Skip to Content
Alt tekst

“Hitte is een sluipmoordenaar”

Ze was twintig jaar lang het gezicht van het weerbericht op RTL4, maar heeft gekozen voor een nieuwe uitdaging. Margot Ribberink is nu fulltime bezig met duurzaamheid en klimaat, omdat ze een missie heeft. Ze wil de massa in beweging krijgen om anders te gaan leven, maar dat moet stapje voor stapje. “Dat lukt niet met één gesprek.”

Ribberink is de keynote speaker op de 2e Klimaatwerkconferentie die bij het Verbond plaatsvindt. Aan alles is te merken dat ze zo’n twintig jaar voor de camera’s heeft gestaan. Ze presenteert en praat makkelijk. In een razend tempo gaat ze door haar presentatie heen, waarin ze onder meer de nadruk legt op het gevaar van hitte. “De nacht van 24 juni was de warmste juninacht ooit. Het is onmiskenbaar. Het aantal warme en tropische dagen stijgt maar door. We krijgen met meer hittegolven te maken, die ook nog eens langer gaan duren. Dat is niet zonder risico.”

Ze laat vervolgens een plaatje zien van een artikel uit De Telegraaf van dinsdag 30 januari 2007. Onder de kop Zomerhitte vierde ramp wereldwijd staat een grafiek waaruit blijkt dat er in de zomer van 2006 duizend doden zijn gevallen in Nederland. “Vooral tachtigplussers zijn heel kwetsbaar voor hittestress”, vertelt Ribberink. “Wij gaan zweten om de warmte kwijt te raken, maar bij ouderen en chronisch zieken komt die afkoeling niet goed op gang. Hitte is echt een sluipmoordenaar.”

In gesprek met

Dit is het zevende gesprek in een reeks van interviews met een belangrijke stakeholder over een actueel thema. In deze In gesprek met … komt voormalig weervrouw Margot Ribberink aan het woord.

Ribberink heeft begin dit jaar het roer omgegooid en houdt zich nu fulltime bezig met het klimaat en duurzaamheid. Ze is ervan overtuigd dat “die anderhalve graad nog steeds haalbaar is. Als we massaal alles op groen zetten. Vanaf nu!” Zelf heeft ze het vliegen voorlopig afgezworen, laat ze de auto zoveel mogelijk staan en heeft ze haar eetpatroon aangepast.

Eerdere interviews in deze reeks zijn verschenen met Brenno de Winter (over ICT-beveiliging), Mireille Hildebrandt (over Big Data), Marjolein ten Hoonte (over de arbeidsmarkt), Hans de Moel (over het klimaat), Theo Kocken (over pensioen) en Edgar Karssing (over solidariteit).

Je hebt achter tornado’s gejaagd en bijna dertig jaar bij MeteoGroup gewerkt. Wat heb jij met het weer?

“Ik ben een natuurmens. Op mijn achttiende ben ik biologie gaan studeren, maar eind jaren tachtig was daar geen droog brood mee te verdienen. Toen kwam het eerste commerciële weerbureau in ons land dat op zoek was naar meteorologen. Ik vond het weer altijd al leuk, heb gesolliciteerd en ben aangenomen. Televisie was eerlijk gezegd nooit mijn ambitie, maar al vrij snel nadat ik in dienst trad, vond Harry Otten dat ik wel eens een screentest kon doen. En voor ik het wist, was ik op de buis te zien als de eerste weervrouw van Nederland.”

En die tornado’s?

“Dat is lastiger uit te leggen. Ik ben in 2004 voor het eerst naar Amerika geweest. Een tornado heeft iets filmisch. Het lijkt niet echt. Die krachten van de natuur en in de atmosfeer zijn zo overweldigend. Dat intrigeert me enorm. In de afgelopen weken zat ‘mijn’ team daar. Dan mis ik het tornadojagen wel. Ik was zelfs een beetje jaloers, maar verantwoord en duurzaam leven doet soms ook een beetje pijn.”

Hoe bedoel je?

“Ik vlieg niet meer. Zeg niet nooit, maar voorlopig dus niet. Ik ben een fan van tornado’s en het weer is mijn passie, maar het klimaat is nóg belangrijker.”

Wanneer heb je de overstap gemaakt van het weer naar het klimaat?

“End december had ik mijn laatste uitzending, maar eigenlijk zijn er twee momenten in mijn leven geweest die me nog heel helder voor de geest staan. De eerste was toen ik An Inconvenient Truth van Al Gore zag in 2006. Ik was niet alleen geraakt, maar ook erg bezorgd. Wat gebeurt er op onze aarde? Ik heb me meteen na afloop van die film afgevraagd wat ik kan doen. Het andere moment waarop ik dacht dat het echt anders moet, was toen ik als ambassadeur van Cordaid in Ethiopië was. Daar was in tien jaar tijd geen druppel regen gevallen. Op dat soort momenten wil je maar één ding: naast de noodhulp moet het roer om in de wereld en daar moeten we allemaal ons steentje aan bijdragen.”

"Ik ben een fan van tornado's, maar het klimaat is belangrijker"

De hamvraag is hoe?

“Iedereen moet op zijn eigen manier met het klimaat in de weer zijn. En met kleine stapjes beginnen. Ik ben zelf begonnen met mijn eetpatroon. Ik ben vegetarisch gaan eten en eet nu ook minder zuivel en eieren, omdat dat heel belastend is voor het klimaat. Mij kost dat geen enkele moeite, maar iemand die graag vlees eet, zou eens kunnen beginnen met één dag in de week geen vlees te eten. Ik ben ervan overtuigd dat we alleen zonder vooroordelen en met een positieve boodschap het menselijk gedrag kunnen beïnvloeden. Daarom ben ik ook klimaatpsychologie gaan studeren.”

Klimaatpsychologie?

“Er zijn al heel wat boeken verschenen over klimaatpsychologie, die je simpelweg leren hoe je mensen in beweging krijgt. Vergis je niet: de transitie zit compleet tussen onze oren. Dat we niet willen veranderen, heeft namelijk alles te maken met ingeslepen patronen. Het is gewoon lastig om gedrag te veranderen. Leg maar eens uit waarom mensen niks doen, totdat de buurman zonnepanelen op zijn dak legt. Dan komen ze ineens wel in actie. Tot nu toe heb ik geleerd dat we de massa alleen in beweging krijgen als het van binnenuit komt. De intrinsieke motivatie moet kloppen. Dat lukt niet in één gesprek.”

De NRC luidde pas de noodklok. Het artikel begint met The Guardian die het woord klimaatverandering niet meer gebruikt, maar het heeft over klimaatcrisis of -ineenstorting? Terecht?

“Ja. De titel van dat stuk (Het eerlijke verhaal is dat we ongelofelijk diep in de shit zitten) is helemaal waar. Communicatie is zo ontzettend belangrijk. Kijk maar naar de negatieve verhalen die in het begin zijn verspreid. Hoe meer negatieve beelden er van de Noordpool, smeltende ijskappen en ijsberen werden getoond, hoe negatiever mensen werden. Negatieve verhalen leiden niet tot actie. Het is veel beter om uit te leggen wat mensen zelf kunnen doen. Ik heb eens een ‘weerbericht’ gepresenteerd over zonnepanelen. Wat levert het op? Wat kun je zelf doen? Het bieden van een handelingsperspectief geeft mensen hoop. Helemaal als je er ook nog een beetje humor bij doet.”

Hoe slecht is het met ons klimaat gesteld?

“Heel slecht. We krijgen door de hoge temperaturen in de stad, waar het door al dat beton nog zo’n acht graden warmer is dan op het platteland, ook te maken met meer zomersmog. Daarnaast moeten we rekening houden met een toename van teken, en daarmee dus ook met de ziekte van Lyme, de eikenprocessierups en de pollen in de lucht. In Amerika groeit de Ambrosia heel hard. Dat is dé hooikoortsplant, die we er gratis en voor niks bij krijgen. En dan heb ik het nog niet gehad over droogte, verzilting, schade aan de natuur, bosbranden, verzakkingen van huizen door de lage grondwaterstanden, meer extreme regen-, hagel- en onweersbuien en noem maar op. Als we op dezelfde voet doorgaan, wordt het echt een enorme puinhoop.”

Negatieve verhalen leiden niet tot actie

Waar maak jij je de meeste zorgen over?

“Dat is een combinatie van natuur, weer en mens. Die kun je niet los van elkaar denken. En dat er nog steeds mensen zijn die niet door hebben dat we zelf de oorzaak zijn van deze crisis, vind ik misschien wel het allerergste.”

Wat doe je zelf?

“Veel kleine dingen. Ik heb nog steeds een dieselauto, maar laat die zoveel mogelijk voor de deur staan. De treinen in ons land rijden op windenergie, dus dat is een heel schoon alternatief. En ik heb een elektrische fiets. Voor mijn gevoel heb ik niks ingeleverd, maar wel veel teruggekregen. Ik fiets vaker, ben meer buiten en geniet van de natuur. Daarnaast heb ik veel meer aandacht voor eten, doordat ik geen vlees en een paar dagen per week geen zuivel en eieren eet. En ik vlieg niet meer. In eerste instantie vond ik dat ik mijn passie als tornadojager heb opgegeven, maar zelfs daar denk ik nu anders over. Tornadojagen is namelijk een dure hobby en ik houd nu zoveel geld over dat ik straks twee maanden lang vakantie kan vieren. Dat is trouwens ook de les die ik zelf heb geleerd: iedereen moet het doen in zijn eigen tempo en elk klein stapje is er één.”

Doet de financiële sector genoeg?

“Nee, dat denk ik niet. Als ik zo her en der proef en ruik welke vragen er leven, is er nog veel meer mogelijk. Met name in de handprint en de keuzes die je als individueel bedrijf maakt. Ik zou wel eens een dagje bij bedrijven mee willen lopen om ze erop te wijzen welke acties ze nog meer kunnen nemen. Ik doe dat nu al geregeld via de Stichting Klimaatgesprekken en ga met bedrijven om de tafel om te kijken hoe ze hun eigen onderneming duurzamer kunnen maken. Bijvoorbeeld door het aanbod in de kantine aan te passen of het wagenpark te vergroenen. Soms kan het heel simpel zijn om duurzamer te opereren.”

Wat is de rol van de financiële sector?

“De sector speelt vooral een grote rol in de hele transitie die sowieso veel geld kost, maar als we niks doen, kost het nog veel meer. We moeten van onze fossiele verslaving af en ik denk dat de financiële sector de sleutel daarvoor in handen heeft. Een footprint is tegenwoordig heel gewoon voor bedrijven als het gaat om de CO2-uitstoot en terecht. Meten is weten. Ik heb wel eens uitgerekend dat een retourtje Amsterdam-New York gelijk staat aan duizend Big Mac's. Maar dus ook aan vijf jaar ledverlichting in huis. Overigens vind ik dat niet alleen de financiële sector of het bedrijfsleven, maar wij allemaal verantwoordelijk zijn voor de CO2-uitstoot. Particulieren kunnen ook een test doen voor hun eigen footprint (bijvoorbeeld via Verborgen Impact of het WNF). Voor de meeste mensen werkt die footprint als een eyeopener om het anders te gaan doen.”

Een retourtje Amsterdam-New York staat gelijk aan duizend Big Mac's

En wat is de rol van verzekeraars?

“Ik ben heel nieuwsgierig wat verzekeraars voor data hebben. En hoe die past bij de data van meteorologen. Laat ik een voorbeeld noemen. Op 4 juni trok er een heel actieve buienlijn over ons land die niet alleen veel regen en onweer, maar ook hagel en wind met zich meebracht. Een tornado heeft helaas ook ons huis geraakt, waardoor er weinig meer over is van ons rieten dak en alle bomen zijn omgewaaid. Het is bizar dat ik, als tornado-fan, nu zelf werd getroffen, maar ik ben op onderzoek uitgegaan. Naast mijn boerderij is er aanzienlijke schade toegebracht aan een rij huizen in Rheden. Gek genoeg was er aan de andere kant van de weg totaal geen schade. Dat maakte me nog nieuwsgieriger wat dat tornadospoor heeft opgeleverd. Het bleek te gaan om een heel smal spoor, van zo’n 50 meter breed, maar wel honderd kilometer lang. En hoewel het nog steeds heel lastig is om dat soort extreme buien exact te voorspellen, zal de rol van verzekeraars met name in de preventieve sfeer zitten. Wat kun je zelf doen om schade rondom je huis of gewassen te voorkomen?”

Zijn verzekeraars nu niet te lief? Moeten ze strenger worden in bijvoorbeeld het acceptatiebeleid? Onder de noemer als jij alleen tegels in je tuin legt, moet je ook maar meer premie betalen?

“Daar geloof ik niet in. Dan zit je weer in een negatieve in plaats van positieve boodschap. Ze kunnen wel meer stimuleren in plaats van dwingen. Het klimaat kun je ook leuk maken. Kijk maar naar de campagne die Klaverblad heeft gevoerd om meer groen in de tuin te krijgen.”

Wat zou je verzekeraars willen meegeven?

“Dat ze klanten moeten stimuleren om drie dingen anders te gaan doen: anders eten (meer planten), overstappen op echte groene stroom en anders gaan reizen. Daarnaast kunnen verzekeraars veel impact hebben met hun geld, maar ik vraag me af of ze ook precies weten waar hun geld zit. Begin dit jaar hebben 22 rijke Nederlanders hun investeringen in olie, gas en kolen teruggetrokken. Zij wilden een duidelijk signaal afgeven richting de fossiele industrie. De totale waarde van die investeringen was zo’n 200 miljoen euro. Moet je je eens voorstellen wat het effect zou zijn als verzekeraars dat doen?”

(Tekst: Miranda de Groene - Fotografie: Ivar Pel)

Verzekeraars kunnen veel meer impact hebben met hun geld