Het eerste jaar van het IMVO Convenant Verzekeringssector zit erop. Dat convenant is bindend voor alle leden van het Verbond en voor een groot concern is het makkelijker om aan de afspraken te voldoen dan voor een kleine verzekeraar. Of niet? Onder de noemer ‘Klein, maar fijn’ zetten we graag een paar mooie voorbeelden op een rij. “Wij stappen niet ergens uit, omdat het moet, maar omdat wij dat zelf willen.”
Serie over IMVO Convenant Verzekeringssector
In de zomer van 2018 ondertekenden het Verbond en Zorgverzekeraars Nederland het IMVO Convenant Verzekeringssector dat bindend is voor alle aangesloten verzekeraars. Doel van dat convenant is het voorkomen, verminderen en eventueel herstellen van negatieve impact van beleggingen.
Uit de eerste jaarrapportage is gebleken dat er onder verzekeraars veel verscheidenheid bestaat bij het voldoen aan de afspraken. Grote verzekeraars zijn vaak verder dan kleine en onder middelgrote verzekeraars is het beeld divers. Maar er zijn uitzonderingen. Een van de kleinere verzekeraars die nu al ruimschoots op koers ligt om aan de afspraken te voldoen, is Ansvar. In dit eerste deel van de serie Klein, maar fijn komt algemeen directeur Peter van Geijtenbeek aan het woord.
Het (beleggings)beleid van Ansvar is tot nu toe vooral gericht op Do no harm, maar als het aan Peter ligt, wordt Do Good de volgende stap. “Wij voldoen grotendeels al aan de einddoelen van het convenant. Onlangs heeft een extern bureau onderzocht waar onze verbeterpunten liggen en daar werken we nu aan. Het laatste dat ik wil, is overkomen als het braafste jongetje van de klas. Ook wij zijn er nog niet."
Peter van Geijtenbeek is algemeen directeur van Ansvar, een kleine schadeverzekeraar met een omzet van 120 miljoen en een belegd vermogen van 110 miljoen euro. Hij noemt het vooral “leuk” om met duurzaamheid bezig te zijn. “We zijn net mensen. Wat we doen, moet leuk zijn en een goed gevoel geven. Dat gaat verder dan geld verdienen.”
Vermogensbeheerder
Hij realiseert zich dat het voor een schadeverzekeraar makkelijker is dan voor een levensverzekeraar om meer naar groen en minder naar rendement te kijken. Tegelijkertijd noemt hij het “eerder onwil dan onkunde” als een (kleine) verzekeraar niet aan de afspraken uit het convenant kan voldoen. “Ik hoorde eens van een kleine verzekeraar dat de directeur de beleggingen erbij doet. Dat is geen goed idee. Ga naar je vermogensbeheerder of zoek er eentje. Er zijn genoeg goede. Ik weet zeker dat je per kerende post een voorstel krijgt als je het IMVO-convenant naar een goede vermogensbeheerder stuurt.”
Het geheim van Ansvar schuilt in hun Zwitserse vermogensbeheerder, meent Peter. “Het verhaal is simpel. Wij kunnen dit als kleine verzekeraar niet zelf. Wij beleggen bijvoorbeeld ook in Franse bedrijven, maar mijn Frans is niet goed. En we lezen de Franse pers niet. Onze vermogensbeheerder wel. Toen de vraag kwam wat te doen met een Frans bouwbedrijf dat in relatie werd gebracht met leveringen aan IS in het Midden Oosten, was ons antwoord kort: niet engagen, maar eruit!”
Groot grijs gebied
Peter komt er een paar keer op terug: de waarde van een vermogensbeheerder is groot voor een kleine verzekeraar. Maar ook dan moet je nog zelf opletten. “Wij vergaderen maandelijks met ons investmentcomité. Daarin zit naast de CEO, CFO en de financieel manager, ook onze MVO-adviseur en de Risk-officer. Dat maandelijkse overleg levert altijd een goede dialoog op en we nemen de besluiten echt met elkaar. Zwart en wit is altijd makkelijk, maar wat doe je met het grote grijze gebied? Stap je ergens uit, omdat je bang bent dat je aandelen kelderen of omdat je het echt niet vindt kunnen? Wij hadden dat pas aan de hand toen bleek dat een kledingmerk bont verwerkt. Wij doen niet aan bont, maar beleggen wel in kleding. We waren het snel eens en zijn eruit gestapt.”
Principes
Principes zijn belangrijk, vindt Peter, en daar moet je je ook aan houden. “Onze vermogensbeheerder heeft een methodiek ontwikkeld waarbij niet alleen naar de beloftes en het beleid van bedrijven wordt gekeken, maar ook naar de resultaten. Dat is belangrijk. Wie a zegt, moet ook b zeggen. Wij sluiten veel dingen uit (seksindustrie, alcohol, gokken, tabak, kernenergie, controversiële wapens, bont en dierproeven). Dat doen we heel bewust. Wij willen geen obligaties van een cosmeticabedrijf dat zich bezighoudt met dierproeven. Of aandelen hebben in een bedrijf dat zich met kinderarbeid bezighoudt. Sterker nog, wij vinden dat onze bedrijfsvoering moet kloppen met ons beleggingsbeleid. En als wij duurzaamheid zo hoog in het vaandel hebben staan, dan moeten we ons daar zelf ook naar gedragen. We werken zo milieubewust mogelijk en compenseren de CO2 die we toch nog uitstoten. Momenteel zijn we met een natuurbeheerorganisatie in gesprek, omdat we liever onze CO2-uitstoot compenseren in Nederlandse natuurprojecten dan in een oerwoud in Costa Rica. Overigens hoeven we niet de duurzaamste verzekeraar van Nederland te worden. We doen dit omdat we dat zelf willen. Gewoon omdat het leuk is om maatschappelijk verantwoord bezig te zijn.”
"Wij zijn geen ABP voor wie alle deuren openzwaaien"
Engagement
Juist daarom is Peter zo blij dat tijdens een evaluatiebijeenkomst van het IMVO Convenant het idee is gerezen om met meerdere verzekeraars een grotere vuist te maken. “Als wij samen een grotere rol in engagement kunnen spelen, zou dat een mooie extra loot aan onze stam zijn. Wij kunnen nu maar heel beperkt engagement inzetten. Als ik bij een groot concern mijn zegje kom doen, lachen ze me vierkant uit. Wij zijn geen ABP voor wie alle deuren openzwaaien.”
Hij hoopt dat het plan zich doorzet, maar vertelt ook met een brede grijns dat Ansvar onlangs wel heel succesvol is geweest in een engagement-actie. “Als kleine investeerder (zo’n vijftien miljoen euro) in een duurzaam beleggingsfonds kwamen we erachter dat het fonds tabak niet uitsloot. Nadat wij dat hebben aangekaart, heeft het fonds verder actie ondernomen. De andere investeerders (fondsgrootte 166 miljoen) zijn gepolst en een paar maanden later kregen wij bericht dat tabak alsnog werd uitgesloten. Moet je je eens voorstellen wat er in de toekomst mogelijk is als we met veel kleintjes een grote vuist gaan maken …”
Was dit nuttig?