Skip to Content

Ter vergelijking: in 2021 was het aantal gepleegde fraudes gelijk aan 2020. Er waren toen 13.000 gevallen van fraude. Op de vraag of er sprake is van een kentering in het fraudegedrag van potentiële verzekeringscriminelen, kan het CBV nu nog geen antwoord geven. “Daar is het nog te vroeg voor,” stelt Richard Weurding, algemeen directeur van het Verbond. “Op termijn moet blijken of de jarenlange inspanningen van de sector op preventie en opsporing tot dit resultaat hebben geleid.”

Effectiviteit opsporing neemt toe

De cijfers tonen in ieder geval aan dat vorig jaar bij één op de 1.042 claims fraude is bewezen. Ook de effectiviteit van de fraudeopsporing neemt toe. Zo leidt één op de drie onderzoeken naar frauduleuze claims tot een zaak waarin fraude is bewezen. Dat percentage (34 procent) is in de afgelopen zeven jaar niet zó hoog geweest.
In twee derde van de onderzochte gevallen kan een verzekeraar niet voor honderd procent vaststellen of er fraude heeft plaatsgevonden.

Fraudeaanpak is essentieel

Volgens Weurding is en blijft het ‘essentieel’ om fraude aan te pakken. “De schadelast die hiermee wordt beperkt, zorgt ervoor dat mensen die wel te goeder trouw zijn niet onnodig veel betalen. Tegelijkertijd is het van belang dat we niet achter elke aanvraag of claim een fraudeur zien.”
Het vinden van een gezonde balans helpt in zijn ogen vooral de consument. “Op die manier houden we het verzekeringsstelsel houdbaar en betaalbaar.”

Minder fraudeurs in extern verwijzingsregister

Uit de jaarcijfers blijkt ook dat verzekeraars in 2022 bijna een kwart minder fraudeurs in het gezamenlijke waarschuwingssysteem hebben opgenomen dan een jaar eerder. Via dat systeem waarschuwen verzekeraars elkaar voor partijen die bewezen onrechtmatig hebben gehandeld, waardoor fraude steeds beter wordt voorkomen.
Voor de opname in het register gelden strenge eisen. Verzekeraars gaan hierbij niet lichtvaardig te werk. Ook dat komt uit de cijfers naar voren. In 2022 zijn 3.759 registraties gedaan, terwijl in ‘slechts’ vier zaken door de geschillencommissie van klachteninstituut Kifid is bepaald dat de betrokken verzekeraar de registratie moest verwijderen.

De cijfers van het CBV:
3.583 incidentmeldingen van verzekeraars ontvangen over onderzoeken naar mogelijke fraude.
2.549 vragen van verzekeraars en 244 informatievragen van politie/justitie afgehandeld.
263 adviezen verspreid over cyberincidenten en -dreigingen die verzekeraars kunnen raken.
95 anonieme tips over mogelijke verzekeringsfraude ontvangen van bezorgde burgers.
5 sectorbrede waarschuwingen uitgegeven over opvallende of nieuwe fraudevormen.

Extra aandacht voor menselijke maat

Gezien de impact van een fraudeonderzoek op klanten gaan verzekeraars zorgvuldig te werk. Met oog dus voor individuele omstandigheden. Het Verbond van Verzekeraars ondersteunt verzekeraars in dat proces. Bijvoorbeeld via kennissessies over begrijpelijke klantcommunicatie of bewustwording over culturele verschillen.
Voor klanten is onlangs een infographic gepubliceerd, waarin wordt uitgelegd wat iemand kan verwachten als de verzekeraar extra onderzoek doet naar een claim.

Praktijkvoorbeeld

Dat extra onderzoek loont, blijkt uit een zaak waarbij een verzekerde waterschade claimt op zijn inboedelpolis. Het heeft die avond hard geregend en als bewijs stuurt hij wat foto's mee. Het valt de verzekeraar op dat de foto's in de ochtend zijn gemaakt en de polis toevallig één dag voor de schadedatum is aangevraagd. De verzekeraar vraagt gegevens op bij het KNMI. Daaruit blijkt dat het inderdaad flink geregend heeft, maar wel een dag eerder. Dus niet op de opgegeven schadedatum en zelfs vóórdat de verzekering werd afgesloten. De claim van 2.000 euro wordt dan ook afgewezen.

Nieuwsgierig naar meer cijfers en/of voorbeelden? Bekijk de CBV Factsheet