De overeenkomst heeft tot doel om woningbehoud mogelijk te maken voor de nabestaanden van de Defensie-ambtenaar als het overlijden het gevolg is van gevechtshandelingen tijdens een missie in het buitenland. De deelnemende verzekeraars beroepen zich namelijk in dat geval niet op de molestclausule.
Verpanding geen vereiste meer
De ‘Overeenkomst Vredes- en Humanitaire operaties’ vervangt de in 2003 gesloten overeenkomst. Belangrijkste aanpassing is dat de rechten en aanspraken van de verzekering niet langer verpand hoeven te zijn aan de geldverstrekker.
“Verpanding van een overlijdensrisicoverzekering is niet zo gebruikelijk meer. Met de nieuwe overeenkomst sluiten we dus veel beter aan bij de dagelijkse praktijk van de hypothecaire financiering en dat is goed nieuws”, aldus algemeen directeur Richard Weurding van het Verbond.
Woningbehoud mogelijk maken
In de overeenkomst is verder bepaald dat de regeling is beperkt tot de hoogte van de hypotheek op het moment van overlijden. Daarnaast moet de begunstigde van de verzekering dezelfde persoon zijn als degene die mede-eigenaar is (of wordt door vererving) van de woning. “Het is voor ons belangrijk om woningbehoud voor de nabestaanden mogelijk te maken”, aldus plaatsvervangend Secretaris-Generaal Marc Gazenbeek. “En met de aangepaste voorwaarden is er een goed alternatief gevonden voor de verplichting tot verpanding. We zijn blij dat er voor nabestaanden van een gesneuvelde militair nu geen extra belemmeringen meer zijn om hun woning te kunnen houden. Dat is en blijft voor ons een belangrijk thema.”