“Innovatie in mobiliteit is zowel een uitdaging als een oplossing. Als we de juiste keuzes maken, onze krachten bundelen en onze kennis delen, hebben we de goede strategie te pakken.”
Dat zei Verbondsdirecteur Geeke Feiter afgelopen dinsdag bij een event van het Waarborgfonds en Nederlands Bureau (van de Vereende). Ze sprak tijdens het seminar Hoe ziet de toekomst van mobiliteit in Europa er over tien jaar uit? en schetste voor een volle zaal in het Haagse Babylon het Nederlandse perspectief op het verzekeren van (auto)mobiliteit.
Ze begon haar verhaal heel treffend met haar eigen blik op ons land. Denkend aan Holland zie ik breede rivieren traag door oneindig laagland gaan, rijen ondenkbaar ijle populieren als hooge pluimen aan de einder staan. Deze eerste zin van het gedicht van Hendrik Marsman uit 1936 is volgens haar heel vredig. “Het gaat over het Nederlandse landschap, met een verwijzing naar de dreiging van overstroming die tegenwoordig trouwens meer top of mind is dan negentig jaar geleden. Maar als ik aan een typisch Nederlands landschap denk, dan denk ik aan tulpen. Mensen bleven vroeger veel dichter bij huis. Ze woonden op hun boerderij of dicht bij de fabrieken waar ze werkten. Er waren ook niet veel auto’s, in 1927 waren het er zo’n 41.000. Het transport was beperkt en het leven vrij overzichtelijk.”
“Als ik aan een typisch Nederlands landschap denk, dan denk ik aan tulpen. En aan fietsen”
Maar ons land is ook een fietsland. We fietsen veel. In de natuur, maar ook in de drukke stad. “En dat kan best ingewikkeld worden, met al die verschillende soorten fietsen”, aldus Feiter. “Er is discussie over snelheid, veiligheid en wel of geen helm op. Het dragen van een helm kan de hersenschade met bijna 65 procent verminderen. Het verplicht stellen zou een makkelijke oplossing zijn, maar dat is niet erg Nederlands, gezien onze poldermentaliteit. Wij proberen altijd een compromis te vinden. Dat kost vaak veel tijd, maar als er eenmaal een beslissing wordt genomen, is het draagvlak wel gegarandeerd. Daarom bundelen wij onze krachten en proberen we mensen ervan te overtuigen een helm te dragen.”
Nederlanders houden dus van fietsen, maar hoe verhoudt zich dat tot de andere manieren van reizen? Feiter gaf tijdens haar presentatie ook wat cijfers weg. In ons land, met achttien miljoen mensen, leggen we samen zo’n 200 miljard kilometer per jaar af. Gemiddeld is dat 11.400 km per persoon per jaar. De auto staat bij ons op nummer 1 en de fiets op 2. Het vervoermiddel blijkt vooral per leeftijdsgroep te verschillen. We beginnen (bijna) allemaal als autopassagier, stappen op ons 12e over op de fiets, en later weer in de auto en trein als we gaan studeren. Om vervolgens onze professionele jaren in de auto te vertoeven, zodat we op ons 65e weer lekker kunnen gaan fietsen.
Feiter: “Ons aantal inwoners groeit. Bovendien worden we steeds ouder. Dat kan goed nieuws zijn voor het volume van de verzekeringspolissen, maar is het dat ook voor het aantal slachtoffers?”
In dit drukke veld van mobiliteit mogen verzekeraars hun werk doen. Dat levert de nodige uitdagingen op, meent Feiter. Ze noemde er vier in haar presentatie: verkeersslachtoffers, auto’s die steeds complexer worden, footprint en de verzekeringssector die nog vaak wordt gezien als tegenstander van het slachtoffer.
“Laten we beginnen met de slachtoffers, met de cijfers van de verkeersdoden in 2023. Het sterftecijfer onder automobilisten is aanzienlijk gedaald: van 543 in 2000 naar 194 vorig jaar. Fietsers staan nu op nummer 1 (van 233 in 2000 naar 270 in 2023). Er sterven meer fietsers dan automobilisten (39 tegenover 30 procent) in het verkeer en als we kijken naar ernstig lichamelijk letsel, stijgt het aandeel van fietsers zelfs tot zeventig procent.”
Feiter maakt zich zorgen. Onder meer over het aantal verkeersdoden. “Helaas komt het Instituut voor Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV) tot de conclusie dat het aantal verkeersdoden in de toekomst niet zal afnemen, terwijl het aantal slachtoffers met ernstig lichamelijk letsel juist sterk zal toenemen. In 2040 is dat aantal verdubbeld. Het aantal (oudere) fietsers blijft stijgen en dat betekent dat we aan de slag moeten. We richten ons al jaren op de veiligheid van passagiers in de auto en moeten onze focus verleggen.”
Volgens Feiter is er nog een wereld te winnen. “Uit SWOV-onderzoek blijkt dat veilige fietspaden, 30 km/uur-wegen en de fietshelm de veiligheid sterk vergroten. Alleen een fietshelm kan al honderd verkeersdoden en bijna 2.000 ernstig gewonden per jaar schelen.”
“Een fietshelm kan honderd verkeersdoden per jaar schelen”
De tweede uitdaging waar we voor staan, is de complexiteit van de technologie. “Nieuwe auto’s zitten vol met technologische snufjes en zijn veel complexer dan vroeger. Verzekeraars krijgen jaarlijks ongeveer 800.000 materiële claims, dus zonder lichamelijk letsel. Het repareren van die auto’s is kostbaar en vergt totaal andere vaardigheden.”
Feiter gaf een korte schets van de huidige auto-industrie. Er komen steeds meer nieuwe merken die zich vrijwel allemaal in hetzelfde segment begeven: volledig elektrische SUV-achtige auto’s. “We zijn al gewend aan Lynk & Co en BYD, maar let ook op Chery. Deze Chinese autobouwer lanceert volgend jaar maar liefst drie nieuwe automerken in Nederland. In verschillende prijsklassen en voor diverse doelgroepen, maar met opmerkelijke innovaties. Denk aan een drone die bij je auto wordt geleverd. De drone stijgt vanuit je kofferbak en vliegt vooruit om te kijken wat die file nou veroorzaakt of waar je nog een vrije parkeerplaats kunt vinden. Dat je in Nederland niet met een drone mag vliegen boven een weg van meer dan 60 km/uur lijkt slechts een detail. Zorg er daarom voor dat die drone in uw WAM-verzekering is opgenomen”, grapte Feiter.
De complexiteit wordt alleen maar groter, voorspelt ze. “Hoe meer merken er bijkomen, hoe groter de kans dat een van die merken uit Europa verdwijnt. Hoe blijven al die reparatiebedrijven op de hoogte van de juiste technische instructies? En zijn de onderdelen op tijd verkrijgbaar voor herstel? De nieuwe elektrische voertuigen brengen immers ook andere risico’s met zich mee. Hoe blus je een brand? Wij hebben in Nederland nu al dertig dompelcontainers en er ontstaan steeds meer discussies over het stallen van beschadigde elektrische voertuigen vanwege het brandgevaar. Verzekeraars willen die voertuigen niet naast een bedrijfspand en ze hebben gelijk. Maar wat dan? Krijgen wij straks te maken met centrale opslagweides?”
De uitdagingen zijn groot. Dat geldt ook voor de derde uitdaging: onze footprint. Feiter: “Ons wegverkeer droeg in 2022 voor zeventien procent bij aan de totale CO2-uitstoot. Bijna 57 procent daarvan werd veroorzaakt door personenauto’s en het aantal auto’s in ons land neemt snel toe. Dat geldt ook voor files die langer en zwaarder worden. Tegelijkertijd heeft Nederland (en de financiële sector) zich gecommitteerd aan de klimaatdoelen van Parijs: 49 procent minder broeikasgassen in 2030 (ten opzichte van 2019). Dat is niet vrijblijvend. De inspanningen van onze financiële sector worden continu gemonitord. Daarnaast krijgen de grote bedrijven te maken met een rapportageplicht vanuit CSRD, waarmee ze hun eigen footprint moeten verminderen.”
Een uitdaging voor verzekeraars, meent Feiter, omdat we graag deel willen zijn van de oplossing, maar ook financiële (minder schade) en sociale impact willen maken. Ze stelde de zaal de vraag hoe je om moet gaan met klanten die zich geen elektrisch voertuig kunnen veroorloven?
“Hoe moet een verzekeraar omgaan met klanten die zich geen elektrisch voertuig kunnen veroorloven?”
Het bracht haar bij de vierde en laatste uitdaging: het feit dat de verzekeringssector vaak nog wordt gezien als een tegenstander van het slachtoffer. Ze liet de beruchte foto van de enorme kettingbotsing in Zeeland zien. In dichte mist zijn in 2014 op de A58 ruim 150 auto’s op elkaar gebotst. De complexiteit van dat grote ongeval heeft ertoe geleid dat verzekeraars de schade van hun eigen klant(en) afhandelden, zodat klanten niet de dupe konden worden van een langdurige en complexe schadeafhandeling. “Dat schadeafhandelingsproces voor letsel is en blijft belangrijk”, benadrukte Feiter. “Niet alleen voor onze klanten, maar ook voor onszelf. De autoverzekeringsmarkt is de enige waar een verzekeraar tegenover het slachtoffer staat in plaats van ernaast. Daarom zijn we in 2021 van start gegaan met een sectorbreed veranderingsprogramma, waarin we materiële schade ook voor de eigen klant af kunnen wikkelen. Ook bij letselschade willen we de doorlooptijd verkorten en de transparantie voor de klant vergroten.”
Dat waren de vier uitdagingen die Feiter noemde: slachtoffers, complexiteit, footprint en schadeafhandeling. Maar bij uitdagingen horen ook oplossingen. Feiter ziet drie kansen, allemaal in het kader van innovatie:
1. Technologie/slimme auto’s
2. Data
3. Een ander soort verzekering
Slimme auto’s en Advanced Driver Assistance Systems (ADAS) kunnen ongelukken helpen voorkomen. Voor het bewijs verwees Feiter naar het ADAS-onderzoek van het Verbond. “Dat bewijst dat ADAS ertoe doet en kan helpen.” Maar Feiter zei er nadrukkelijk bij dat er nog meer onderzoek moet worden gedaan. “De meeste systemen, waaronder botsdetectie en rijstrookassistentie, kunnen de kans op opgevallen sterk verminderen, maar de adaptieve cruisecontrol en dodehoekdetectie vergen nog meer onderzoek.”
“De meeste Advanced Driver Assistance Systems, waaronder botsdetectie en rijstrookassistentie, kunnen de kans op ongevallen verminderen”
Over de tweede kans, de data, merkte ze op dat “meten weten is”. “Data zijn essentieel, zodat we weten wanneer en waar er risico’s zijn, zodat we nog beter de stap naar preventie kunnen maken. Bedenk eens wat de combinatie van ongevallen-, rijgedrag- en voertuigdata kan bijdragen aan de integrale aanpak van de verkeersveiligheid. Het is super belangrijk dat we hier volop in (blijven) samenwerken.”
Kansen ziet Feiter ook in het verzekeren van de bestuurder in plaats van het voertuig. “Dat sluit veel beter aan bij de moderne mobiliteit, waarbij mensen steeds meer gebruik maken verschillende voertuigen en niet altijd de eigenaar zijn. Maar”, zo benadrukte ze tot slot, “dat vergt wel de nodige verandering. Bij verzekeraars, maar ook bij veel andere organisaties. We zijn daar nu simpelweg nog niet op ingericht. En er is ook een wijziging van de Europese richtlijn motorrijtuigenverzekering voor nodig. Dat zal tijd kosten, maar ondertussen kunnen we wel alvast ervaring opdoen met allerlei pilots. Innovatie biedt kansen, maar het is tegelijkertijd ook een uitdaging. Ik denk dat de sleutel ligt bij het slim inzetten van die innovatie en bij slim samenwerken. Op die manier kunnen we mobiliteit niet alleen veiliger en duurzamer maken, maar ook verzekerbaar houden.”
Nieuwsgierig naar de andere presentaties en interviews? Kijk op de landingspagina van het event.