Skip to Content

Het is een trend op de arbeidsmarkt: eigen baas worden zonder personeel. Steeds meer werknemers kiezen al dan niet vrijwillig voor een bestaan als zzp’er of denken daarover na. Zelf verantwoordelijk worden voor je inkomsten en werkuren, hoe mooi is dat? Maar ook zelf keuzes maken rondom je sociale bescherming (wat gebeurt er als je overlijdt?) en pensioen. Een vangnet kun je zelf vormgeven door middel van een nabestaandenpensioen.

Wie denkt er graag na over de mogelijkheid dat je overlijdt voordat je de pensioenleeftijd hebt bereikt? En hoe het dan geregeld is voor je partner en kinderen? Het is niet het leukste onderwerp, maar het is wel verstandig om de financiële situatie voor je partner en kinderen na je overlijden te bespreken. Want overlijden voor je met pensioen gaat, overkwam vorig jaar ruim 21.500 mensen. Waar kunnen je partner en kinderen dan op terugvallen?

1. Algemene nabestaandenwet (Anw)

De Anw is een volksverzekering van de overheid die de laatste jaren flink versoberd is. Een kleine groep nabestaanden kan nog een beroep op een Anw-uitkering doen. Een partner of echtgenote die aanspraak wil doen op een Anw-uitkering moet aan de volgende voorwaarden voldoen:
a. De overledene woonde en werkte in Nederland
b. De partner/nabestaande is geboren vóór 1 januari 1950, of 
c. De partner/nabestaande heeft een kind thuis dat jonger is dan 18 jaar, of
d. De partner/nabestaande is voor ten minste 45% arbeidsongeschikt

Het recht op een Anw-uitkering eindigt op de eerste van de maand dat de nabestaande de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt. Je partner met kinderen ontvangt maximaal 70% van het minimumloon.

Heeft je partner inkomsten? Dan worden die voor een deel of volledig verrekend met de Anw-uitkering. Een WW-uitkering wordt volledig verrekend. Inkomsten uit loondienst of een eigen bedrijf worden deels verrekend. Op de website van de Sociale Verzekeringsbank kun je zien hoe dat werkt.  

2. Partnerpensioen vanuit een dienstverband

De meeste werkgevers bieden een pensioenregeling aan. Die bestaat vaak uit ouderdomspensioen en partnerpensioen. Het partnerpensioen is het pensioen dat je partner ontvangt als je overlijdt. Veel mensen denken dat nabestaanden 70% van het ouderdomspensioen ontvangen. In de praktijk kan dat een lager percentage zijn. Dat komt door veranderingen in het partnerpensioen.
De meeste pensioenregelingen kennen een partnerpensioen op risicobasis. Dit betekent dat er een partnerpensioen geregeld is zolang je deelneemt aan die pensioenregeling. Stop je daarmee, bijvoorbeeld omdat je voor jezelf begint? Dan vervalt het partnerpensioen. Maar ook een echtscheiding kan gevolgen hebben voor de hoogte van het partnerpensioen. Daarom is het belangrijk dat je kijkt hoe het met het partnerpensioen zit.

Kijk daarvoor op MijnPensioenoverzicht.nl. Hiervoor heb je een DigiD nodig.
Heb je nu al een pensioenvraag? Je kan je vraag hier stellen: online pensioenvraag stellen.

Eigen middelen

Het is raadzaam om in overleg met je partner een financieel plan op te stellen. Heeft je partner voldoende kapitaal of inkomsten om de financiële lasten na jouw overlijden te dragen en om verder te leven zoals je partner dat gewend is. Of is het geen probleem om in zo’n situatie de tering naar de nering te zetten door meer te gaan werken of minder te besteden? Brengt jouw overlijden nabestaanden in de problemen dan is het goed om bijvoorbeeld een overlijdensrisicoverzekering af te sluiten. Een overlijdensrisicoverzekering is mogelijk een goedkope oplossing om voldoende inkomsten na overlijden te hebben.

Voorbeeld:

Peter van Geest (45 jaar, samenwonend) wil een verzekering afsluiten die € 100.000 uitkeert als hij overlijdt voor hij 65 jaar wordt. Hij rookt niet. Dan betaalt hij ongeveer € 15 tot € 20 per maand.

Op onafhankelijke vergelijkingssites over verzekeringen kun je meer informatie over overlijdensrisicoverzekeringen vinden of je kunt contact opnemen met een financieel adviseur.


Dit artikel is een initiatief van de Taskforce inkomen voor later (zzp). In de Taskforce inkomen voor later (zzp) zijn de volgende partijen vertegenwoordigd: Wijzer in geldzaken, Stichting zzp Nederland, Platform Zelfstandige Ondernemers, Verbond van Verzekeraars, Kamer van Koophandel, Nibud en ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.