Skip to Content

IMVO Convenant: Klein, maar fijn (2)

Op deze pagina is ook content beschikbaar exclusief voor leden Log in voor toegang of vraag account aan.

Het eerste jaar van het IMVO Convenant Verzekeringssector zit erop. Dat convenant is bindend voor alle leden van het Verbond en voor een groot concern is het makkelijker om aan de afspraken te voldoen dan voor een kleine verzekeraar. Of niet? Onder de noemer ‘Klein, maar fijn’ zetten we graag een paar mooie voorbeelden op een rij. “We doen best veel (goed), maar zijn alleen vergeten dat te vertellen.”

Serie over IMVO Convenant Verzekeringssector

In de zomer van 2018 ondertekenden het Verbond en Zorgverzekeraars Nederland het IMVO Convenant Verzekeringssector dat bindend is voor alle aangesloten verzekeraars. Doel van dat convenant is het voorkomen, verminderen en eventueel herstellen van negatieve impact van beleggingen.
Uit de eerste jaarrapportage is gebleken dat er onder verzekeraars veel verscheidenheid bestaat bij het voldoen aan de afspraken. Grote verzekeraars zijn vaak verder dan kleine en onder middelgrote verzekeraars is het beeld divers. Maar er zijn uitzonderingen. Een van de kleinere/middelgrote verzekeraars die nu al aan veel afspraken voldoet, is ZLM Verzekeringen.
In dit tweede deel van de serie Klein, maar fijn komt Jan-Kees Adriaanse aan het woord. “We zijn al best ver in ons duurzaamheidsbeleid, alleen zijn we vergeten dat aan onze polishouders te vertellen. 2020 wordt voor ons het jaar van de transparantie.”

Jan-Kees Adriaanse is afdelingshoofd Financiën en Facilitair bij ZLM Verzekeringen, een onderlinge verzekeraar in Zeeland met een belegd vermogen van ongeveer 350 miljoen euro. “Wij hebben dat volledig uitbesteed aan één vermogensbeheerder, Kempen Capital Management. Tot 2007 werd het beleggingsbeleid door één persoon gedaan. Hij deed dat naast zijn gewone werk bij ZLM, maar met een stijgend vermogen naar 350 miljoen is dat niet te doen. Het levert gewoon te veel risico’s op.”
Dat is ook de tip die Adriaanse voor andere (kleine) verzekeraars heeft. Welke vermogensbeheerder je ook kiest, als kleine of middelgrote verzekeraar ben je daarmee geholpen. “Iedere fatsoenlijke vermogensbeheerder denkt in ESG-normen. Ze weten hoe het werkt. Als kleinere verzekeraar heb je die kennis niet in huis. Je bent simpelweg te klein om alles zelf te doen.”

Niet veel risico

Het beleggingsbeleid van ZLM kenmerkt zich onder meer door voorzichtigheid. “Wij zijn puur gericht op de lange termijn en nemen niet veel risico. Dat past ook niet bij ons als onderlinge. Het gaat immers om geld van onze leden. We hebben altijd belegd in fondsen. Dat zorgt voor een betere risicospreiding en ook qua kosten is het aantrekkelijk.”

ZLM heeft een speciale beleggingscommissie, waarin naast de twee directieleden ook enkele leden namens de vermogensbeheerder en een onafhankelijke beleggingsdeskundige zitten. Adriaanse: “Samen zetten we het mandaat neer voor de vermogensbeheerder. We maken bijvoorbeeld elk jaar een beleggingsplan hoeveel we waarin willen beleggen. Uiteraard houden we daar een bepaalde bandbreedte aan zodat de vermogensbeheerder ook voldoende ruimte heeft om zijn werk te doen.”


Uitsluiten of engagement?

ZLM richt zich in het beleggingsbeleid zowel op Do good als Do no harm. “Zo is de zogenoemde impactpool waarin wij sinds dit jaar beleggen, echt gericht op Do good”, legt hij uit. “De portefeuille sluit namelijk aan bij de Sustainable Development Goals (SDG’s) van de Verenigde Naties, waarvan er binnen het fonds waaraan wij deelnemen vijf centraal staan. Denk bijvoorbeeld aan schoon drinkwater, duurzame energie en fatsoenlijke banen.”
Adriaanse benadrukt dat de vermogensbeheerder en geselecteerde fondsbeheerders mede  namens ZLM engagement inzetten. “Dialoog is de beste manier om verbeteringen tot stand te brengen, maar wij sluiten ook uit op basis van ongewenste activiteiten en overschrijdingen van de UN Global Compact.”

Leefbaar loon

Hij geeft een mooi voorbeeld waaruit blijkt dat omstandigheden soms kunnen verbeteren door een afgewogen engagementbeleid. “Sinds 2018 is onze vermogensbeheerder betrokken bij het PLWF (Platform Living Wage Financials) dat een collectieve dialoog voert om te komen tot leefbaar loon. Volgens de OESO is leefbaar loon een universeel mensenrecht, dat minstens twee SDG-doelen raakt. Een leefbaar loon stelt iemand in staat om in de basisbehoeften van zichzelf en van zijn gezin te kunnen voorzien, maar kan ook als een katalysator werken om andere arbeidsomstandigheden te verbeteren. Zo neemt de kans op kinderarbeid af als de ouders van een gezin genoeg verdienen. Wij vinden het belangrijk om met ondernemingen in dialoog te gaan en ze te ondersteunen op de weg naar een leefbaar loon in hun productieketen. Maar dat doen we natuurlijk niet tot in het oneindige. Als engagement op een gegeven moment niet (meer) werkt, kunnen we alsnog besluiten om de onderneming uit te sluiten.”

"Wij vinden het belangrijk om in dialoog te gaan"

Omgekeerde weg

Opmerkelijk in het verhaal van Adriaanse is dat ZLM als het ware de omgekeerde weg heeft bewandeld. Voordat het beleid op papier stond, voldeed de verzekeraar al aan de diverse ESG-normen (ESG = Environmental, Social and Governance) en aan veel eisen die het IMVO Convenant stelt. “Wij zijn volgend geweest aan onze vermogensbeheerder, die al helemaal op de ESG-toer zat. Toen het voorstel kwam om op ESG-fondsen over te stappen, vonden wij dat een goed idee. Onze bedrijfsobligaties zijn nu volledig ESG-proof en onze aandelen bijna. Binnen de aandelen voeren we nog engagement met één fondsbeheerder. Als deze niet meebeweegt, nemen we afscheid.”

Werk aan de winkel

Toch heeft ZLM bij de zogenoemde nulmeting van het IMVO Convenant dit jaar ervaren dat er nog genoeg werk aan de winkel is. “Volgens het convenant zijn we nog niet concreet genoeg. Dat was voor ons echt een leermoment. We weten nu dat we thema’s moeten benoemen en doelen moeten stellen. Wat dat betreft vind ik Ansvar wel een mooi voorbeeld. Zij sluiten naast de ‘gewone’, wettelijk verplichte onderwerpen als clustermunitie een brede scala aan activiteiten uit. Wij kennen een minder brede uitsluiting, maar voor komend jaar overwegen wij deze verder aan te scherpen en zullen wij ons beleggingsbeleid concreter en transparanter maken. Tot nu toe hebben wij onze polishouders nauwelijks verteld hoe en wat we beleggen. Dat zal ook met ons Zeeuwse karakter te maken hebben. We vinden het vanzelfsprekend dat we aan de regels voldoen en slaan onszelf niet graag op de borst, maar we gaan in 2020 wel beter vertellen wat we doen en waarom we het doen.”


Was dit nuttig?