"Op het eerste oog is dit een gebalanceerd voorstel, dat voldoende rekening houdt met de uiteenlopende wensen en de enorme diversiteit qua werkzaamheden onder zelfstandigen’’, stelt algemeen directeur Richard Weurding van het Verbond. "Voor draagvlak onder de doelgroep is het enorm belangrijk dat zij zich passend kunnen blijven verzekeren.’’ Weurding vindt het positief dat met de wet de inkomenszekerheid van zelfstandigen wordt vergroot zonder dat werknemers in loondienst en zelfstandigen op één hoop worden gegooid. "De situatie van werknemers en zelfstandigen bij ziekte en arbeidsongeschiktheid is volgens het advies van de Stichting van de Arbeid niet vergelijkbaar en dat wordt nu gelukkig ook door de regering onderkend.’’
Pensioenakkoord
Op dit moment is ongeveer een kwart van de ruim 1,2 miljoen zelfstandigen in Nederland particulier verzekerd tegen het arbeidsongeschiktheidsrisico. Zelfstandigen zonder verzekering kunnen bij langdurige arbeidsongeschiktheid in flinke financiële problemen komen. In het pensioenakkoord is daarom opgenomen dat er een verplichte publieke basisverzekering voor deze doelgroep komt.
Alternatief
Zelfstandigen die nu nog niet verzekerd zijn, gaan volgens de nieuwe wet automatisch deelnemen aan een publieke basisverzekering met een wachttijd van één jaar bij ziekte, voordat er recht is op een uitkering. Zelfstandigen die zich ruimer willen verzekeren kunnen kiezen voor een alternatief bij een van de huidige AOV-verzekeraars. Dat kan bijvoorbeeld zitten in de behoefte aan meer hulp bij preventie en re-integratie, een hoger verzekerd bedrag of een kortere wachttijd. In de wet zijn waarborgen ingebouwd om te borgen dat dit publiek-private stelsel in balans blijft.