“Tegelijkertijd zien we in de monitor dat de verschillen in premie voor overlijdensrisicoverzekeringen (ORV) toenemen. Deze ontwikkeling is mogelijk toe te schrijven aan enkele nieuwe toetreders op de markt die lage premies vragen aan (potentiele) klanten die niet roken, gezond leven etc. De ORV-premie is sowieso de afgelopen jaren gedaald: in 2009 was de gemiddelde premie voor nieuw afgesloten ORV-verzekeringen nog € 450,- per jaar, in 2020 is dit net iets meer dan € 250,- per jaar. De betaalbaarheid van overlijdensrisicoverzekeringen is daarmee marktbreed sterk verbeterd,” aldus Richard Weurding, algemeen directeur van het Verbond in een toelichting op de monitor. “Daarom maken we ons niet direct zorgen over de toegenomen verschillen, maar blijven we deze ontwikkeling nauwlettend in de gaten houden.”
Zwaardere economische omstandigheden
“We zijn benieuwd hoe de meting volgend jaar uitpakt, nu Nederland gebukt gaat onder economisch zwaardere omstandigheden. Over de jaren heen krijgen we een steeds beter beeld of de premies van particuliere verzekerden dichter bij elkaar komen te liggen of juist verder uit elkaar lopen. Doel is te voorkomen dat de spreiding ongemerkt te groot wordt en het voor mensen lastiger wordt zich te verzekeren. De resultaten laten zien dat dit vooralsnog niet het geval is," licht Weurding de resultaten toe.
Verschillen groter en kleiner
De afwijzingspercentages (het aantal maatmensen dat niet geaccepteerd wordt voor een bepaalde verzekering) van WA-verzekeringen voor motorvoertuigen, de particuliere aansprakelijkheidsverzekeringen (AVP) en de particuliere inboedelverzekeringen zijn in 2020 gedaald, wat betekent dat de verzekerbaarheid is vergroot. De gemiddelde premie is iets toegenomen bij de WA en AVP, terwijl de premie bij inboedel een divers beeld laat zien. Bij de overlijdensrisicoverzekeringen en opstalverzekeringen is het beeld zodanig divers, dat er in de monitor geen eenduidige conclusie te trekken valt over de gemiddelde premie van deze maatmensen. De resultaten laten zien dat het nog te vroeg is om een indruk te geven van mogelijke trends, aldus het Verbond. Het onderzoek meet premiedifferentiatie en niet de oorzaak daarvan. Dat kan gebruik van data zijn, maar bijvoorbeeld ook toenemende concurrentie. Mochten zich in de toekomst knelpunten voordoen, dan onderzoekt het Verbond de oorzaak daarvan.
Inzicht in solidariteit
Verzekeraars gebruiken data om risico’s van verzekerden in te kunnen schatten. Hiervoor komen steeds meer (grote) databases beschikbaar en worden steeds meer analyses toegepast. Dit kan tot betere risicobeheersing leiden en daardoor tot lagere premies en een betere verzekerbaarheid. Het kan er ook toe leiden dat de premie steeds meer maatwerk wordt, tot een punt waarop bepaalde consumenten onverzekerbaar worden, doordat verzekeraars ze niet meer accepteren of doordat ze een te hoge premie moeten betalen. Met de solidariteitsmonitor brengt het Verbond deze mogelijke ontwikkeling in beeld om zo in een vroeg stadium mogelijke problemen met de verzekerbaarheid op te sporen. Daarom staat een afwijkende populatie van ruim 93.000 maatmensen centraal in de monitor (moeilijk te verzekeren mensen) die volgens MoneyView, het bureau dat de data in opdracht van het Verbond verzamelt, het meeste risico lopen om een hogere premie te moeten betalen dan gemiddeld. Voor de monitor berekent MoneyView ruim 4,5 miljoen premies voor vijf veel voorkomende particuliere verzekeringen. De samenstelling van het panel verschilt per jaar, ook omdat MoneyView nieuwe toetreders op de verzekeringsmarkt in de meting betrekt.