
Compensatie voor mogelijke daling van de pensioengrondslag
Cao-partijen hebben afgesproken dat gedurende de looptijd van de Cao voor het Verzekeringsbedrijf 2025-2026 werkgevers op ondernemingsniveau moeten nagaan of er sprake is van een daling van de pensioengrondslag van medewerkers per 1 januari 2025. Hiervan kan sprake zijn als de cao-franchise 1-op-1 wordt gevolgd. De cao-franchise is namelijk meer toegenomen dan de afgesproken cao-loonsverhogingen.
Als hierdoor sprake is van een daling van de pensioengrondslag, dient de werkgever passende compensatie aan te bieden gedurende de looptijd van de cao. Dit kan door het toevoegen van een reglementaire bepaling aan de pensioenregeling die het mogelijk maakt om de pensioengrondslag (tijdelijk) te bevriezen of door het hanteren van een lagere franchise dan de cao-franchise per 1 januari 2025.
Achtergrond besluit over gewijzigde franchise
Eerder is door cao-partijen besloten dat de cao-franchise per 1 januari 2025 gelijk is aan de wettelijke fiscaal minimale franchise. Ook is besloten dat de cao-franchise in de toekomst altijd minimaal gelijk moet zijn aan deze wettelijke fiscaal minimale franchise. Concreet betekent dit voor 2025 dat de franchise in de pensioenregeling maximaal gelijk mag zijn aan € 18.475,-. Maar een lagere franchise blijft ook toegestaan.
Cao-partijen hebben het besluit over de franchise genomen om fiscale problemen bij verzekeraars te voorkomen. In 2023 en 2024 was de cao-franchise namelijk lager dan de wettelijke fiscaal minimale franchise. Dat zorgde naast de fiscale problemen, ook voor een dispensatieprocedure bij de (cao)dispensatiecommissie Pensioenen. Deze commissie beoordeelde of de pensioenregeling op alle onderdelen minimaal gelijkwaardig was.
Cao-partijen gaan gedurende de looptijd van de cao in gesprek met elkaar over de toekomst van deze bepaling in de cao.