Skip to Content

1. De alarmcentrales (ANWB, Eurocross, SOS International en VHD) helpen de GGD bij het bron- en contactonderzoek na een positieve testuitslag. Waarom doen jullie dat?

“Na de eerste uitbraak van corona hebben wij een grote rol gespeeld bij het repatriëren van reizigers vanuit de hele wereld. Daarna is zo’n zeventig procent van ons werk weggevallen. Een gemiddelde alarmcentrale heeft 200 mensen in dienst en moet 24/7 bereikbaar zijn. Dat is kostbaar. Niet zo gek dus dat wij in mei op zoek zijn gegaan naar alternatief werk. Sinds juni fungeren wij, net als het Rode Kruis overigens, als een flexibele schil voor de GGD. Wanneer een of meer van de 25 GGD-regios extra medewerkers voor de uitvoering van het BCO nodig hebben, komen wij in actie."

2. Intussen is er sinds 1 juni wel wat veranderd?

“Dat kun je wel zeggen. In mei/juni hielden we rekening met een besmettingspercentage tussen de twee en acht procent, terwijl we nu tussen de vijftien en twintig procent zitten. We zijn daardoor met een operatie bezig die zijn weerga niet kent en moeten keer op keer opschalen. Het streven is om in december over 4.100 netto fte te beschikken. Dan hebben we het over zo’n 7.000 mensen en dat reikt veel verder dan wij als alarmcentrales zelf aankunnen. We hebben in eerste instantie onze eigen mensen ingezet, maar intussen een compleet nieuwe organisatie gebouwd. Als SOS International coördineren wij deze landelijke capaciteitsschil en dat vergt niet alleen een andere dynamiek dan we gewend zijn, maar ook andere mensen.”

3. Waar halen jullie al die medewerkers vandaan?

“We hebben nauw contact met uitzendbureaus en contact centers, zijn druk bezig met onze eigen werving en gelukkig komen ook veel mensen uit zichzelf bij ons terecht. Mensen willen graag helpen in deze bijzondere tijd en dat is mooi om te zien. Vooralsnog lukt het om de juiste mensen te vinden, maar we trekken niet zomaar een blik open. Het idee dat ieder welwillend persoon een BCO kan doen, is niet terecht. We hebben HBO’ers nodig die van veel markten thuis zijn. De ene keer hebben ze met een onverschillige tiener te maken, terwijl ze daarna een bezorgde senior gerust moeten stellen. Dat vergt veel empathisch vermogen. Daarnaast moeten ze ook dwingend zijn en positief geteste mensen op hun eigen verantwoordelijkheid, bijvoorbeeld van de thuisquarantaine, wijzen. En dan moeten ze ook nog goed kunnen onderzoeken en analyseren, doordat ze op zoek naar de bron moeten. Ga d’r maar aan staan.”

4. John (zie kader) heeft contact gehad met een van de alarmcentrales. Hij is uitermate tevreden, maar er is ook kritiek op het BCO. Is dat terecht?

“Nee. Mensen weten (vaak) niet waar ze het over hebben, het is ook complexe materie. De aantallen stijgen zo snel dat beleidskeuzes onvermijdelijk zijn. Het was echt onmogelijk om het werk te blijven doen zoals we dat deden. Een volledig BCO duurt ongeveer acht uur. Hoe graag we ook zouden willen, dat lukt gewoonweg niet meer bij 10.000 besmettingen per dag. Dat er kritiek is en komt, had ik overigens wel verwacht, maar het gaat soms wel heel ver. De organisatie en opschaling die we met de GGD’en en alarmcentrales hebben neergezet, is echt ongekend. Als ik zie wat er nu allemaal op de teststraten afkomt, weet ik dat ook alle betrokkenen bij het BCO een drukke tijd tegemoet gaan."

5. De aantallen lopen zo snel op dat je je ook af kunt vragen of het nog wel te behappen is? Wanneer is de grens bereikt?

“Er is al een grens gesteld. We doen immers geen volledig BCO meer, maar beperken ons tot een afgeslankte vorm. We zullen ons continu moeten aanpassen aan de realiteit van de dag. Op dit moment worden er landelijk tussen de 400 en 500 mensen per week getraind om het bron- en contactonderzoek te kunnen doen. Zij zijn twee weken onder de pannen en gaan daarna eerst samen met een coach aan de slag voordat ze zelfstandig het BCO mogen doen. Zo schalen we in een enorm tempo op naar die 4.100 netto fte begin december. Maar het BCO is natuurlijk niet de enige oplossing voor het coronaprobleem. Dat zit voor het grootste deel in ons eigen gedrag. In die zin kunnen ook wij niet veel anders dan meebewegen met de grillen van Covid, maar geloof mij: het aanpassingsvermogen dat zowel de politiek als de GGD en alarmcentrales keer op keer moeten laten zien, is gewoon topsport.”

Ervaringsdeskundige John (54)
John gaat op vrijdagavond een potje voetballen. In de stromende regen. Omdat hij na afloop niet kan douchen en in zijn natte kleding naar huis moet, is hij niet verbaasd dat hij zich dat weekend niet zo lekker voelt. “Ik was wat verkouden. Toen ik ook begon te hoesten, heb ik op dinsdag de GGD gebeld. Ik kon woensdag terecht, bij een testlocatie in Den Haag. Binnen vier minuten was ik daar al weer weg. Op vrijdagochtend volgde de uitslag: positief. Ik vond dat vooral gek. Hoe kon dat nou?” De volgende ochtend krijgt John een belletje. Zonder dat hij er erg in heeft, spreekt hij met een medewerker van een alarmcentrale. “Ze stelde eerst allerlei vragen, wat ik mankeerde, hoe ik me voelde en zo. Daarna zijn we vrij uitgebreid ingegaan op het brononderzoek. Wie had ik allemaal gezien? Wanneer? En was dat langer dan vijftien minuten? En wel of niet op anderhalve meter afstand? Ik kreeg voor elk contact een advies mee." Na het gesprek, “dat zeker een half uur duurde”, wist John wat hij moest doen. “Ik kreeg diverse brieven: een voor mezelf, een voor mijn huisgenoten, een voor nauwe en een voor overige contacten. Ik heb die brieven doorgelezen en uiteraard meteen doorgestuurd. Mijn ervaringen zijn goed. Het contact met de alarmcentrale en de GGD is duidelijk, ook doordat ik een contactnummer heb. Ik heb toevallig net weer gebeld, of ik al naar buiten mag?”