Hinssen, die onder meer auteur is van het boek The day after tomorrow, ging van start met een veelzeggende sheet: Innovation is the only way to win. Zijn tweede sheet toonde het New York van 1911. De stad staat vol met paarden en koetsen. Als er ineens een auto in beeld is, is dat tegen het zere been van één man, Ed Klein. Hij is zo boos dat hij een advertentie in de krant plaatst om auto’s te weren uit NY. “Zijn verzekeraars capabel en willing om te veranderen?”, vraagt Hinssen zich hardop af.
Blind vertrouwen
Hij neemt geregeld mensen uit het bedrijfsleven mee naar Silicon Valley. “Pas was ik er nog met een grote groep Franse farmaceuten en achteraf krijg ik dan de berichtjes: ‘wat een hoop European questions’. Wij zeggen altijd ja, maar … en leggen dan de nadruk op die maar. Waarschijnlijk zijn wij genetisch voorbestemd om risico’s uit de weg te gaan. We hebben een blind vertrouwen in de technologie, maar moeten meer durven kijken naar de day after tomorrow.”
Nog een keer die vraag: zijn we er klaar voor? En weer een veelzeggend plaatje: alle grote bedrijven op de beurs zijn technologische bedrijven. “Van de top zes van merken in de wereld is er maar één niet-technologisch en dat is Coca-Cola.”
Amazon
Gedurende zijn lezing legt Hinssen de nadruk op Amazon. “Kent u dat reclamefilmpje van een klein meisje dat een brief schrijft aan Sinterklaas? Ze begint met ‘Lieve Sinterklaas’, maar haar wensenlijstje bestaat heel simpel uit een lange urlaub van Amazon. Het bedrijf heeft de Walmart opgekocht: 10.000 winkels en 1,5 miljoen werknemers. Er is maar één bedrijf groter. Dat is het Chinese leger, maar die zijn niet commercieel.”
WeChat
Zijn boodschap is helder. “Tech is normaal geworden. De smartphone is nog maar elf jaar oud, maar hoeveel foto’s maakt u per dag?”
Verder noemt hij de app Root: “aan het einde krijg je een autoverzekering op maat aangeboden. Een bezoek waard.” En wat te denken van WeChat? “Zit je in Nederland niet op Facebook? Who cares! In China kun je niet functioneren zonder WeChat. Je kunt dan niet eens betalen. De creditcard is daar zo ouderwets dat het vergelijkbaar is als je hier bij AH met een kameel wil betalen.”
Mind the gap
Er zit ten slotte wel een ‘gap’ tussen wat mogelijk is en wat de realiteit is, meent Hinssen. “Ik denk dat we aan het einde van het digitale tijdperk zitten en een cognitief tijdperk ingaan.” Hij toont een plaatje van een robot die een soort parcours aflegt. “Twee jaar geleden kon die robot alleen een deur openen. Ik word daar wel blij van.”
Het bracht Hinssen bij het slotakkoord. “Hoeveel tijd besteedt u aan vandaag, aan morgen en aan overmorgen? Meestal kijken we alleen naar morgen en dan hopen we dat die dag ongeveer hetzelfde wordt als vandaag. Tijdens het eerste symposium dat ik over mijn nieuwe boek gaf, in Australië, liet ik een tabel zien met de aandachtverdeling voor vandaag, morgen en overmorgen. U bent iets vergeten, kreeg ik daar te horen. De SOY, oftewel de shit of yesterday. Daar zijn wij vooral mee bezig.”
Twee soorten mensen
Hinssen had duidelijk het lekkerste voor het laatst bewaard. Er zijn, in zijn beleving, twee soorten mensen: mensen die weten wat ze doen en mensen die niet weten wat ze doen. “Bij een bank weet 97 procent van de mensen wat ze doen. En in een groot bedrijf vecht één procent tegen die andere 99, terwijl juist daar de winst zit, in die fundamenteel andere manier van werken. Zeg eens eerlijk: hoeveel tijd gaan jullie spenderen aan the day after tomorrow? Elk bedrijf heeft tegenwicht nodig. Iemand die zich afvraagt: waarom kleuren we eigenlijk niet buiten de lijntjes?”