Ira Helsloot is hoogleraar Besturen van veiligheid aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Hij houdt zich onder meer bezig met onderzoek naar proportioneel veiligheidsbeleid en crisisbeheersing. In het afgelopen jaar heeft hij zich regelmatig kritisch uitgelaten over het coronabeleid van de overheid. “Het is te ad hoc. We hebben honderd miljard euro uitgegeven en daar is onvoldoende over nagedacht.” Als wetenschapper deelde Helsloot een aantal belangrijke inzichten over proportioneel beleid tijdens het openingswebinar van de Week van het Veilig Ondernemen, die het Verbond voor de eerste keer organiseerde.
“Ik wilde daarmee duidelijk maken dat ik ook maar een mens ben en soms ondoordachte dingen doe. Onze poes (Igor) was in een boom geklommen en ik voelde me gedwongen om in actie te komen. Ik pakte een ladder, zette die tegen de boom en toen ik vlakbij hem was, klom hij nog wat hoger om vervolgens aan de andere kant naar beneden te lopen. Op dat moment realiseerde ik me dat ik een extra risico had genomen voor een niet-bestaand probleem. Er is namelijk nog niet heel vaak een uitgehongerde kat in een boom teruggevonden.”
“Zeker, maar veel belangrijker is dat ongevallen vroeger als een ‘act of God’ werden gezien, terwijl ze nu koste wat het kost moeten worden voorkomen. De eerste stap van een eigen schuld dikke bult- naar een risicocultuur was nog wel een goede. We pakten de grootste risico’s aan en die liggen vaak buiten de mogelijkheden van mensen om ze zelf te beheersen. Maar grofweg sinds de jaren negentig zijn we een stap verder gegaan naar een nieuwe schuldcultuur. Nu is altijd de overheid de schuldige en lijken zelfs de kleinst risico’s niet meer aanvaardbaar.”
“Een van de gevolgen is dat we vooral aandacht hebben voor wat ik de exotische risico’s noem. Dat zijn de ongelukken die de krant halen. Je kunt platgezegd beter in een ramp doodgaan, want dan wordt er beter voor je nabestaanden gezorgd. Als je jezelf dood rijdt tegen een boom, is dat te ‘gewoon’. We hebben een bizar soort Frankenstein’s monster gecreëerd.”
"We hebben een bizar soort Frankensteins monster gecreëerd"
“Ons veiligheidsbeleid faalt, en wel door vier O’s. De eerste staat voor een Ondoorzichtig beleid. We kennen de kosten en de baten niet van ons beleid. De tweede O is van Onevenwichtigheid, die daar het gevolg van is. We zetten ons geld vaak niet in op de meest zinvolle plekken. De derde O slaat op Onrechtvaardigheid. Als slachtoffer van een ramp krijg je meer aandacht dan als slachtoffer van een gewoon ongeluk. De vierde en laatste O is misschien wel de belangrijkste. Het beleid is Onuitvoerbaar. Op papier staat ‘veiligheid boven alles’, maar degenen die ermee moeten werken, hebben eigenlijk niks concreets in handen, want elke handeling brengt weer risico’s met zich mee. Het veiligheidsbeleid is pure symboliek geworden.”
“Zo zou je het kunnen stellen. Het is in de praktijk uitermate ingewikkeld voor een overheidsdienaar geworden om het beleid uit te voeren. Hoe stoer moet hij wel niet zijn om risicovol te adviseren als hij weet dat alles in de media is terug te vinden als er iets misgaat? Sterker nog, als het misgaat, wordt hij persoonlijk aangesproken voor het ongeval. Wat heeft een overheidsdienaar dan te winnen bij een redelijk veiligheidsadvies? Niks toch? Kijk naar ons brandveiligheidsbeleid: wat heeft een individuele preventiemedewerker van de brandweer eraan om in te stemmen met een niet-standaard oplossing? Onze conclusie als wetenschap is dan ook dat je van de overheid geen redelijk veiligheidsbeleid kunt verwachten. We moeten het echt anders inrichten.”
“Het korte antwoord is dat we het veiligheidsbeleid zo subtiel moeten inrichten dat redelijkheid ook gaat lonen. Een voorbeeld van een slimme oplossing die zo werkt, heeft zich decennialang al bewezen: het verzekeren van risicoaansprakelijkheid. Jij doet een bepaalde activiteit en als het misgaat, zijn de gevolgen automatisch voor jou. Je moet je daarom ook verplicht verzekeren, al is het maar omdat de boefjes en onwetenden anders het risico ‘nemen’ dat het misgaat en dan simpelweg failliet gaan.”
“Meer verzekeringen kunnen inderdaad helpen om tot een redelijk en gebalanceerd veiligheidsbeleid te komen. Vergis je niet. Verzekeraars zullen een enorme druk voelen om het niet te onveilig te maken, want ongevallen kosten verzekeraars geld. Aan de andere kant zit er ook een incentive in om het niet té veilig te laten zijn, want dat levert ook weer onnodig veel kosten op.”
“De Franse bouw is een mooi voorbeeld. Als je in Frankrijk iets wilt laten bouwen, mag dat. De overheid bemoeit zich daar nauwelijks mee, mits je bent verzekerd. Het is in Frankrijk dus niet de overheid, maar de verzekeraar die oordeelt of jouw bouwplan deugt en dat maakt de bouw daar niet onveiliger dan bij ons. Sterker nog, tien jaar na het bouwen ben je als bouwer nog steeds aansprakelijk voor eventuele schade. In ons land vind ik het bulkvervoer van gevaarlijke stoffen een goed voorbeeld. Wat er ook gebeurt, de vervoerder is risicoaansprakelijk tot een bedrag van tien miljoen euro. Hij is daarvoor ook verplicht verzekerd. Die verzekeraar kijkt goed naar de grote transportbedrijven die hij in portefeuille heeft. Feitelijk doen verzekeraars dus de controle op de veiligheid van het bulkvervoer en ook dat werkt goed. Er vinden weinig tot geen incidenten plaats. Verzekeraars weten als geen ander waar de risico’s zitten en kunnen een markt dwingen om veilig(er) te ondernemen.”
“Nee, er zijn zeker punten van aandacht. Ik noem er één. Dat is dat verzekeraars zich bij startende ondernemers wat meer mogen laten gelden. Zo’n starter heeft nog een relatief klein risico, maar heeft vaak ook geen benul van veiligheid. De verzekeraar vindt alles wel goed, maar ineens merkt de ondernemer als hij groeit dat hij nieuwe grote risico’s loopt. Denk bijvoorbeeld aan cyberrisico’s. Dan gaat de verzekeraar opeens extra eisen stellen. Of hij komt met kleine lettertjes. Ik zou het veel mooier vinden als verzekeraars die beginnende ondernemers meer onder hun hoede nemen. Maatschappelijk ondernemen houdt ook in dat je op de juiste momenten echt helpt en beginnende ondernemers met raad en daad bijstaat.”
"Verzekeraars kunnen een markt dwingen om veilig(er) te ondernemen"
“Als een verzekeraar een risico als onverzekerbaar bestempelt, omdat het risico te groot wordt geacht, dan is dat wellicht een teken dat er echt iets mis is. Misschien moeten we ons als samenleving in een dergelijk geval ook achter de oren krabben en concluderen dat het risico simpelweg te groot is.”
“Geothermie zou zo’n risico kunnen zijn. Misschien moeten we er alleen aan beginnen als de exploitant verplicht is verzekerd. En als er geen verzekering is te krijgen, bijvoorbeeld omdat de ‘geothermieput’ onder een stadskern ligt, dan moeten we ons wellicht afvragen of we überhaupt geothermie onder onze stadskernen willen hebben.”
“Ja, en? Ik zou dat niet erg vinden. Kijk eens naar het Bouwbesluit, dat ooit is gemaakt, zodat een gebouw voldoende veilig is. In de praktijk is het nu echter zo dat overheidsdienaren geen enkel risico willen lopen en dus strikt binnen de standaardoplossingen willen blijven. Het kan en mag niet anders, terwijl de wet juist veel flexibiliteit biedt. Als verzekeraars het voor het zeggen zouden hebben, wordt de toepassing van de wet een stuk flexibeler, terwijl het beleid nog steeds voldoende veilig is.”
“Waarom zou een verzekeraar niet en de overheid wel als boeman moeten fungeren? Ik zou zo’n risicoafweging liever bij de ondernemer en zijn verzekeraar willen neerleggen. Als zij samen een risico acceptabel vinden, wie zijn wij dan om te zeggen dat het niet kan? Verzekeraars kunnen helpen om Nederland veiliger te maken, maar dan moeten ze eerlijk gezegd ook wat doen aan hun eigen voorwaarden. Als er domme regels zijn, moeten ze die terugdraaien. Neem het feit dat je een brandblusser in huis moet hebben als je een brandverzekering wilt afsluiten. Iedereen weet dat zo’n brandblusser niet helpt. Het is een onzinnige eis en ik zou verzekeraars daarom willen aanraden om die eis te laten vervallen. En wat het Bouwbesluit betreft: als je de overheid nu om extra regelgeving vraagt, moet je over vijf jaar niet mopperen dat de overheid inflexibel is. Los het dan nu meteen zelf op.”
(Tekst: Miranda de Groene - Fotografie: Ivar Pel)