. Ze kunnen niet langer iemand vier jaar les geven en dat was het dan.”

We moeten leren leren?

“Klopt, maar de toekomst is niet zo onzeker als wij nu denken. We moeten alleen de zekerheid op een andere manier organiseren. Mensen hebben zekerheid nodig. Het helpt ons vooruit. Het probleem is dat wij die zekerheid nu nog teveel richten op de eeuwigheid, terwijl dat oude, het altijd hetzelfde tijdens je werkzame leven, allang niet meer bestaat.”

Werknemer, onderwijs, overheid, gemeente, vakbond, werkgever en verzekeraar. Iedereen moet in actie komen

Dit gesprek hadden we jaren geleden ook kunnen voeren. Hoe kan het dat er zo weinig schot in zit?

“Omdat we het heel moeilijk vinden om stelselwijzigingen door te voeren. Ook stuiten we op systematische vragen, omdat we het moeilijk vinden om te experimenteren. Misschien wel, omdat we het niet eens kunnen worden over dat vergezicht. Als je alsmaar tegen elkaar zegt dat het niet uitmaakt of de robot alles of een beetje overneemt, kom je niet verder. We moeten het werk voor mensen ook gaan ontwerpen. Als de mevrouw die hier schoonmaakt, weet dat de robot alle stof en pluisjes verwijdert, kan zij zich richten op andere werkzaamheden. Zij kan dan gebruik maken van de techniek en zich daaraan aanpassen.”

Vraag is hoe laat het is? Is het vijf voor 12 of inmiddels al 12 uur?

“Dat weten we niet. In bepaalde bedrijfstakken zijn complete magazijnen gemechaniseerd. Daar hoeven geen mensen meer aan te pas te komen. Aan de andere kant gaan ontwikkelingen soms weer minder snel dan we verwachten. Neem de zelfrijdende auto. Daar praten we al tien jaar over, maar nog steeds zit er een chauffeur op alle vrachtwagens. Een paar weken geleden zag ik een prachtig stripje van een piloot die tegen de passagiers zegt: ‘Goedemorgen, ik werk vandaag vanuit huis’. Een mooie eyeopener.”

Wat zou u graag anders zien op de arbeidsmarkt?

“Ik zou willen dat de vakbonden, die nu teveel inzetten op terug naar het oude, veel meer gaan kijken naar de wensen van mensen in de toekomst. Veel werknemers willen op een andere manier hun eigen zekerheid organiseren, maar ze vinden maar mondjesmaat gehoor. Ik hoop ook dat we de dialoog weer op gang krijgen, zodat de polder zich druk kan maken om wat mensen het liefste voor zichzelf willen organiseren. Verzekeraars kennen dat rijtje allang: wonen, werken, leren, leven, zorgen en uitrusten. Als mensen dat een beetje leuk voor elkaar kunnen boksen, geeft dat rust en zekerheid.”

Maakt u zich wat dat betreft zorgen over al die jongeren die op hun elektrische fiets maaltijden bezorgen, maar geen enkele zekerheid hebben?

“Ik maak me vooral zorgen over het feit dat we veel te langzaam inspelen op de combinatie van technische ontwikkelingen en de nieuwe arbeidsmarkt à la ‘begin voor jezelf, want dan verdien je per uur veel meer’. Ik snap wel dat jongeren netto meer willen overhouden en verplichtingen voor zich uitschuiven, maar er komen nu rafelranden aan deze constructie. Vraag is of we dat hadden kunnen voorkomen? Bijvoorbeeld door de arbeidstijden beter te regelen? Of door verzekeringen af te sluiten? The Economist publiceerde laatst een mooi artikel over de zogenoemde new kids on the block. Deze nieuwe verzekeraars zeggen: je polis komt er binnen twee minuten aan, en ik kan je ook voor een paar uur verzekeren als dat moet. Daar ben ik nieuwsgierig naar. We moeten de nieuwe en de oude wereld met elkaar verbinden, zonder dat er polarisatie op de arbeidsmarkt ontstaat.”

"We moeten de oude en de nieuwe wereld met elkaar verbinden"

Komen die new kids on the block er, omdat verzekeraars zitten te slapen of omdat ze te weinig innoveren? 

“Vergis je niet, ooit was de onderlinge de innovatie van verzekeraars. Dat heeft zich doorontwikkeld tot hoe verzekeraars nu zijn. Het lijkt alsof de beweging weer teruggaat en de sector opnieuw solidariteit en collectiviteit moet ontdekken, maar dan in een nieuwe wereld. Ik geloof niet dat verzekeraars zitten te slapen, maar denk wel dat ze handelingsverlegen zijn. Het is ook spannend om je bedrijf als het ware opnieuw uit te vinden. Zeker voor verzekeraars die een remmende voorsprong hebben, omdat ze al zo lang iets doen waar ze goed in zijn.”

Het klinkt alsof er eerst iets ergs moet gebeuren voordat het roer echt omgaat?

“Verzekeraars zijn niet de enige organisaties die zichzelf opnieuw moeten uitvinden. Alle bedrijven hebben last van het groot geworden zijn in het oude model en de gap op weg naar het nieuwe model. De parallel tussen ons en verzekeraars is dat we allebei een dienstverlener zijn en een nieuwe dienst moeten ontdekken. We leven in een snelle wereld. We worden geacht snel te bewegen. Dat valt niet mee. Ik denk dat wij de koppen bij elkaar moeten steken hoe we dit op een eigentijdse manier kunnen vormgeven. Wij weten veel van werk en arbeidsrelaties, verzekeraars van verzekeren en risico’s.”

Is dit een oproep om te gaan samenwerken?

“Absoluut. Hoe kunnen we werk als een service organiseren? Het zou mooi zijn als alles dat je nodig hebt ‘automatisch’ met jou meereist en je dat niet meer bij een werkgever hoeft te stallen. En, niet onbelangrijk, hoe kunnen we dat dan zo organiseren dat het ook nog betaalbaar is? De arbeidsongeschiktheidsverzekering is zo bijzonder gemaakt dat veel mensen ‘m niet eens meer afsluiten. Het was ook typisch een product dat je voor eeuwig afsprak. De vraag is of dat nog van deze tijd is. Als ik hovenier ben, een been breek en het daarna moeilijk vind om een hele dag op mijn benen te staan, dan kan ik na anderhalf jaar besluiten om een ander vak te kiezen. Maar in de ‘oude wereld’ hebben we dat soms anders geregeld. Het automatisme dat mensen niet meer zouden willen werken als hen iets overkomt, moet eraf. Want in hoeveel gevallen is het echt zo dat mensen niet meer kúnnen werken?”

Eenzelfde soort vraag geldt voor zzp’ers. Moeten zij verplicht worden om dekking te zoeken? 

“Helpt een verzekeraar ze daar dan ook bij? Verzekeraars kunnen op zoek gaan naar alternatieven. Als ik voor de klas sta, geef ik vaak het voorbeeld van studiefinanciering. Dat is bedacht in een tijd waarin je makkelijk een lening aan kon gaan. Je wist namelijk dat je je hele leven in één baan of sector zou blijven werken en die lening makkelijk kon terugbetalen. Dat weten we nu niet meer. En dus rijst de vraag of je die lening moet afbetalen voordat je gaat werken of moet spreiden over je werkzame leven? Dat denken is nieuw voor verzekeraars, maar biedt volgens mij veel uitdagingen.”

Ik geloof niet dat verzekeraars zitten te slapen

Zitten verzekeraars nog te veel in de oude wereld?

“Dat kan ik niet helemaal beoordelen, maar wat ik zie is dat een verzekeraar te veel van het collectief en te weinig van mij is. Hoe faciliteert de verzekeraar mij in mijn persoonlijke vraag? En hoe organiseert hij daarin een nieuw collectief? Ooit heeft de verzekeraar zichzelf uitgevonden en is als onderlinge begonnen, omdat het dorp zich wilde verzekeren tegen brand of een misoogst. Dat geld legden we samen in. Dat doen we nog steeds, alleen is het zo groot geworden dat we het ook heel normaal vinden om de verzekering te tillen, terwijl we weten dat we eigenlijk onszelf tillen. Dat is toch gek? Verzekeraars kunnen meer innoveren met hun producten en zich afvragen wat het dieperliggende vraagstuk is. Mensen willen even uitrusten of genezen als ze wat overkomt. Daarna willen ze gewoon weer terug naar de arbeidsmarkt.”

Wat moeten verzekeraars doen om meer van jou te worden?

“Zich verdiepen in mijn behoeften. Als ik voor een platform werk of zzp’er ben, wil dat niet zeggen dat ik geen arbeidsongeschiktheidsverzekering wil, maar ik kan ‘m niet betalen zoals het nu is georganiseerd. Dus verzin een list.”

De knop moet om? 

“Vind ik wel. Verzekeraars, de gevestigde wereld, redeneren nu teveel terug naar de oude situatie. Overigens zonder een enkel verwijt. Het heeft ons veel gebracht, maar het zou zeker helpen als ze anders leren denken. Ik had pas een discussie met iemand die het steeds had over een sociaal plan. Ik zei toen: kunnen we het ook hebben over een sociaal werkplan en eens niet alleen over het geld praten? Het gaat erom dat mensen weer verbinding krijgen op de arbeidsmarkt. Waar hebben ze straks behoefte aan? Hoe kunnen we ze het beste faciliteren? Wat is onze nieuwe dienst? En hoe zet ik die in een businessmodel zodanig neer dat ik er ook nog geld mee kan verdienen?”

Ligt daar ook een rol voor verzekeraars: mensen helpen terug te keren op de arbeidsmarkt?

“Het zou een mooie combinatie tussen onze dienstverlening en die van verzekeraars kunnen zijn. Wij weten de weg naar werk terug te vinden en zij hebben verstand van risico’s. Als mensen weten dat het goed geregeld is als ze even niet kunnen werken, geeft dat zekerheid. 
Maar dan hebben we het wel over het ontwerp van nieuwe (sociale) zekerheid. Ik denk dat er in zo’n samenwerking heel mooie dingen kunnen ontstaan.”

(Fotografie: Ivar Pel) 

De polder moet zich richten op de toekomst, niet op het verleden