Mulder had onder meer haar vraagtekens gezet bij de kosten van het opruimen van een schade die was veroorzaakt door brand bij zonnepanelen. Zo vroeg zij de minister of hij ook vindt dat “de problemen rondom het verzekeren van zonnepanelen, inclusief de eventuele kosten voor het opruimen van deeltjes die ontsnappen bij brand, zo snel mogelijk moeten worden opgelost’. Ze noemde het tempo waarin tot nu toe stappen zijn gezet, “volstrekt ontoereikend”.
Informatie achteraf
Wiebes gaf in zijn beantwoording aan dat er wel afspraken zijn gemaakt, maar “dat verzekeraars geen onderlinge afspraken mogen maken over acceptatiebeleid, premies of preventiemaatregelen”. Dat betekent dat iedere verzekeraar op zijn eigen wijze gebruik moet maken van de aangeboden kwaliteitsborging, benadrukte de minister. “Bovendien”, zo voegde hij eraan toe, “worden verzekeraars vaak pas achter geïnformeerd over het feit dat er een zonnestroominstallatie op het dak is aangebracht”.
In een rondetafelgesprek over zonnepanelen, dat in september plaatsvond en waaraan Wiebes in zijn antwoorden refereerde, hebben de betrokken partijen dan ook “afgesproken om klanten, makelaars en adviseurs bewust te maken van de noodzaak om de verzekeraar in een vroeg stadium te betrekken”.
Volgens de minister blijven hij, het Verbond van Verzekeraars, Holland Solar, Techniek Nederland, de Nederlandse Vereniging voor Isolatie Industrie en Brandweer Nederland het gesprek voortzetten, zodat de verzekerbaarheid van bedrijfspanden met een zonnestroominstallatie kan worden vergroot en de veiligheid verbetert.
Het Verbond legt intussen de laatste hand aan de Preventiebrochure 2.0 voor PV-installaties; waarover in onze volgende nieuwsbrief (van 10 december) meer.