Skip to Content

“De spoedwet is al lang geen spoedwet meer,” verzucht Richard Weurding, algemeen directeur van het Verbond. Het lange wachten zorgt er volgens hem voor dat verzekeraars hun rol als poortwachter niet efficiënt kunnen uitvoeren. “Schadeverzekeraars moeten ervoor zorgen dat sancties op basis van de Sanctiewet worden nageleefd, maar zolang zij geen toegang hebben tot het UBO-register, is dat geen makkelijke taak.” 

 

Uitspraak Hof 

Eerst even terug naar november 2022. Een uitspraak van het Hof van Justitie leidt ertoe dat het UBO-register niet langer openbaar toegankelijk is. “Dat betekent dat verzekeraars nu al ruim twee jaar zijn aangewezen op andere tijdrovende en vaak kostbare manieren om onderzoek te doen. Voorop staat immers dat zij moeten controleren of zakelijke klanten niet op sanctielijsten voorkomen”, aldus Weurding. 

Hij legt uit dat onderzoek nu vaak plaatsvindt via commerciële partijen die UBO-informatie te koop aanbieden. Of doordat verzekeraars hun klanten een UBO-formulier opsturen. “Omslachtig, onnodig duur en tijdrovend, ook voor de klant,” vindt Weurding, omdat schadeverzekeraars via het UBO-register de al geregistreerde UBO’s van zakelijke klanten veel efficiënter en effectiever kunnen toetsen.” 

 

Sanctiewet 

“Bovendien duurt deze situatie nu al veel te lang,” zo benadrukt hij. Het Verbond roept de Tweede Kamer dan ook op de behandeling van de Wijzigingswet beperking toegang UBO-registers met spoed af te ronden. 

Daarnaast pleit de branchevereniging voor proportionele en risico-gebaseerde anti-witwas- en sanctiewetgeving. Weurding: “Er geldt nu een veel te brede doelbepaling van de Sanctiewet, waardoor verzekeraars jaarlijks ruim 40 miljoen UBO-controles uitvoeren en 500 miljoen sanctiechecks doen. Die controles leiden tot veel potentiële hits, maar slechts zelden treft een verzekeraar een gesanctioneerde klant aan in het klantenbestand of tussen de UBO's.”  

 

Minder verplichting bij laag risico 

Volgens Weurding kan de herziening van de Sanctiewet dienen om minder zware verplichtingen op te leggen aan relaties met een inherent laag risico. “Je kunt dan denken aan overheidsinstanties en aan particulieren, voor schadeverzekeringen. Bij klanten met zakelijke schadeverzekeringen, zouden de controle-inspanningen juist geïntensiveerd moeten worden, als er bijvoorbeeld sprake is van een buitenlandse component.” 

 

Dubbel werk 

Een laatste doorn in het oog van Weurding is het dubbele werk van financiële instellingen en andere poortwachters. “Ieder voor zich doet klantonderzoek, screening en monitoring op basis van de Sanctiewet en de Wwft. Daar hebben burgers, bedrijven en andere organisaties last van, omdat ze iedere keer opnieuw dezelfde informatie moeten aanleveren bij verschillende instellingen. Dat kan veel efficiënter door één controle aan de voorkant te doen, bijvoorbeeld door de Kamer van Koophandel. Ook hier is een wetswijziging voor nodig.”