Skip to Content
Dennis Van Der Putten 2024 10 23 018

"We moeten een prijs hangen aan biodiversiteit"

Hij maakt zich zorgen over de biodiversiteit. “Het lijkt alsof schone lucht ‘gratis’ is, maar intussen stoot de Amazone meer CO2 uit dan dat het opneemt.” Dennis van der Putten houdt stevig vast aan zijn duurzame missie en vindt dat er wat moet gebeuren. “We moeten een prijs hangen aan onze natuur.”

Het gesprek vindt ‘op grote hoogte’ plaats. Van der Putten is Chief Sustainability Officer bij risicomanager en belegger Cardano. Zijn kantoor is op de 21e verdieping gehuisvest aan het Weena in Rotterdam. Het uitzicht is ronduit fabuleus. Beneden is het een drukte van jewelste. Auto’s banen zich een weg door het drukke centrum. Het heeft iets tegenstrijdigs. Op de 21e etage voert Van der Putten een duurzame strijd en vlak onder hem stoot het verkeer allerlei foute gassen de lucht in. Hij lacht cynisch als de vergelijking ter sprake komt. “Sinds An Inconvenient Truth van Al Gore lopen we al tegen dit soort vergelijkingen aan. Tegenstanders roepen om het hardst dat Gore wel drie auto’s en een privéjet had. Ik merk dat zelf ook. Afgelopen weekend ben ik met mijn zaalvoetbalteam naar Italië gevlogen. Dan krijg ik ook vragen. Hoe kun jij nou vliegen? Op de meeste vragen antwoord ik dat ik afgelopen zomer met een elektrische auto naar Friesland ben gereden en in eigen land vakantie heb gevierd in plaats van op Bali. Het is helaas de teneur in deze tijd, elkaar de maat nemen, terwijl ik denk dat we ons beter zorgen kunnen maken over de natuur en de biodiversiteit. In dertig jaar tijd zijn we maar weinig opgeschoten.”

Persoonlijk

Dennis van der Putten is Chief Sustainability Officer bij Cardano, een pionier op het gebied van financieel risicomanagement en duurzaam beleggen. Cardano vindt dat beleggen niet alleen over financieel rendement gaat. ‘Een goede portefeuille moet bijdragen aan de transitie naar een duurzame wereld’, staat op de website.
Hij werkt al meer dan 25 jaar in de financiële sector, onder meer bij Zwitserleven, SNS Bank en Rabobank. Daarnaast is hij lid van de Board of Advisors Green PRAXIS en de Advisory Board Finance for Biodiversity Foundation.

Het Wereld natuur fonds heeft berekend dat we sinds 1970 meer dan zeventig procent van de biodiversiteit zijn verloren en maakt zich zorgen. Jij ook?

“Vreselijke zorgen zelfs. Vooral omdat we dit al een tijdje weten, maar het niet hoog genoeg op de agenda krijgen. Jammer, want veel mensen weten nog steeds niet hoe belangrijk biodiversiteit voor ons eigen bestaan is.”

Hoe kan dat?

“Biodiversiteit is best een lastig begrip. Als ik nu naar beneden loop en de straat op ga, kunnen negen van de tien mensen er geen definitie aan hangen. Biodiversiteit gaat over systemen en ecosystemen, terwijl ons brein vooral economisch denkt. En laten we eerlijk zijn, schone lucht heeft geen prijs. De ontbossing ook niet. Het is allemaal gratis. Je kunt bomen weghalen, de lucht of het water vervuilen en je hoeft er geen cent voor te betalen. Dat is waar het misgaat. We moeten er waarde aanhangen.”

Wie is ‘we’?

“Uiteindelijk hebben we allemaal een rol te spelen, maar de meest directe en sturende invloed hebben overheden, omdat beprijzing het meest effectief blijkt te zijn. Net zoals we dat nu al bij het klimaat doen. Als jij carbon uitstoot, zie je dat terug in je footprint en betaal je daar de rekening voor. In Denemarken is nu een eerste beweging gaande om een prijs te hangen aan het verlies van biodiversiteit. Boeren moeten per koe een toeslag betalen voor de methaan die ze uitstoten, omdat die zorgt voor luchtvervuiling. Wij noemen dat beprijzen externaliteiten en juist omdat we die nu missen, gaat het zo mis met onze biodiversiteit.”

"Je kunt bomen weghalen, de lucht of het water vervuilen en je hoeft er geen cent voor te betalen. Dat is waar het misgaat"

Hebben we wat dat betreft te veel, te lang en te eenzijdig oog gehad voor klimaat(verandering)?

“Wij roepen bij Cardano al een tijdje dat we last hebben van klimaattunnelvisie. Alle efforts, ook van beleggers, gaat uit naar klimaat. En ik weet het, jij doet het interview en stelt de vragen, maar als ik jou nou vraag wat de longen van de aarde zijn? Waar onze zuurstof vandaan komt. Wat zeg jij dan?”

De bomen?

“Precies. Vaak wordt dan de Amazone genoemd. Maar weet jij dat de Amazone op dit moment meer CO2 uitstoot dan dat het opneemt, onder meer door ontbossing en verbranding? En weet je ook dat de echte zuurstof uit zee komt? Daar zit een heel klein micro-organisme dat fytoplankton heet. De schattingen lopen wat uiteen, maar fytoplankton zorgt voor zo’n zeventig procent van de zuurstof die wij nodig hebben. Die fytoplankton leeft van walvispoep en van de bewegingen die walvissen maken, de zogenoemde whale pump. In Japan is besloten dat de walvissen weer mogen worden doodgeschoten. En als wij de walvis uit het ecosysteem halen, zijn de gevolgen dramatisch. Dus ja, zo begon je vraag: we hebben een tunnelvisie en kijken ook nog eens vaak naar de verkeerde dingen.”

"We hebben een tunnelvisie en kijken ook nog eens vaak naar de verkeerde dingen"

In een eerder artikel schrijf jij dat biodiversiteit een nog groter en urgenter probleem is dan klimaatverandering?

“Jazeker. En dat komt vooral omdat er nog maar zo weinig aandacht voor is. Biodiversiteit gaat verloren door het kappen van bomen, door vervuiling, maar ook door zogenoemde invasive species. Dat houdt in dat we met andere niet-inheemse soorten te maken krijgen. Japanse knoop bijvoorbeeld, maar ook met de hoornaar. Die jaagt onze bijen weg, maar bestuift helaas niet alles wat bestoven moet worden. Gevolg is dat we uiteindelijk problemen krijgen met onze voedselproductie. En dat is precies waarom biodiversiteit zo ingewikkeld is. Het is één grote samenhangende keten die zorgt voor onze voeding en schoon drinkwater. Voor de mensheid is het verlies van biodiversiteit een nog grotere bedreiging dan klimaatverandering.”

En wat betekent het voor onze wereldeconomie?

“Ook heel veel, vooral indirect. Als ons voedsel anders moet worden verbouwd, zullen de prijzen stijgen. Datzelfde geldt voor schaarste, maar we krijgen ook te maken met verschraling van bepaalde gebieden. En als plantsoorten verdwijnen, zeker de planten die ervoor zorgen dat de grond niet erodeert, dan levert dat een fikse schadepost op. Ik kan nog wel even doorgaan, maar duidelijk is dat het ons economisch keihard gaat raken.”

Jij bent daar van overtuigd?

(Lachend) “Nou, niet alleen ik hoor. Het World Economic Forum (‘en dat is geen linkse hobbyclub die naar duurzaamheid kijkt, maar weet hoe je geld moet maken en risico’s moet voorkomen’) heeft de grootste economische risico’s voor de komende tien jaar op een rijtje gezet. Het verlies van biodiversiteit staat op plek 4 en is dus een van de grootste economische risico’s die we op dit moment lopen.”

"Het verlies van biodiversiteit is een van de grootste economische risico's die we op dit moment lopen"

Wat doe jij zelf om het verlies van biodiversiteit te voorkomen?

“Naast dat wij thuis een groen dak hebben, geen bespoten bloemen meer kopen en de tegels uit onze tuin hebben gehaald, ga ik een imkercursus doen. Toen ik dat verhaal van die hoornaar hoorde en begreep dat de bijen verloren gaan, heb ik besloten dat ik er meer van wil weten. Ik wil het graag begrijpen. En versimpelen, zodat ik er met anderen over kan praten. In mijn werk richt ik me op duurzaam beleggen. Dat houdt voor iedereen weer iets anders in. Daarom hebben wij een definitie gemaakt, die voor een deel overeenkomt met de donuteconomie van Kate Raworth. Zij beschrijft een wereld waarbij de buitenste ring de planetaire grenzen zijn en de binnenring het sociale fundament is: ieder mens heeft recht op schoon drinkwater, voeding en een plek om te wonen. Volgens onze definitie moeten we uiteindelijk in het deeg van die donut komen. Concreet betekent het dat wij bijvoorbeeld met onze beleggingen in 2030 geen verlies meer willen van biodiversiteit. Om dat te bereiken, kijken wij heel gericht naar bedrijven. Hoe zijn zij wel/niet betrokken bij biodiversiteit? Wat is hun rol? Wij maken bijvoorbeeld gebruik van satellietbeelden om te zien waar de illegale ontbossing plaatsvindt. Als je weet wie de eigenaar is van dat land, kun je de waardeketen volgen en kom je (soms) vanzelf bij beursgenoteerde ondernemingen uit. Met die ondernemingen gaan we in gesprek en natuurlijk sluiten wij ook een deel uit, maar dat doen we pas als laatste redmiddel. Als we hebben geconstateerd dat het echt niet beter wordt. We richten ons hiermee op de transitie die nodig is en gaan dus verder dan alleen de meest duurzame bedrijven te selecteren.”

Jullie geloven meer in engagement dan in uitsluiting?

“Wij geloven vooral in impact op de reële wereld en de reële economie. Veel beleggers zeggen: ‘alle bedrijven die niet in ons plaatje passen, sluiten we uit. Zijn we gelijk klaar’. Als ik dan naar buiten kijk, is er niks veranderd. Veel beleggers doen met andere woorden een papieren transitie, maar daarmee is het probleem niet weg. De transitie is buiten nodig, niet op papier. Daarom beleggen wij ook niet alleen in de engelen van vandaag. Er is altijd een aantal bedrijven dat vandaag de dag niet duurzaam is, maar wel de capaciteit heeft om duurzaam te worden. Bijvoorbeeld door de samenstelling van de board, de doelstellingen die het bedrijf heeft om de transitie te maken of de investeringen die ze doen. Dat is soms best spannend, want wij kunnen niet in honderd procent van de gevallen voorspellen wie de engelen van morgen zijn.”

"Wij beleggen niet alleen in de engelen van vandaag"

Waar haal jij je motivatie vandaan?

“Alle clichés dat mensen het doen voor hun kinderen zijn waar. Ik heb ook twee zoons, maar daarnaast vind ik oprecht dat er veel te weinig aandacht is voor biodiversiteit. Ook de financiële sector, inclusief verzekeraars, doet er nog te weinig mee. Er moet meer aandacht voor komen. Mensen moeten biodiversiteit gaan begrijpen, omarmen en erop gaan acteren. Er zijn nu te weinig mensen die de kar trekken.”

Wie moet die kar trekken? De minister van Klimaat? De CEO van een grote verzekeraar? Van een bank? Of van een pensioenfonds?

“Liefst allemaal. Uiteindelijk moet er een collectief besef komen dat we niet alleen economisch kunnen denken, maar dat ieder bedrijf een voetdruk achterlaat op de wereld. Je vervuilt. Je hebt mensen in dienst. Je hebt de morele plicht om goed voor die mensen te zorgen. Vroeger deden we die oproep vanuit ethiek, nu zijn er naast een morele ook economische en financiële verplichtingen, want er is straks niks meer. Je moet als bedrijf dus ook voor je eigen bestaansrecht aan de bak.”

Dat geldt ook voor verzekeraars?

“Juist voor verzekeraars. Deze week is er bij NPO 1 iedere avond een radio-uitzending over extreem weer. Wat betekent het dat er in Sicilië tornado’s ontstaan? En hoe zit het met de overstromingen die we hier hebben gehad? De kans dat het nog een keer gebeurt, is vijftien keer zo groot geworden. Dat soort thema’s komen in die uitzendingen aan bod. En weet je wat ik nou zo gek vind? Ik geef mijn geld aan een verzekeraar. Die gaat met die premie beleggen, maar doet dat ook in zaken die de klimaatverandering juist veroorzaken. Vervolgens heb ik schade. De verzekeraar keert uit en het jaar daarop gaat mijn premie omhoog. Dat is toch een raar concept? Waarom zeggen verzekeraars niet: deze bedrijven zorgen voor schade aan het klimaat en de natuur, daar wil ik me niet mee verbinden?”

"Waarom zeggen verzekeraars niet: deze bedrijven zorgen voor schade aan het klimaat en de natuur, daar wil ik me niet mee verbinden?”

Misschien omdat we die fossiele brandstoffen nog steeds nodig hebben en het rendement ook belangrijk is? Of vind jij het rendement ondergeschikt?

“Uiteraard is het rendement nog steeds een van de principes. Alleen slaat het soms een beetje door. Laatst zei Thierry Aarts van de VVD dat pensioenfondsen moesten stoppen met ideologisch beleggen. Denk ik eerst ‘wat een gekkie’, maar die motie is door twee derde van de Kamer aangenomen. Onze volksvertegenwoordiging vindt dus dat pensioenfondsen moeten stoppen met ideologisch beleggen. En dan kun je een hele boom opzetten wat ideologisch is, maar het verhaal is heel simpel. De laatste drie jaar heeft duurzaam beleggen ten opzichte van een grijze benchmark inderdaad financieel rendement gekost. Dat heeft onder andere te maken met de oorlog in de Oekraïne en de schaarste van olie en gas. Daarnaast is iedereen zijn defensiebudget gaan verhogen. Zowel die fossiele brandstoffen als wapens zijn vaak uitgesloten in een duurzame portefeuille. Grote internationale bedrijven - waaronder Unilever, Volvo, DSM en Shell - hebben vervolgens een stap terug gedaan op het gebied van hun duurzame ambities en ook beleggers zeiden: dit was niet de bedoeling. Het grappige is dat iedereen zich laat leiden door een grafiek van drie jaar. Als ik tien jaar terugkijk, heeft duurzaam beleggen een prima rendement gemaakt. Duurzaam beleggen is met andere woorden iets volatieler. En zolang we meer krijgen, zeggen we allemaal: kijk ons eens fantastisch duurzaam zijn. En als we twee jaar wat minder krijgen, is het de schuld van duurzaamheid en krabbelen we terug. Beleggen gaat over vooruitkijken. Waar liggen de grootste beleggingsrisico’s en kansen? Duurzame thema’s als klimaat, biodiversiteit en water beheersen dan de toplijsten.”

Wat kunnen jullie eraan doen om dat tij te keren en duurzaamheid weer in de top of minds te krijgen?

“Als ik een presentatie geef, laat ik altijd eerst die slide zien van het World Economic Forum met de grootste risico's die op ons afkomen: biodiversiteit, klimaat en water. Daarna laat ik de slide van DNB zien waarop dezelfde thema’s staan en tot slot laat ik de eisen voor de EU taxonomie zien, waarin naast circulariteit, ook weer die thema’s terugkeren. In de basis is het namelijk heel simpel. We weten allang wat de grootste risico’s voor de toekomst zijn. En als we het tij echt willen keren, hebben we meer mensen nodig die hun rug recht houden en gewoon rechtop blijven staan.”

(Tekst: Miranda de Groene - Beeld: Ivar Pel)

Verzekeraars moeten af van het Calimero-effect

De missie van Van der Putten en Cardano is helder. “Wij willen de financiële sector helpen in de transitie en de problemen van het verlies van biodiversiteit inzichtelijk maken. Natuurlijk helpt het dan als er CEO’s zijn die op de barricaden gaan staan, zoals dat bij de Pensioenfondsen nu gebeurt.”
Wat niet helpt, benadrukt Van der Putten, is als verzekeraars roepen: wij zijn klein, wij kunnen dit niet. “Dat is echt onzin. Ze moeten lef tonen en durven afwijken van de benchmark.”
Hij geeft een voorbeeld. “Ik zat laatst in een panel, samen met een vertegenwoordiger van Ansvar. Een verzekeraar die niet gelooft in bijvoorbeeld alcohol en dat ook uitsluit. Ze hebben een stevig duurzaamheidsprofiel. Soms kost dat rendement, een andere keer lever het juist iets op, maar dat volatiele karakter nemen ze op de koop toe. Het is waar ze voor staan. Ik vind dat mooi. Als je het mij vraagt, hebben we meer verzekeraars nodig die een boodschap verkondigen en er op een geloofwaardige manier mee aan de slag gaan.”