Skip to Content

FIDA biedt ook kansen

Op deze pagina is ook content beschikbaar exclusief voor leden Log in voor toegang of vraag account aan.

De Europese Verordening Financial Data Access, kortweg FIDA genoemd, lijkt er echt te komen. De tekst is vorig jaar juni gepubliceerd en Maarten Bakker (Innopay) verwacht dat deze eind dit jaar definitief is. Hij houdt rekening met een “moeilijke opgave”.

Bakker was een van de sprekers tijdens de deelsessie Het distributielandschap in 2030 van de Schadedag. Hij benadrukte niet alleen de impact die FIDA zal hebben voor de complete sector, maar ook de brede scope van de verordening. FIDA kent eigenlijk drie belangrijke principes:
1. De klant heeft controle over zijn eigen (financiële) data en moet expliciet toestemming geven om die data te delen.
2. De scope is heel breed. Het maakt niet uit of het gaat om spaardata, hypotheken, beleggingen, leningen of verzekeringen. Voor het intermediair geldt dat iedere financiële dienstverlener die meer dan 250 personeelsleden heeft, aan de vereisten moet voldoen.
3. De afspraken hoe je binnen bepaalde sectoren de data deelt, worden vastgelegd in afsprakenstelsels.

Afsprakenstelsel

De moeilijke opgave zit, volgens Bakker, met name in dat derde principe. “Het opstellen van een afsprakenstelsel is heel complex. Wij hopen dat er voor verzekeringen maar één afsprakenstelsel komt, maar er komt er ook één voor sparen. En één voor beleggingen. En dat dan voor ieder land, dus voor je het weet, zijn er tig van die afsprakenstelsels en is er consolidatie nodig.”
Extra complicerend is, benadrukte Bakker, dat de tijdslijnen heel kort zijn. “Het moet in 2027 klaar zijn en dat lijkt nog lang, maar als er zowel afspraken moeten worden gemaakt én geïmplementeerd, is dat echt kort dag.”

"Het opstellen van een afsprakenstelsel is heel complex"

Paneldiscussie

Dé vraag kon tijdens de paneldiscussie niet uitblijven. Wat is het effect van FIDA? En hoe werkt dat voor kleine advieskantoren die niet onder de regelgeving vallen, omdat ze minder dan 250 medewerkers hebben. Jurjen Oosterbaan (DFO) gaf antwoord op die laatste vraag. "Kleine kantoren zijn over het algemeen niet goed in staat om op basis van data analyses en/of vergelijkingen te maken. De ideale samenwerking zou zijn als een verzekeraar de adviseur helpt bij die data-analyse. We hebben veel kleine kantoren in ons land en laten we welwezen: een adviseur moet vooral met die klant bezig zijn.”
Valentina Visser van de NVGA noemde tot slot het delen van data ‘een must’. “Maar dan moet de consument wel meewerken. Klanten weten nu vaak helemaal niet wat ze waar hebben verzekerd.” Ze sprak de hoop uit dat FIDA straks misschien wel meehelpt om klanten financieel bewuster te maken.

Dé tussenpersoon bestaat niet
Het aantal tussenpersonen daalt al jaren. Volgens BHB Dullemond waren er in 2022 nog 5.960 adviseurs actief, terwijl dat er vorig jaar 5.710 waren. En in een prognose daalt dat aantal alleen maar verder. Henny Kloppenburg sprak de voorspelling uit dat er in 2030 nog 4.700 tussenpersonen over zijn.

Enno Wiertsema (Adfiz, 2e van rechts) maakt zich daarover niet zoveel zorgen. “Ik verwacht de komende jaren geen heel grote veranderingen in de traditionele driedeling van groot, middel en klein. Bovendien is het aantal starters groter dan het aantal overnames. In 2022 kwamen er 280 nieuwe adviseurs bij en vorig jaar 258. En tot slot heb ik de dekking van de financiële adviseurs wel eens vergeleken met Chinese restaurants. De variatie is zo groot dat je ze niet over één kam kunt scheren. Dé tussenpersoon bestaat niet.”


Was dit nuttig?