Sinds 2012 is de rente in Nederland onder invloed van het Europese monetaire beleid, fors gedaald. Dat heeft gevolgen voor de hoogte van de uitkering die met een pensioenkapitaal kan worden aangekocht. Die kan bij een rente van twee procent globaal vijftien procent lager zijn dan met een uitkering bij vier procent rente. (Overigens kan een dalende rente ook een positief effect hebben op het resultaat van obligatiefondsen, wat een positief effect heeft op het kapitaal op de pensioendatum. Dat gebeurt vaak via standaard life cycles. Het effect op de totale koopkracht is overigens geringer, omdat er vrijwel altijd andere inkomstenbronnen (zoals AOW en pensioen uit andere dienstverbanden) zijn.)
De dalende rente was aanleiding voor een aanpassing van het Uniform Pensioenoverzicht (UPO) waarmee deelnemers jaarlijks worden geïnformeerd over hun pensioenopbouw en een indicatie krijgen van het eindkapitaal. Tot 2012 werd op het UPO voor de indicatie van de jaarlijkse uitkering gerekend met een voorbeeldrentestand van vier procent. Sindsdien wordt een rentecurve van DNB gebruikt die een actueler beeld geeft (2,8 procent in 2014). De huidige marktrente (1,3 procent) ligt daar echter alweer beduidend onder.
Om consumenten met een beschikbare premieregeling een alternatief te bieden, heeft het Verbond vanaf 2013 de mogelijkheid bepleit dat een deelnemer ook na de pensioendatum beleggingsrisico draagt. Dit geeft een flexibeler en mogelijk hoger pensioenresultaat. Het kabinet heeft recent aangegeven dit wettelijk mogelijk te willen maken. Het Verbond ziet deze optie als een belangrijke verbetering en extra keuzemogelijkheid voor deelnemers. Ook een Kamermeerderheid heeft gevraagd haast te maken met het wetgevingstraject.
Het Verbond vindt het belangrijk dat het alternatief snel wordt gerealiseerd en dat verzekeraars en/of adviseurs de mogelijkheid krijgen daarop vooruitlopend maatwerkoplossingen te zoeken. Hierbij zou kunnen worden gekeken naar uitstel van de pensioeningangsdatum. Deelnemers die dit jaar een uitkering willen aankopen doen er sowieso goed aan om zich tijdig en grondig te oriënteren op het beste aanbod in de markt.
Het rente-effect doet zich ook voor bij expirerende lijfrentes, hoewel het daar doorgaans om geringere bedragen gaat. Anders dan deelnemers in pensioenregelingen hebben deze consumenten alternatieve mogelijkheden, zoals het uitstellen van de aankoop van een uitkering (tot vijf jaar nadat de AOW is ingegaan) en zijn er keuzemogelijkheden in duur van de uitkering. Verzekeraars informeren klanten met een lijfrenteverzekering ten minste drie maanden voor afloop van de polis, zodat zij voldoende tijd hebben om een keuze te maken met betrekking tot het vervolg.