Isolatie is vanuit het oogpunt van duurzaamheid belangrijk, maar uit kostenoverweging en om aan de klimaatstandaarden te voldoen wordt nog steeds te vaak gekozen voor brandbare kunststof isolatiematerialen, zoals het brandbare EPS. In Nederland zijn er de laatste jaren de nodige incidenten geweest met brandbaar isolatiemateriaal.
Naast huizen, bedrijven, ziekenhuizen en scholen, zijn ook stalbranden voorgekomen waarbij brandbaar isolatiemateriaal een grote rol speelde. Toegepaste constructiematerialen kunnen bijdragen aan preventie, brandbare isolatiematerialen zorgen er echter voor dat branden zich sneller uitbreiden dan gewenst. Het is daardoor moeilijker om te vluchten en om de gevolgen van een brand te beperken.
Verbeteringen noodzakelijk
Bij nieuwbouw en renovatie kunnen bovendien flinke verbeterslagen worden gemaakt. Verzekeraars vinden dat bij de bouw, daar waar mogelijk, alleen onbrandbare constructiematerialen moeten worden gebruikt. Dat moet dan in elk geval gelden voor de hoofddraagconstructie, de gevel, daken en wanden – inclusief isolatiemateriaal. Ook vinden zij dat het gebruik van schuimkunststof isolatiematerialen moet worden vermeden en wordt Eurobrandklasse A1, A2 en/of B geadviseerd. De door het Verbond opgestelde brochure ‘Brandgedrag van isolatiematerialen’ maakt inzichtelijk wat de verschillen tussen isolatiematerialen zijn en op welke plaatsen deze materialen gebruikt mogen worden.
Verzekeraars zien ook een effectief middel in automatische blusinstallaties en compartimenteringen van (grotere) gebouwen met brandscheidingen die een brandwerendheid hebben van minimaal 60 tot 240 minuten, afhankelijk van de bestemming van het pand en de vuurbelasting. Extra aandacht – en technische specificaties en normen – zijn nodig voor zelfsluitende deuren, elektra, glas, verdiepingsvloeren en leiding- en kabelschachten.
In het Position Paper Duurzaam Veilig riepen het Verbond en Brandweer Nederland eerder dit jaar al op tot het aanpassen van het Bouwbesluit, zodat brandveiligheid het uitgangspunt wordt en niet vluchtveiligheid.