Het CVS meet ieder halfjaar hoeveel vertrouwen de Nederlandse consument heeft in verzekeraars en gaat hierbij uit van een indexwaarde. De indexwaarde is 0 wanneer het aandeel optimisten gelijk is aan het aandeel pessimisten. Het aandeel pessimisten blijft ook dit halfjaar groter dan het aandeel optimisten. Het vertrouwen van consumenten in de economie laat sinds januari 2014 een vergelijkbare trend zien, maar daalt in januari 2015, terwijl het vertrouwen in verzekeraars gelijkt blijft. Bij het vertrouwen in de economie is het aandeel pessimisten wel kleiner, wat een hogere indexwaarde oplevert (zie grafiek).
Consumenten positief over schadebehandeling
Waar de vertrouwensindex gelijk blijft, is op individueel niveau stijgend en dalend vertrouwen zichtbaar. Ondervraagden geven daar ook redenen voor. Zo zijn Nederlanders van wie het vertrouwen in verzekeraars is toegenomen vooral positief over de schadebehandeling door hun verzekeraar. Ze geven aan goed geholpen te zijn en meer terug te hebben gekregen dan verwacht. Ondervraagden die aangeven dat hun vertrouwen is gedaald, geven aan dat dit vooral komt door berichtgeving in de media, de aanhoudende economische crisis, maar ook door politieke spanningen in de wereld.
Twijfel over vertrouwen van anderen
Uit de meting blijkt dat de Nederlandse consument vooral twijfelt aan het vertrouwen dat anderen hebben in verzekeraars. 42 procent denkt dat het vertrouwen van de gemiddelde Nederlander is gedaald en 34 procent denkt dat anderen minder vertrouwen hebben in verzekeraars dan zijzelf. Net als bij de vorige meting in juli 2014 levert het vertrouwen van consumenten in de aanschaf van een duurzaam financieel product, zoals een hypotheek of lijfrente, de meest positieve bijdrage aan de vertrouwensindex. 28 procent zegt dat het een (zeer) gunstige tijd is voor de aanschaf van een dergelijk product.
Index Consumentenvertrouwen. Bron: CVS en CBS