Serie over schulden
Het Verbond organiseert op 28 oktober een webinar over de schuldenproblematiek. In aanloop naar dat webinar komen alle betrokken partijen aan het woord. Hoe (vaak) komen mensen in de schulden? En wat kunnen verzekeraars eraan doen? In dit tweede deel komt ervaringsdeskundige Marc Mulder aan het woord. De aftrap van deze serie werd twee weken geleden verricht door Maarten Edixhoven van Aegon.
Marc Mulder weet wat het is om schulden te hebben. Toen hij op een dag geen eten meer kon kopen, omdat zijn kosten hoger waren dan zijn inkomsten, was hij echt radeloos. Achteraf zegt hij dat dát het moment was waarop hij besloot om zelf de hulpverlening in te gaan. “Het roer moet om. Zolang wij de schuldenproblematiek als een individueel probleem blijven zien, gaan we het niet oplossen.” Dit is Marc’s verhaal.
Spelletjeswinkel
“Ik heb eerst de MEAO gedaan en ben daarna naar de HEAO gegaan. Toen ik mijn propedeuse binnen had, kon ik naar de universiteit om filosofie te studeren. Maar na een aantal jaren filosofie was ik teleurgesteld in de academische wereld. Het paste niet bij me. In diezelfde tijd was een vriend bezig met het opstarten van een spelletjeswinkel. Hij vroeg of ik mee wilde doen en ik zei zonder aarzelen ja.
Het ging jarenlang goed, zo goed dat we langs elkaar heen gingen werken. In no time hadden we twintig personeelsleden. Uiteindelijk stapte hij eruit en ben ik alleen verder gegaan. Een half jaar later bleek dat er zo’n 50.000 euro schuld was, onder meer omdat er geen pensioenafdracht voor het personeel was gedaan. Die schuld heb ik opgelost. In mei 2004 was ik schuldenvrij, maar ik had geen reserves meer. En geen energie.”
"Soms wil je ook even blij zijn. Ik ging gewoon naar een pretpark met mijn kinderen."
Gat met gat vullen
“Drie maanden later begon de gemeente Arnhem een bouwproject, pal voor mijn winkel. De omzet zakte met de helft in. De schulden liepen weer op. Ik vulde gat met gat. Steeds dacht ik: als ik het einde van de maand haal, dan komt het wel goed. Dus betaalde ik het ene wel, het andere niet, maar ik hield geen rekening met tegenvallers. En die komen altijd. Op een gegeven moment bereik je een punt dat het echt niet meer lukt. Als je dat punt bereikt, sluit je je ogen. Je wordt apathisch, maakt de post niet meer open en stopt alles zoveel mogelijk weg, in een la. Net alsof het er dan niet meer is. En soms wil je ook gewoon even blij zijn. Ik ben in alle ellende ‘gewoon’ naar een pretpark gegaan met mijn kinderen.”
Monopoly
“Natuurlijk ben ik te lang doorgegaan. Die winkel was mijn kindje. En stom genoeg zijn er zat momenten geweest dat ik wist dat ik iets moest doen. Dan volgde ik een cursus bij de Kamer van Koophandel en ontving de complimenten voor mijn parate kennis. Uiteraard snapte ik wat ze zeiden. Ik had niet voor niets HEAO gedaan. Maar ik kon niet meer nuchter, van een afstand, naar mijn eigen situatie kijken. Ik ben zelfs nog verhuisd met mijn winkel. Naar de Steenstraat, heel symbolisch want die straat zit ook in Monopoly. Hét moment dat het beter moest gaan, kwam alleen niet. Integendeel. In 2008 kwam de kredietcrisis en ben ik naar de gemeente gestapt. Samen hebben we een reddingsplan gemaakt. Toen zag ik voor het eerst dat er altijd een oplossing is. Ook al bestaat die uit helemaal stoppen of personeel ontslaan. Ik heb uiteindelijk de hele afhandeling zelf geregeld. De liefde voor mijn winkel zat nog steeds diep.”
"Je schaamt je niet alleen voor de buren. Ook voor jezelf."
Naïef
“Je leert van de fouten die je maakt en zolang je ze niet maakt, leer je ook niet. Nooit heeft iemand mij verteld dat ik op een andere manier naar de winkel moest kijken. Dat kun je naïef noemen, maar ik zie het vaker gebeuren. Helemaal sinds ik hulpverlener ben. Iedereen verwacht dat jij zelf met oplossingen komt, maar dat lukt je niet (meer). Je bent heel langzaam steeds verder in de problemen gezakt en op het moment dat je denkt ‘volgens mij heb ik een probleem’, zit je er al dik in. Dat is ook de reden waarom mensen zich niet zo snel aangesproken voelen om hulp te zoeken. Mensen met een groot probleem denken dat ze een redelijk probleem hebben. Mensen met een redelijk probleem noemen het een klein probleem. En mensen met een klein probleem hebben geen probleem. Mensen overschatten hun eigen situatie. En wat dacht je van de schaamte? Moeten toegeven dat je het niet meer zelf kunt oplossen, is heel lastig. Toegeven voelt als falen. Je schaamt je niet alleen voor de buren, maar ook voor jezelf.”
Procedures
“Schuldhulpverlening kon mij niet helpen. Er werd tegelijkertijd beslag gelegd op mijn loon én op mijn toeslagen. Toen ik tegen de Belastingdienst zei dat ik geen eten meer kon kopen, kreeg ik te maken met een bezwaartermijn van zes weken. Dat waren nou eenmaal de regeltjes, maar wat had ik aan een procedure die zes weken duurt als mijn kinderen vandaag niks te eten hebben? Het was voor mij een van de triggers om de hulpverlening in te gaan en ambassadeur te worden voor de campagne Kom uit je schuld van het ministerie van SZW. Ik weet hoe het voelt om vast te lopen. Ik weet hoe het is als je geen eten kunt kopen. Pas was ik met een collega bij een man thuis, die naar mij wees en zei: ‘jij bent anders dan al die anderen. Jij stelt de juiste vragen’. Toen had ik nog niks verteld over mijn achtergrond. Ik zou zo graag willen dat we anders gaan kijken naar mensen met schuldproblemen. Neem alleen al dat woord schuld. Daarmee zeg je eigenlijk dat het aan die ander ligt. Bijna in de trant van ‘eigen schuld, dikke bult’. Als ik mensen met schuldproblemen mijn verhaal vertel, wekt dat vertrouwen. Jij kan eruit komen, want het is mij ook gelukt. Maar eerlijk gezegd is mijn allerbelangrijkste drijfveer dat ik wil voorkomen dat mensen huilend opbellen, omdat ze geen eten hebben en dan als antwoord krijgen dat ze een formulier moeten invullen, ‘omdat dat nou eenmaal de procedure is’. Dat moet toch anders, beter en vooral warmer kunnen?”
Nieuwsgierig naar de oplossingen die Marc ziet om de schuldhulpverlening ‘samen’ op te lossen? Kijk dan naar het webinar op 28 oktober waar Marc ook zijn bijdrage aan levert.
Over twee weken verschijnt in deze reeks het verhaal van NIBUD-directeur Arjan Vliegenthart