Skip to Content

Dat blijkt uit een thema-onderzoek van de Stichting toetsing verzekeraars. Volgens directeur Ron van Kesteren een goede zaak. “Fraudepreventie en bestrijding dragen er immers aan bij dat fraudeurs minder kans van slagen hebben.” De Stv heeft een aantal hoofdvragen onderzocht: voert de keurmerkhouder een actief fraudebeleid? Is de informatie over het fraudebeleid goed te vinden op de website? Heeft de keurmerkhouder een fraudecoördinator met een functieomschrijving? En is die coördinator ingeschreven in het Register Coördinator Fraudebeheersing?
 
Benchmark
Alle resultaten van het onderzoek vormen een benchmark zodat de keurmerkhouders zichzelf kunnen vergelijken. De gemiddelde score komt uit op 73 procent. “Een goede score”, oordeelt Van Kesteren, maar hij ziet wel veel variatie. “De hoogst scorende verzekeraar heeft 93 procent, terwijl de laagst scorende uitkomt op 52 procent. In totaal scoren zeven verzekeraars onder de zestig procent en zij moeten meer doen om fraude te voorkomen en te bestrijden.”
 
Verbeteren
In het onderzoek worden ook de nodige verbetersuggesties gedaan, die soms bijna kinderlijk eenvoudig zijn. “Zo staat op aanvraagformulieren, zowel op papier als op de website, de slotverklaring meestal onderaan. Volgens de Stv kan deze slotverklaring, waarmee de klant aangeeft dat hij het formulier naar waarheid heeft ingevuld, echter beter bovenaan staan, omdat daar een meer preventieve werking vanuit gaat.
Daarnaast houdt de stichting een pleidooi voor een uniforme registratie van incidentonderzoeken. “Alle verzekeraars die lid zijn van het Verbond melden hun incidentonderzoeken in principe bij het Centrum Bestrijding Verzekeringscriminaliteit. Maar niet alle verzekeraars hanteren dezelfde maatstaven om dergelijke onderzoeken te melden en dat komt een goede overkoepelende registratie niet ten goede. Wij roepen verzekeraars daarom op om incidentonderzoeken altijd bij het CBV te melden”, besluit Van Kesteren.