De ontvangst is meer dan hartelijk op het Bouwmeesterplein in hartje Gouda. Hij is op een zomerse dag samen met de fotograaf in de weer om dé perfecte plaat te schieten. Na het voorstellen volgt meteen zijn eerste grapje. “We zijn al klaar. Maar wat wil je, met zo’n fotogeniek persoon.”
De toon is gezet. Bouwmeester is een hartelijke en sprankelende persoonlijkheid. Hij praat makkelijk en maakt van zijn hart geen moordkuil. “Als kind hield ik al van plezier maken en kon ik met veel verschillende mensen overweg."
Geert Bouwmeester is sinds 2017 bestuursvoorzitter bij De Goudse, het familiebedrijf dat in 1924 door zijn opa is opgericht.
Na zijn studie Economie komt hij eerst bij herverzekeraar Swiss Re en later bij Stad Rotterdam terecht voordat hij bij De Goudse in dienst treedt.
Bouwmeester is getrouwd, heeft vier dochters en woont in Reeuwijk.
Op zijn kamer valt de ‘liefde voor Sparta’ meteen op. Voor zijn deur ligt een paarse mat, met daarop in witte letters: Welkom bij De Goudse, enthousiaste hoofdsponsor van Sparta! Aan de muur drie shirts in twee lijstjes. Rechts het uitshirt van het afgelopen jaar. En links twee rood-witte in een zwarte lijst. Het is het traditionele Sparta-tenue, met het embleem van De Goudse voorop.
Bouwmeester wijst. “Die met dat zwarte logo dateert uit de tijd dat we voor het eerst hoofdsponsor waren, van 1996 tot 2002, terwijl die andere van nu is. Met ingang van seizoen 2022-2023 zijn we weer hoofdsponsor.”
De kans om opnieuw hoofdsponsor te worden, kwam precies op het goede moment. “Sparta bestaat dit jaar 135 jaar en wij vieren volgend jaar ons 100-jarig bestaan. Dat leek ons een mooi moment om de partijen weer te koppelen. Wij hebben veel affiniteit met elkaar. Over en weer. De Goudse knokt met beperkte inhoud en middelen tegen vaak beursgenoteerde ondernemingen als Nationale-Nederlanden, Achmea en a.s.r. Sparta doet hetzelfde en bokst tegen Feyenoord, Ajax en PSV op. Wij hebben genoeg medewerkers die voor Feyenoord zijn. Of voor Utrecht. Of ADO Den Haag. Maar uiteindelijk kijkt iedereen na elke speelronde ook even wat Sparta heeft gedaan.”
"De Goudse knokt met beperkte middelen tegen NN, Achmea en a.s.r. Sparta doet hetzelfde, maar dan tegen Feyenoord, Ajax en PSV"
Volgens Bouwmeester heeft ‘heel Nederland sympathie voor Sparta’. “Het is een mooi merk.” Zelf is hij inmiddels lid geworden van de supportersvereniging, maar hij benadrukt een paar keer in het gesprek dat het sponsorschap wel degelijk een zakelijke transactie is. “Zowel voor als na het seizoen meten wij onze naamsbekendheid. Onder onze belangrijkste doelgroep, ondernemers, is onze naamsbekendheid het afgelopen jaar gestegen met tien procent. Daarnaast hebben we ervoor gekozen om bij de invulling van het sponsorschap het maatschappelijke gezicht van De Goudse te laten zien. Ruim veertig procent van de ondervraagde ondernemers herkende dit, dat is mooi!”
Voetbal is nog steeds ontzettend populair en biedt daarmee een prima podium om je naamsbekendheid te vergroten. “Zeker dit seizoen hadden we geen klagen. Sparta draaide uitzonderlijk goed en het was een lang seizoen, met nog vier extra wedstrijden voor de Conference League die live zijn uitgezonden. Wij hebben heel veel exposure gekregen voor ons geld. De naam van De Goudse kwam vaak volop in beeld.”
Voor een ‘simpele’ autoverzekering zal het niet meer klanten opleveren, denkt Bouwmeester. “Maar bij een levensverzekering weten we dat het helpt als mensen je merk al kennen.”
Het seizoen is inmiddels ten einde. Sparta eindigde in de eredivisie als zesde en miste tijdens de play-offs op een haar na de kans om komend seizoen Europees voetbal te spelen. Elke thuiswedstrijd was Bouwmeester van de partij. De Goudse heeft een businessbox met 26 stoelen. “Vroeger namen we vaak adviseurs mee, maar dat doen we niet meer. We hebben genoeg businesspartners die graag meegaan. Ook nodigen we geregeld een afdeling uit die het heel druk heeft gehad, bijvoorbeeld na een stormschade. Of een collega die een bijzondere prestatie heeft geleverd.”
Hij pakt zijn telefoon en scrollt er snel doorheen. “Hoe vind je dit dan? Mijn moeder van 87, mijn vader van 89 en mijn dochter op een rijtje in de sponsorbox. Mooi toch?”
Zijn stem wordt zachter als hij over zijn ouders praat. “Ik prijs me gelukkig dat ik ze allebei nog heb en fiets geregeld bij ze langs. Even een kop koffie of een glaasje. Mijn ouders hebben nooit enige druk op me uitgeoefend. Ik mocht doen wat ik wilde. Als ik taxichauffeur was geworden, was dat ook prima geweest.”
Het werd een studie economie in Rotterdam. Tijdens zijn studie wordt de interesse voor verzekeringseconomie steeds groter. “Kennelijk kruipt het bloed toch waar het niet gaan kan. Uiteraard heb ik in die tijd veel van mijn vader geleerd. Het ging, soms tot ergernis van mijn moeder, bij ons thuis steeds vaker over verzekeren, ondernemen en over De Goudse.”
"Mijn ouders hebben nooit enige druk op me uitgeoefend. Als ik taxichauffeur was geworden, was dat ook prima geweest"
Bouwmeester krijgt meer en meer interesse in het verzekeringsvak en komt na zijn studietijd eerst bij herverzekeraar Swiss Re in Londen en later bij Stad Rotterdam terecht. “Ik ben nog aangenomen door Jos Baeten en Carlo de Swart op de afdeling inkomensverzekeringen. Nooit een greintje spijt van gehad.”
Hij koos heel bewust voor een start buiten het familiebedrijf. “Ik wilde liever eerst ervaring elders opdoen. En zeker achteraf durf ik de stelling wel aan dat de kans op succes in een familiebedrijf groter is als je eerst ergens anders hebt gewerkt.”
Het feit dat Bouwmeester thuis nooit enige druk heeft ervaren om een rol in het familiebedrijf te vervullen, heeft hem gevormd. “Ik geef mijn collega’s veel ruimte, maar die ruimte wil ik zelf ook. Ik kan makkelijk delegeren en geloof in vrijheid. Zo heb ik geregeld bila’s met de directeur van De Zeeuwse die verantwoording aan mij aflegt, maar verder bemoei ik me er niet mee. Hij kan dat prima zonder mij. Er wordt mij vaak gevraagd wat voor soort bestuurder ik ben. Ik antwoord dan altijd dat ik hoop dat de medewerkers mij gewoon als collega zien.”
In een eerder interview heeft Bouwmeester wel eens gezegd “dat niet alles op jouw manier hoeft. Zeker als het in het belang van de klant is, kun je de regels veranderen”. Hij knikt driftig. “Klopt nog steeds. Ik zie altijd kansen. Ik heb liever dat een slecht idee heel goed wordt uitgevoerd dan andersom. Dat laatste wordt sowieso niks.”
"Niet alles hoeft altijd op jouw manier. Zeker als het in het belang van de klant is, kun je de regels veranderen”
De Goudse is een familiebedrijf. De aandelen zijn in handen van zo’n vijftien familieleden, waaronder de vier dochters van Bouwmeester. “Mijn dochters zijn de vierde generatie aandeelhouders. Zij hebben sinds hun 18e één aandeel en volgen een intern educatief leerprogramma, zodat ze De Goudse en de verzekeringsbranche beter leren kennen. Ik vind dat ze een bepaald voorrecht hebben als aandeelhouder en dan moeten ze wel een beetje weten waar het over gaat.”
Dan lachend: “Ze zitten ook bij vergaderingen en mogen lastige vragen stellen, maar dat valt tot nu toe erg mee.”
Bouwmeester is sinds 2017 de hoogste baas en is geregeld op overnamepad geweest. “We hebben een aantal maatschappijen overgenomen, waaronder De Leidsche en het Anker. Daarnaast zijn we de nodige samenwerkingen aangegaan. Bijvoorbeeld met Midglas en Sazas. En we kijken altijd goed om ons heen.”
Groei is bittere noodzaak, meent hij. “De kosten stijgen en grote maatschappijen zijn zo groot geworden dat ze heel efficiënt kunnen werken en de kosten kunnen drukken. Wij mogen best iets duurder zijn, maar het verschil mag niet te groot worden, want dan missen we de boot.”
De Goudse heeft nu een miljard euro omzet per jaar en biedt, inclusief dochtermaatschappijen, werk aan zo’n 1.500 medewerkers. Toch wordt het bedrijf nog steeds gezien als een kleine(re) maatschappij. Het doet Bouwmeester niet zoveel. “Al zolang we bestaan, wordt er gezegd dat we te klein zijn voor het tafellaken en te groot voor het servet. Het zal wel. We bestaan in 2024 honderd jaar en misschien komen er nog wel honderd bij.”
Het verschil tussen een gewone maatschappij en een familiebedrijf zit ’m vooral in de betrokkenheid, denkt Bouwmeester. “Houd me ten goede hé, ik heb het prima naar mijn zin gehad bij Stad Rotterdam, maar toch denk ik dat de betrokkenheid bij een familiebedrijf groter is. Er is meer trots en passie.”
"Al zolang we bestaan, wordt er gezegd dat we te klein zijn voor het tafellaken en te groot voor het servet. Het zal wel!"
Het geheim van De Goudse zit in de toegevoegde waarde, meent Bouwmeester. “Wij behandelen onze klanten zoals we zelf behandeld willen worden. Zeker als er een grote schade is, willen we er heel graag voor de klant zijn en onze toegevoegde waarde laten zien. Wij zijn streng in ons acceptatiebeleid, maar als er iets is, moeten we wel thuis geven.”
Hij geeft een voorbeeld. “Op een gegeven moment stonden we op het punt een schade af te wijzen, omdat iemand vijftien jaar geleden een goedkeuringsrapport voor een elektrische installatie niet had aangeleverd. Die man was vijftien jaar bij ons verzekerd. Als ik het idee heb dat ik belazerd word, zit ik er heel strak in, maar dit vond ik niet kunnen. We moeten streng zijn bij de deur en zorgen dat het goed is geregeld, maar je kunt niet na vijftien jaar zeggen: sorry, we hebben dat rapport nooit ontvangen. Dan hadden we daar gelijk achteraan moeten gaan en niet pas als er een schade is.”
In 1924 is De Goudse opgericht, door ‘opa’ Geert Bouwmeester. “Hij was toen 22. Ik vind dat heel bijzonder. Toen ik 22 was, studeerde ik, dronk bier, tenniste zo nu en dan en dat was het wel. Hij begon zijn eigen verzekeraar. Ik denk dat hij het prachtig zou hebben gevonden dat we bijna honderd jaar bestaan.”
De vergelijking tussen zijn opa en zijn vader die beiden jarenlang aan het hoofd van De Goudse hebben gestaan, is snel getrokken. “Mijn opa was veel traditioneler, meer van de oude stempel. En natuurlijk was het een andere tijd, maar hij maakte ook minder onderscheid tussen privé en zakelijk. Hij kocht bijvoorbeeld een keer een Oudhollandse molen. Die ging hier de beleggingsportefeuille in, terwijl je je kunt afvragen of het wel zo’n goede belegging was. Hij vond dat leuk en deed het gewoon. Dat onderscheid tussen zakelijk en privé heeft mijn vader er al veel meer in gebracht, maar dat is in de loop der jaren alleen maar strikter en strenger geworden. Als ik nu zo’n grapje zou uithalen, heb ik echt wel wat uit te leggen.”
"Ik denk dat mijn opa het prachtig zou hebben gevonden dat we bijna honderd jaar bestaan"
Jaren geleden is Bouwmeester in het huis van zijn ouders getrokken. “Mijn moeder kon nauwelijks meer de trap op. Dus ik had al een paar keer gezegd dat ze voor een lift in huis moesten zorgen, maar ze hebben een kilometer verderop een appartement gekocht. Wij hebben toen hun huis gekocht en helemaal verbouwd. Het is echt geweldig geworden. We wonen in Reeuwijk, aan de plassen, en hebben een klein zeilbootje voor de deur. Leuk, maar eerlijk gezegd ben ik wel een mooi-weer-zeiler. Zoals vandaag, zonnetje, lekkere temperatuur en een windkracht 3. Ideaal.”
Ooit hoopt hij een wereldreis te maken, maar dan het liefst met een motorboot. “Heerlijk, met een groep op pad. Honderden kilometers uit de kust, rust en ruimte. Je hoort niks en je ziet niks. Echt een avontuur. Het maakt me ook niet veel uit wie er allemaal meegaan, als er maar een technicus aan boord is. Want ik kan wel wat, maar ik kan niet zomaar een motor repareren en er gaat onderweg natuurlijk van alles kapot.”
Bouwmeester is geen man van franje, maar als De Goudse volgend jaar 100 wordt, pakt hij uit. “Natuurlijk gaan we dat vieren. Het wordt een groot feest, met alle medewerkers, gepensioneerden en onze aandeelhouders. Al die vijftien stuks.” Een vette knipoog volgt. “Wij zijn een van de laatste familiebedrijven in verzekeringsland. Dat willen we zo lang mogelijk blijven. We hebben er plezier in. En we zijn succesvol. Ik hoop ook dat Sparta onafhankelijk blijft en zich niet laat verleiden tot verkoop aan een of andere rijke oliesjeik. Liever met hart en ziel ergens aan bezig zijn dan je te laten leiden door geld. Er is meer dan geld in het leven.”
(Tekst: Miranda de Groene - Fotografie: Ivar Pel)