Het Verbond benadrukt dat verzekeraars al jaren data gebruiken om risico’s van verzekerden in te schatten. Het is ook logisch dat die gegevens samenhangen met de hoogte van de premie: iemand die veel in een duurdere auto rijdt of iemand die in een groot huis woont, zal in de regel meer premie betalen dan iemand die weinig in een goedkope auto rijdt of iemand die in een klein huis woont.
Echter, doordat steeds meer grote databases en toepassingen beschikbaar komen, kunnen de ‘hoge risico’s’ en de ‘lage risico’s’ steeds scherper in beeld worden gebracht. Daardoor kunnen – in theorie – de uitersten steeds verder uit elkaar drijven, waardoor bepaalde groepen verzekerden in de toekomst niet meer worden geaccepteerd of alleen tegen zeer hoge premies. Het Verbond beoogt met de Solidariteitsmonitor deze mogelijke ontwikkeling in beeld te brengen. Verzekeraars benadrukken overigens dat premies op zich uiteen kunnen lopen en dat marktwerking belangrijk en goed is.
Miljoenen premies voor tienduizenden verzekerend berekend
De monitor is mede ontwikkeld in samenwerking met de externe partij Moneyview. In totaal zijn door Moneyview voor ruim 90.000 verschillende ‘maatmensen’ bijna 5 miljoen premies berekend voor een vijftal veel voorkomende particuliere verzekeringen. Het Centrum voor Verzekeringsstatistiek heeft de data geanalyseerd en rapporteert hier nu over. Met de monitor wil het Verbond bekijken of de gevraagde premies van jaar op jaar voor hoge en lage risico’s uit elkaar gaan lopen – of uiteraard kleiner worden of gelijk blijven. Dat zijn de WA-verzekeringen voor motorvoertuigen, particuliere opstal- en inboedelverzekeringen, de particuliere aansprakelijkheidsverzekeringen (AVP) en overlijdensrisicover-zekeringen (ORV). De monitor richt zich hierbij op fictieve klanten, die volgens Moneyview het meeste risico lopen om een hogere premie te moeten betalen dan gemiddeld.
Deze eerste Solidariteitsmonitor is een nulmeting, zodat nog geen conclusies kunnen worden getrokken over de ontwikkelingen qua verzekerbaarheid. Het onderzoek meet premiedifferentiatie en niet de oorzaak daarvan. Dat kan gebruik van Big Data zijn, maar bijvoorbeeld ook politieke besluitvorming. Mochten zich in de toekomst extremen voordoen, dan zal de oorzaak nader onderzocht moeten worden. Het Verbond zal de monitor voortaan jaarlijks uitbrengen om ontwikkelingen in kaart te brengen.
Bijzonderheden goed verklaarbaar
De nulmeting maakt wel inzichtelijk dat momenteel bij de geselecteerde schade- en levensverzekeringen alle maatmensen verzekerbaar zijn. Sommige maatmensen hebben wel keuze uit een breder aanbod dan andere maar alle maatmensen hebben iets te kiezen. De bijzonderheden die de monitor verder laat zien zijn goed verklaarbaar en ook niet nieuw. Zo betalen consumenten die op hogere leeftijd nog een overlijdensrisicoverzekering afsluiten een hogere premie, evenals rokers voor hun overlijdensrisicoverzekeringen. Een jonge bestuurder zonder rijervaring betaalt ook een flink hogere premie, al verschillen verzekeraars onderling sterk op dit punt.
Er zijn juist ook ‘marktkrachten’ die de verzekerbaarheid borgen: verzekeraars verliezen niet graag groepen klanten doordat zij onverzekerbaar dreigen te worden. Bovendien dekken veel polissen een cluster aan risico’s af. Een individuele klant kan bijvoorbeeld wonen in een postcodegebied dat volgens data-analyse een hoger risico vormt, maar kan tegelijkertijd een auto of woningtype hebben die volgens analyses een lager risico zijn.
Het Verbond vindt de monitor van belang om principe 21 van de Gedragscode Verzekeraars te borgen, waarin staat dat verzekeraars het mogelijk maken om voor zoveel (potentiële) klanten financiële risico’s af te dekken en zich inspannen om onverzekerbaarheid te voorkomen.