Daan Prevoo is strijdbaar en laat geen moment onbenut om over de Watersnoodramp van 2021 te praten. “Ik mag veel spreken op allerhande symposia en bijeenkomsten, waaronder de Schademiddag van het Verbond van Verzekeraars. Meteen na de ramp hebben zich veel partijen aangediend om te helpen en de schade te herstellen. Nederland is goed in crisismanagement: mensen helpen, de eerste nood ledigen, maar dan stokt het. Wij zijn als gemeente vrij snel in de volgende fase, de nafase, beland en daar zitten we nu na bijna een jaar nog steeds in.”
Hij geeft een ‘simpel’ voorbeeld. “Vanmorgen kwam een van onze buitendienstmedewerkers op mijn kamer. Direct na de watersnood heeft hij de puinhoop thuis de puinhoop gelaten om andere gedupeerde inwoners te helpen. Hij loopt vast, maakt zich grote financiële zorgen, en durft nu pas om hulp te vragen. We zijn elf maanden verder. Alleen al daarom blijf ik prediken dat er wat moet veranderen in dit land.”
“Voor mijn gevoel een jaar of tien, maar het zijn er zeker vijf. Sinds de watersnood ben ik er elke dag mee bezig. Toen het water eenmaal weg was, werd de ellende in volle omvang zichtbaar. Aan de ene kant de straten en huizen die in puin liggen, weggespoelde bruggen en andere infrastructuur die zichtbaar is beschadigd. En aan de andere kant de tranen en het verdriet. Mensen zijn apathisch. Ze weten niet hoe het verder moet. In een eerder interview heb ik wel eens gezegd dat je thuis op de bank moet gaan zitten, om je heen moet kijken, ook in laden en kasten, en je dan moet realiseren dat je alles kwijt bent.”
“Het kabinet heeft al vrij snel besloten dat er sprake was van een ramp waardoor de Wet Tegemoetkoming Schade bij rampen in werking trad. Die wet is zo’n tien jaar geleden voor het laatst toegepast. Dat betekent dat alle kennis en kunde rondom die wet en de schaderegeling is verdwenen. Daarnaast werden we verrast door de eerste reactie van een aantal verzekeraars: dit is onverzekerde schade, want overstroming is niet gedekt. En tegelijkertijd zijn er inzamelingsacties op touw gezet, door het Nationaal Rampenfonds en omroep Max. Wij kregen te maken met een woud aan goedbedoelde handreikingen.”
“Ik vond het onwerkelijk dat sommige verzekeraars zich in het begin zo formeel en juridisch opstelden. Verzekeraars verkopen een product waarmee klanten zekerheid kopen en dan blijkt het dierbare kastje van oma, je racefiets of je oldtimer niks waard te zijn. De discussie die ik vooral met ze heb gevoerd, is of er sprake was van horizontaal of verticaal water. Horizontaal water is bijvoorbeeld een overstroming van de Maas en dat is niet gedekt. Verticaal water komt uit de lucht en is wel gedekt. Ik ben voordat ik burgemeester werd Gedeputeerde Water en Waterveiligheid geweest en heb me jarenlang beziggehouden met de waterveiligheid van grote rivieren als de Maas en de Rijn. Ik weet wat horizontaal en verticaal water is, maar veel inwoners haken dan af. En wie weet het verschil tussen wateroverlast en overstroming? Ik zou verzekeraars willen oproepen om op te houden met die kleine lettertjes. Het is allemaal al ingewikkeld zat."
"Nederland is goed in crisismanagement, maar dan stokt het"
“Verzekeraars hebben mensen snel geholpen. En de omslag die verzekeraars later hebben gemaakt, door niet-gedekte schade toch uit te keren, was ook positief. Verzekeraars hebben uiteindelijk hun maatschappelijke verantwoordelijkheid genomen en gezegd: wij keren uit en regelen het later wel met het Rijk. Dat Rijk heeft nog steeds 1,2 miljard euro klaarstaan, maar wil geen precedentwerking en dus gebeurt er niet veel. Je merkt het al, het antwoord begint positief, maar uiteindelijk richt ik mijn aandacht weer op wat niet goed gaat of is gegaan. Zo hoort het volgens mij ook. Borstklopperij past niet bij een ramp. We moeten er ook van leren. Ik vergeet niet dat de inwoners nu wakker liggen als het hard regent.”
“Zeker. Ik weet bijvoorbeeld dat het Rijk verantwoordelijk is voor de waterveiligheid rondom primaire watersystemen: de kustgebieden en de grote rivieren zoals de Rijn en de Maas. Dat is zelfs wettelijk vastgelegd in de Deltawet. Daar kun je in mijn beleving geen marktpartij in betrekken.”
“Het primaire systeem heeft veel meer impact op de economie, de infrastructuur en er is een groter risico dat er slachtoffers vallen. Iedereen snapt dat het Rijk daarvoor verantwoordelijk is.”
“Precies. Dat secundaire systeem, de beken en zijrivieren, kent een heel ander beschermingsniveau. Het ligt ook niet vast in de wet dat het Rijk daarvoor verantwoordelijk is. Dat zijn de waterschappen, gemeenten en provincies. Voor het beschermingsniveau van beide systemen zijn we afhankelijk van modellen. Die bepalen hoe hoog en breed een dijk moet zijn, maar ook dat we er bij alle kleine rivieren, waaronder de Geul, rekening mee moeten houden dat ze eens in de zoveel jaar buiten hun oevers kunnen treden. Het waterschap in Limburg riep meteen na de watersnood: 'dit was zo’n enorme extreme neerslag, dat hadden we nooit kunnen voorspellen'. Ik zal je de details besparen, maar in ons geval komt het erop neer dat er een kans van eens in de 500 jaar is dat Valkenburg met zo’n bui te maken krijgt. Eens in de 500 jaar hebben wij dus kans op 400 miljoen euro schade. Ik kan me voorstellen dat de rekenmeesters van verzekeraars precies kunnen uitrekenen hoeveel premie iemand dan moet betalen.”
"Borstklopperij past niet bij een ramp. We moeten er ook van leren"
“Nee, als je naast de Maas of aan de kust woont, dan weet je dat je risico loopt en kun je maatregelen treffen door bijvoorbeeld een tegelvloer neer te leggen en je meubels op tijd te verplaatsen. De natuurramp die ons heeft getroffen, had een onvoorspelbare omvang. Onze inwoners woonden naast een lief kabbelend beekje van dertig centimeter diep en vier meter breed. Dat water heeft nog nooit twee meter hoog gestaan. De risico’s van extreme neerslag, maar ook van extreme droogte en extreme hitte moeten snel veel beter in kaart worden gebracht.”
“De overheid moet in ieder geval de leiding nemen. We moeten af van die incidentenpolitiek. Als er morgen weer ergens een overstroming plaatsvindt, hebben we hetzelfde probleem.”
“Dat doe ik al bijna een jaar en ik blijf het ook herhalen. Wij hebben in dit land ons crisismanagement uitstekend geregeld. We zijn er snel bij en evacueren vlug. Dat is de reden dat er bij ons geen slachtoffers zijn gevallen. In België en Duitsland lag dat anders. Ik ga me daar verder niet over uitlaten, want dat had diverse oorzaken, maar ik ben wel benieuwd hoe onze overheid en samenleving hadden gereageerd als er bij ons vijftig slachtoffers waren te betreuren?”
“Ik vind dat het Rijk voor de volle honderd procent zijn verantwoordelijkheid moet nemen. Ik weet niet of verzekeraars er blij mee zijn, maar als de Wet Tegemoetkoming Schade bij rampen (WTS) leading wordt, is er voortaan nog maar één partij waartoe gedupeerden zich kunnen wenden. Ik zou dat logisch vinden, omdat de overheid de primaire taak heeft om onze veiligheid te garanderen. Van ons belastinggeld worden toch ook dijken gebouwd? En waarom worden mensen die in een secundair watergebied wonen anders behandeld dan mensen in een primair gebied? Ik wil nog wel een stapje verder gaan. Want we hebben het alleen over water, maar waarom gaan de overheid en verzekeraars ook niet in gesprek over andere rampen als gevolg van klimaatverandering?”
"Als er morgen weer ergens een overstroming plaatsvindt, hebben we hetzelfde probleem"
“Zeker. Ik zou het goed vinden als het Rijk en marktpartijen overeenkomen dat er permanent een rampenfonds klaar moet staan. Bij een ramp of calamiteit kan er dan veel eerder en beter met de schadeafhandeling worden begonnen. We moeten niet alleen het beste jongetje van de klas zijn als het gaat om crisismanagement, maar ook die nafase verbeteren. De extreme neerslag, extreme droogte en extreme hitte vragen om meer leiding.”
“Ja, de tijd dringt. We hollen achter de feiten aan, maar eigenlijk doen we dat al jaren. We vliegen van incident naar incident en het wordt hoog tijd dat de overheid zijn verantwoordelijkheid pakt. Kijk naar de coronacrisis. We hebben met zijn allen thuisgezeten, omdat het aantal IC-bedden onze vrijheden bepaalde. We zijn in de nafase van corona beland en hoeveel IC-bedden zijn er bijgekomen? We moeten ons nu gaan voorbereiden op de winter, maar ik houd mijn hart vast, want er gebeurt niks.”
“Onvoldoende. Simpel voorbeeld. Het Rijk heeft besloten om tot een omzetdervingsregeling voor getroffen ondernemers te komen. Het laatste gesprek dat ik daarover heb gevoerd, heeft plaatsgevonden op 25 februari: ‘burgemeester, goed nieuws, wij verdubbelen het bedrag van 12 naar 24 miljoen en komen snel bij u terug op de voorwaarden.’ Tot op de dag van vandaag geen enkele reactie meer van het ministerie. Helemaal niks. Een ondernemer die tien maanden niet kan ondernemen, weet niet waar hij aan toe is, heeft geen perspectief, maar ondertussen heeft het Rijk wel bepaald dat er een plafond op die regeling komt van twee ton en er een eigen risico geldt van tien procent. Ik kan daar slecht tegen, een overheid die zich als een verzekeraar gedraagt. Als ik een nieuwe autoverzekering afsluit, kan ik zelf bepalen hoeveel eigen risico ik wil. Dat is mooi, maar dat een Rijk dat doet. Wie bedenkt dat?”
"Ik kan daar slecht tegen, een overheid die zich als een verzekeraar gedraagt"
“Een van de dingen die de mensen zelf kunnen doen, is zorgen dat ze hun verzekering aanpassen. En ze kunnen op zoek gaan naar een verzekeraar die zekerheid kan bieden. Als mensen gedonder hebben gehad, vraag ik ook of ze nog bij dezelfde verzekeraar zitten. Meestal zijn ze overgestapt. En dan heb ik het nog niet eens over de beurspolissen, waar slechte adviezen zijn gegeven, zodat mensen dachten verzekerd te zijn. Die adviseurs verkochten schijnveiligheid en de overheid zou dergelijke polissen in ons land moeten verbieden. Als ik Mark Rutte was, zou ik de verantwoordelijken van die beurspolissen daar op zijn minst over aanspreken. Het Rijk heeft zitten slapen door dit soort praktijken toe te staan.”
“Uiteraard, maar die moet wel proportioneel zijn. Sommige verantwoordelijkheden kun je als individu niet dragen. Daar heb je een organisatie en een collectiviteit voor nodig. Als de overheid die dijk niet bouwt en jij wilt zelf een muur neerzetten, mag dat niet. Want, zegt de overheid, dan is jouw buurman de klos. Daar is dus een collectiviteit voor nodig. En natuurlijk kunnen de mensen die vlak aan het water wonen, beter een tegelvloer nemen in plaats van parket. Dat vertellen wij ze ook, maar mensen hebben vooral behoefte aan duidelijkheid. Goede, duidelijke afspraken tussen de overheid en verzekeraars zorgen voor zekerheid en perspectief. Ik ken een gezin met twee kinderen dat al elf maanden in een tijdelijke woning zit, dertien keer is verhuisd en een ongedekte kostenpost heeft van een ton. De aannemer heeft geen tijd en zij zien het even niet meer zitten. Zij hebben geen perspectief. Daarom zet ik het scherp neer. Ik blijf dit verhaal vertellen totdat we het hebben opgelost en er weer perspectief is.”
(Tekst Miranda de Groene - Fotografie Ivar Pel)
"Een van de dingen die de mensen zelf kunnen doen, is hun verzekering aanpassen"