Zo schoot de voorgestelde afschaffing van de zelfstandigenaftrek de zelfstandigenorganisaties totaal in het verkeerde keelgat. PvdA-leider Asscher liep op zijn beurt te hoop tegen het idee om deeltijdontslag voor werknemers in loondienst mogelijk te maken. En uit werkgeverskringen klonk de waarschuwing dat flexwerk en zelfstandig ondernemerschap niet teveel aan banden moeten worden gelegd. Het concrete voorstel om één basis-arbeidsongeschiktheidsverzekering voor alle werkenden in te voeren, kreeg een wat milder onthaal.
Sociaal fundament
Dat laatste voorstel is op de keper beschouwd ook niet zo gek: een sociaal fundament voor alle werkenden, wie kan daar tegen zijn? Bovendien lag er al de afspraak van het kabinet en de sociale partners dat alle zzp’ers zich verplicht moeten verzekeren tegen het arbeidsongeschiktheidsrisico. Een begrijpelijke maatregel, omdat teveel zzp’ers nu geen enkele bescherming genieten. Zo’n regeling vervolgens uitbreiden tot werknemers in loondienst – aangevuld via de cao tot het oude niveau – lijkt dan een logische volgende stap.
Nederland is ‘ziek’
Toch is dat een buitengewoon riskant idee waar zzp’ers, noch werknemers in loondienst, noch werkgevers, noch de rijksoverheid iets mee opschieten. Met zo’n basisvoorziening voor alle werkenden hebben we in Nederland al ervaring, al was het aantal zzp’ers veel kleiner toen de AAW-verzekering in 1976 werd ingevoerd. In combinatie met de AOW waren de gevolgen dramatisch. De kosten voor verzuim en arbeidsongeschiktheid liepen hoog op, omdat werkgevers en werknemers er onvoldoende belang bij hadden serieus werk te maken van preventie en re-integratie. In 1990 verklaarde toenmalig premier Lubbers Nederland met bijna één miljoen arbeidsongeschikten ‘ziek’. Over tweedeling op de arbeidsmarkt gesproken!
Simpele oplossing
De oplossing voor dit maatschappelijke probleem leek even simpel als effectief: zorg dat het voor alle betrokkenen loont om echt werk te maken van preventie en re-integratie. Werkgevers kregen er belang bij om zich in te spannen om ziekteverzuim te voorkomen en werknemers die langduriger uitvielen ander werk aan te bieden. Goed werkgeverschap werd lonend via lagere premies. En dat werkte: het ziekteverzuim halveerde, net als het aantal werknemers dat blijvend werd afgekeurd. De destijds verguisde regelingen werden in 2006 vervangen door de Wet WIA: na twee jaar ziekte beoordeelt het UWV of en zo ja in welke mate iemand voor deze regeling in aanmerking komt.
Basisvoorziening
De Commissie Borstlap stelt nu voor dit bewezen effectieve systeem te verruilen voor een regeling waarbij de relatie tussen werknemer en werkgever al na een jaar wordt beëindigd en werkenden aansluitend in een basisvoorziening belanden. Deze basis wordt voor werknemers aangevuld via de cao en zelfstandigen kunnen de aanvulling zelf organiseren. Het zo snel verbreken van de band tussen werkgevers en werknemers leidt echter per jaar tot 13.000 meer arbeidsongeschikten, blijkt uit een eerdere raming van het ministerie van Sociale Zaken. Dat betekent dus meer mensen aan de kant en een voorspelbare afname van een succesvolle begeleiding, omdat niet langer één, maar voortaan twee partijen verantwoordelijk zijn. Bovendien verliezen werknemers ook nog eens de mogelijkheid om bij hun eigen werkgever te werken aan hun herstel.
Blinde vlek?
Een hoger verzuim en meer mensen aan de kant is in niemands belang, lijkt mij. Gek dat de commissie Borstlap daar zo gemakkelijk aan voorbij gaat, of zou dit een blinde vlek zijn geweest? Het doel lijkt te zijn het werkgeverschap aantrekkelijker te maken, maar het tegendeel zal het geval zijn. Een stijging van het aantal zieken en arbeidsongeschikten leidt namelijk tot hogere lasten op arbeid voor de samenleving én werkgevers. De lasten komen immers via premies uiteindelijk weer gewoon bij de werkgever terecht.
Alle werkenden
Een stelsel voor werkenden betekent dat een stelsel alle werkenden moet voorzien van voldoende inkomenszekerheid, en alle betrokkenen moet activeren om arbeidsongeschiktheid te voorkomen en werkhervatting te bespoedigen. Het betekent niet dat iedereen in dezelfde systemen geperst moet worden. In de uitwerking van dit universele principe zul je per groep moeten kijken wat werkt.
Als het probleem van onverzekerdheid onder zzp’ers wordt opgelost via de afspraken die daarover in de Stichting van de Arbeid worden gemaakt, dan werkt het stelsel in principe voor alle groepen werkenden. Het zou zonde zijn om te streven naar volledige uniformiteit met werknemers. Dat lost geen enkel probleem op, maar creëert volop nieuwe problemen. Het zou toch zuur zijn als een volgende premier de woorden van Lubbers weer moet gebruiken.
Harold Herbert is directeur bij het Verbond van Verzekeraars