Skip to Content

Lichte daling brandclaims, grote regionale verschillen

Op deze pagina is ook content beschikbaar exclusief voor leden Log in voor toegang of vraag account aan.

Het aantal brandclaims is vorig jaar licht gedaald – vermoedelijk doordat het aantal dagen met heftig noodweer (onweer, wolkbreuken) beperkt was. Een uitzondering betrof de megahagel- en onweersbui die Oost-Brabant en Midden-Limburg vorig jaar juni trof. Het aantal brandclaims lag die 23e juni op landelijk schaal 2 á 3 keer zo hoog als gemiddeld, terwijl het noodweer een be-perkt gebied trof. In Overijssel en Drenthe noteerden verzekeraars relatief de meeste brandclaims per 1.000 huishoudens, in Zeeland en Friesland de minste.

Dat staat in de Risicomonitor Woningbranden, die het Verbond van Verzekeraars samen met Brand-weer Nederland heeft opgesteld. Het Centrum voor Verzekeringsstatistiek (CVS) van het Verbond noteerde 103.657 claims in 2016, iets minder (circa 600) dan het jaar ervoor. De meeste brandschadeclaims op opstal- en inboedelverzekeringen zien verzekeraars rondom de jaarwisseling. De brandweer wordt lang niet bij elke gemelde brandclaim ingezet. Vaak gaat het ook om kleine brand- of schroeischade: veel cijfers in de Risicomonitor zijn gebaseerd op schadeclaims van verzekerden met ‘brand’ als oorzaak.

Grote regionale verschillen
De impact van noodweer – wolkbreuken en onweer leiden tot brandjes – liet zich duidelijk zien tijdens het noodweer in juni vorig jaar, ook al daalde over het hele jaar genomen het aantal claims per 1.000 huishoudens in de zuidelijke provincies. In Oost-Nederland, met Overijssel (23,1 claims per 1.000 huishoudens) en Drenthe (18,5) al langer ‘koploper’ in brandclaims, steeg het aantal verzekerden dat hun brandverzekeraar belde. Ook de steden met de meeste brandclaims per 1.000 huishoudens (Zwolle en Enschede) liggen in Oost-Nederland. In Amsterdam en Delft kwamen relatief de minste claims binnen.

Verzekeraars en brandweer werken samen om Nederland brandveiliger te maken. De verzekeraars kunnen aan de hand van brandclaims in kaart brengen wanneer er waar er vaak branden in en om de woning plaatsvinden, zowel klein (schroeischades) als groot. De brandweer doet vaak onderzoek naar woningbranden en belangrijke oorzaken en weet hoe branden – met goede preventieadviezen – kunnen worden voorkomen.

Koken, stoken en elektra risicofactoren
In 2016 vielen 47 doden bij fatale woningbranden, blijkt uit gegevens van Brandweer Nederland en het Instituut Fysieke Veiligheid. Huisartsen moeten jaarlijks 75.000 brandwonden behandelen, een kwart daarvan betreft brandwondongevallen met kinderen. De top vijf van brandoorzaken zijn koken, stoken, elektrische apparaten, elektra en roken. Brandweeronderzoek maakt duidelijk dat de helft van de fatale woningbranden begint in de woonkamer, gevolgd door de slaapkamer (19 procent) en keuken (16 procent).

Voorkom brand: laad je apparatuur verstandig op
Een belangrijk advies om brand in je woning te voorkomen is om brandbare materialen uit de buurt van de kookbron te houden en passende deksels bij de hand te houden om in geval van vlam in de pan de brand snel te kunnen doven. Ook is het raadzaam om stekkerdozen niet zomaar onderling met elkaar te verbinden. In dit digitale tijdperk van smartphones en tablets adviseren brandweer en verzekeraars daarnaast om geen batterijen of lithium-accu’s op te laden als je niet thuis bent of ligt te slapen. Ook belangrijk: voorkom ‘overladen’. Als de telefoon, tablet of apparatuur is opgeladen, is het verstandig meteen de stekker uit het stopcontact te halen.

Visie op veiligheid
Verzekeraars kunnen met hun kennis van risico’s en preventie bijdragen aan een veiligere samenleving, zeker in samenwerking met andere partijen. Het Verbond heeft daarom Safety Deals en convenanten gesloten met de overheid en maatschappelijke organisaties, om gezamenlijk de veiligheid op de weg en de veiligheid in en om het huis te verbeteren. Met Brandweer Nederland heeft het Verbond een intentie-verklaring ondertekend om samen te werken aan minder branden, minder slachtoffers en minder schade.


Was dit nuttig?