Skip to Content
Derk Loorbach.7

“We moeten van HOE-dan naar DOE-dan”

De transitie naar een duurzamere wereld is in volle gang. Verzekeraars willen vooroplopen in deze transitie, maar vragen zich ook geregeld af HOE ze dat moeten doen. HOE krijg je mensen in beweging? En HOE maak je echt het verschil? Als je het aan Derk Loorbach vraagt, weet hij één ding zeker: “we zitten mooi op schema om onszelf in complete ecologische en sociale ellende te storten.”

Loorbach is directeur van het Dutch Research Institute for Transitions (DRIFT). Hij verzorgde tijdens de Klimaatmiddag 2025 de keynote en gooide de knuppel heel hard in het hoenderhok. Een paar dagen eerder waren we te gast op de Erasmus Universiteit en hadden een uitgebreid gesprek over stikstof, (geo-)politiek, pioniers en de rol van de financiële sector.

Persoonlijk

Derk Loorbach is naast directeur van DRIFT ook hoogleraar sociaal-economische transities aan de faculteit Sociale Wetenschappen van de Erasmus Universiteit. En hij is het academisch boegbeeld van het Klimaatonderzoek Initiatief Nederland van wetenschapsfinancier NWO.

Loorbach werkt sinds 2001 op het terrein van duurzaamheidstransities, transitiemanagement en governance. Hij hoort bij de twee procent meest geciteerde wetenschappers. Wereldwijd.

Stikstofuitspraak: een kantelpunt?
Op Valentijnsdag publiceerde ESB een artikel van Loorbach en mede-auteur Guus Dix, onder de veelzeggende titel: stikstofuitspraak is een zegen voor de transitie. Volgens de auteurs was niet iedereen blij met de juridische overwinning van Greenpeace op de Staat, maar is de transitie er op de lange termijn wel bij gebaat. Een kantelpunt, want het dwingt échte verandering af? “Het is inderdaad een mogelijk kantelpunt”, zegt Loorbach nu. “Op de lange termijn, zeg over tien jaar of meer, kijken we hoe dan ook terug op wat we een critical turning point noemen. We kunnen simpelweg niet meer terug naar de oude situatie.”

Koerswijziging nodig
Die stikstofuitstoot is al veertig jaar een probleem in ons land, benadrukt hij. “Er worden grenzen overschreden, conflicten en ingrepen vermeden, terwijl er een fundamentele koerswijziging van beleid zou moeten komen. Maar, in plaats van een gedegen aanpak kiest de politiek ervoor om een commissie in te stellen die waarschijnlijk eerst nog een onderzoek moet doen en uiteindelijk de normen weer gaat verruimen, zodat we weer meer mogen uitstoten.”
Hij zucht diep. “Op de korte termijn zien we opnieuw een ontkenning van het onderliggende probleem en het zoeken naar uitstelmogelijkheden. Hetzelfde zie je rondom klimaat en biodiversiteit. Onze economie is gebaseerd op groei en die groei wordt nog steeds gefaciliteerd door fossiele brandstoffen. Maar de wal keert het schip, als die critical turning points ons langzaam maar zeker – en onvermijdelijk – fundamenteel van koers doen veranderen.”

"Onze economie is alleen gebaseerd op groei"

Waar zit het grootste probleem? In de politiek die niet doorpakt en weer een commissie in het leven roept? Of in het feit dat energie nu veel te goedkoop is en onze blik vooral economisch is?

“Onze economie draait om geld, rendementen, groei en vervolgens nog meer geld. Lang, heel lang geleden hebben we al besloten onze leefomgeving op te offeren om meer te kunnen produceren en consumeren, om meer groei te realiseren die vervolgens weer meer consumptie en productie mogelijk maakt. We zitten gevangen in groeidwang en dat maakt het ook zo ingewikkeld. Om hier te komen, hebben we zelf de marktregels bedacht en geven we financiële steun aan fossiele sectoren of industrieën. Omdat we goedkoop willen vliegen en vinden dat we goedkope producten nodig hebben. Als je kijkt naar factoren als levensgeluk, sociale ontwikkeling en levensverwachting, dan had de knop allang om gekund, maar we blijven zelfs nu nog het milieu opofferen om nog meer geld te produceren. Worden we daar gelukkiger van? Ik denk het niet. Wel ongezonder trouwens.”

Foute keuzes in jouw ogen, waarbij de economie het wint van het klimaat?

“Historisch gezien zijn het begrijpelijke keuzes, maar in de wetenschap weten we allang dat we andere prioriteiten moeten stellen. Gelukkig begint dat langzamerhand in samenleving en bij sommige beleidsonderdelen door te dringen. Zowel bij stikstof als het klimaat. Een van de grote problemen is dat de politiek nu niet in staat is om die fouten te herstellen.”

Een kwestie van niet kunnen of niet willen?

“Beleid kan slecht omgaan met transitie. Het is veel te veel versnipperd en op de korte termijn gericht. Als je in bestaande, foute beleidskaders moet gaan rommelen, wordt het helemaal een complex zooitje. En de politiek wil het niet. We hebben te maken met een coalitie van gevestigde belangen: boeren, de industrie en het kapitaal. Alles dat weerstand heeft tegen de bestaande kaders zit in de coalitie. Tegelijkertijd zie ik die weerstand ook als een onvermijdelijk onderdeel van de transitie. Een transitie gaat altijd gepaard met chaos, weerstand en instabiliteit. Mensen die iets te verliezen hebben, willen zich verdedigen. Zij komen in opstand. Dat is een normale menselijke reactie.”

Het betekent wel nog meer vertraging in de transitie naar een duurzamere wereld. Maak je je daar zorgen over?

“Dat is eerder een frustratie. Ik ben hier al 25 jaar professioneel mee bezig. Ik vraag me elke dag af wat we in hemelsnaam aan het doen zijn. De manier waarop we met de aarde omgaan leidt tot een ecologische crisis die de ineenstorting van de mensheid betekent. En ik kan je vertellen: we zitten mooi op schema. We zijn onze eigen toekomst aan het opeten. Inclusief die van onze kinderen en kleinkinderen. En daar doen we gewoon niks aan. Daarom ben ik, samen met veel collega’s, bezig met de transitieaanpak. Wij willen, zo proactief mogelijk, systemen die niet zijn vol te houden ter discussie stellen en kijken waar alternatieven ontstaan. Die alternatieven willen we verder mobiliseren, ontwikkelen en verspreiden.”

"We zijn onze eigen toekomst aan het opeten. En daar doen we gewoon niks aan?"

Jullie hebben de politiek helemaal niet nodig en gaan er als het ware omheen?

“Veel mensen gaan om de politiek heen. Overal zijn er mensen die zich zorgen maken en beginnen met een lokaal initiatief voor duurzame energie, zorg of mobiliteit. Of ze steken hun geld in een sociaal project, een alternatief geldsysteem of gaan anders eten. Dat proces is al lang gaande, wereldwijd. De wetmatigheid in transities is dat hoe meer mensen doorkrijgen dat systemen vastlopen, des te meer ook om zich heen gaan kijken.”

We komen dus vanzelf wel in beweging, ook als we niet worden gedwongen?

“Ja, maar dat geldt wel voor mensen die de mogelijkheden hebben. Mensen met te veel geld, tijd of idealen. Hoewel verreweg de meesten nog in het kamp zitten van de rust bewaren, zijn mensen met geld vaak verweven met het oude systeem. Ze zijn bang om hun geld (en hun toekomst) te verliezen.”

Zijn het niet juist degenen met geld die een elektrische auto kopen of zonnepanelen aanschaffen?

“Klopt, maar dat is dus voor een deel het vergroenen van consumptie. En ik wil niet te cynisch doen, maar zij kopen pas een elektrische auto als die allang op de markt is. Wij zijn vooral op zoek naar de pioniers, de early adopters. Bovendien, om bij het voorbeeld van de elektrische auto te blijven: als iedereen in zo’n auto gaat rijden, creëren we weer een ecologische ramp. Die individuele auto is sowieso een voorbeeld van een economisch systeem dat niet meer kan. Zo’n auto gebruikt heel veel grondstoffen, is uitermate inefficiënt als je er in je eentje in rijdt, en je neemt ook nog eens zo’n tien vierkante meter publieke ruimte in. Als je zo efficiënt mogelijk van a naar b wilt, moet je gaan fietsen. En als dat te ver is, kun je ook met tien anderen een kleine, lichte auto delen.”

Wat zijn pioniers? Zitten die met name in kleinschalige, lokale initiatieven?

“Die pioniers zitten overal. Ook bij banken en verzekeraars zijn mensen op zoek naar alternatieven. Met DRIFT zoeken wij vooral naar mensen die de gevestigde kaders en normen ter discussie stellen en durven te experimenteren met alternatieven. Wij noemen dat reflexiteit, mensen die zich afvragen of ze nog wel de goede dingen doen. Die pioniers vinden we bij de overheid, in de wetenschap en dus ook in het financiële systeem.”

Jullie zoeken met andere woorden naar mensen die hun nek durven uitsteken? Waarom?

“Ons financiële systeem is compleet ingericht op geld maken. Met geld maak je meer geld, maar dat moet wel ergens vandaan komen. Je pakt dat geld af van een ander. Er wordt meer schuld gecreëerd. Of je haalt ergens olie uit de grond. Als er meer geld wordt gemaakt, noemen we dat economische groei. Maar hoe je het ook wendt of keert, geld is altijd de drijvende kracht achter sociale of ecologische problemen.”

"Hoe je het ook wendt of keert, geld is altijd de drijvende kracht achter sociale of ecologische problemen”

Is die drijvende kracht te groot geworden?

“Veel te groot. We hebben zoveel geld en dan moet het ook nog eens elke keer meer worden. Het kapitaal blijft groeien.”

Ons geld is, plastisch uitgedrukt, een kind met een waterhoofd aan het worden?

“Nou dat ja, en het implodeert nog eens een keer. We hebben straks geen planeet meer over, maar wel heel veel geld. Gelukkig komen er steeds meer mensen, ook in de financiële sector, die zich liever bezighouden met groene groei. Je ziet dat eerst de meest extremen verdwijnen. Zo willen we geen maximaal rendement op leed meer. Hoge rendementen op fossiele industrie, dierenleed en sigaretten zijn not done geworden. Dat is mooi en ik realiseer me als geen ander dat dit transities zijn die lang kunnen duren, maar we zitten nu in de fase dat we meer moeten gaan doen aan het klimaat en ecologische schade. De volgende fase is dat we de economische groei als een probleem zien wanneer het ten koste gaat van sociale en ecologische aspecten. Dat wordt spannend, want als we die conclusie trekken, moeten we echt op een andere manier gaan werken.”

Denk je echt dat het zover komt?

Lachend. “Tja, dan zijn we dus weer terug bij mijn frustratie van daarnet. Op de lange termijn is er geen keuze, maar tegelijkertijd zijn al die mensen in de financiële sector opgeleid volgens de oude logica. En ze werken in organisaties en bij bedrijven die ook allemaal zijn opgericht in de oude wereld en dus werken volgens die oude logica. Een verzekeraar of pensioenfonds moet toch een bepaald rendement halen en werken volgens Europese standaarden en risicoprofielen. Bovendien hebben de deelnemers en aandeelhouders ook nog hun verwachtingen.”

Vechten tegen de bierkaai dus?

“Het zal op zijn minst een hoop discussie kosten en ongemak opleveren. Kijk die zon schijnt gewoon he. Voor niks. Wat is een acceptabel rendement? Acht tot tien procent? Ik denk dat we naar een systeem moeten dat een paar procent rendement oplevert, maar wel sociaal is en de ecologie geen schade toebrengt. En het rendement is weliswaar lager, maar dat is het risico ook. Bovendien wordt de totale economie ook veel kleiner. In de nieuwe wereld hebben we geen één of twee auto’s per gezin. Dan praten we over tien gezinnen die twee auto’s delen. Heel ander verhaal.”

Linksom of rechtsom zal er iets moeten gebeuren, maar hoe ga jij dat aanpakken? Dit wordt wel een HOE met hoofdletters.

“Wij hebben dat hoe-dan vertaald naar kleine schaal. Tot nu toe hebben we het bij transities over grote maatschappelijke processen, maar ondertussen vraagt iedereen zich af: wie gaat daar dan over? Alles is met alles en iedereen verbonden, maar niemand is in control. En dus is er niemand verantwoordelijk. Wij kunnen er dan bijna op vertrouwen dat mensen zelf op zoek gaan naar alternatieven. Onze hoe-dan zit bij DRIFT in projecten. Mensen benaderen ons: ‘we lopen vast en zien dat het anders moet, maar weten niet hoe. Help ons om een alternatief te verkennen’. Het antwoord op hoe-dan is eigenlijk heel simpel: doe-dan! Veel kleine veranderingen die je in je dagelijkse routines brengt en die soms niet eens zo revolutionair zijn, kunnen een groot verschil maken. Maar je moet ze wel doorvoeren en volhouden.”

"Veel kleine veranderingen kunnen een groot verschil maken"

Wat is jouw boodschap voor de financiële sector? Wat kan zij anders doen?

“Vrijer denken. Vorig jaar hebben wij een aantal sessies gedaan met de financiële sector. Ik vond het frustrerend. Normaal doen wij zo’n transitie met vrije denkers, nu was dat met de bazen van het financiële systeem. Toezichthouders, banken, pensioenfondsen en verzekeraars. Ik merkte wel een duidelijk verschil bij die laatste twee. Pensioenfondsen en verzekeraars zijn op de lange termijn gericht. Zij worden al met de neus op de feiten gedrukt en merken dat de kaders niet meer werken, omdat de realiteit is veranderd. Banken hebben dat veel minder.”

Mist het in de financiële sector aan vrije geesten?

“Ze zijn er zeker, maar het is eerlijk gezegd wel zoeken. De innovatiekracht bij verzekeraars zit vooral in technische innovatie. Fintech gaat ook weer over geld. En over geld met geld genereren. Of over crypto. Het ontbreekt vooral aan vrije geesten die anders kunnen denken over de rol van geld. Dat begint al bij de vraag wat verzekeren is. Als jij je toekomst wilt verzekeren, moet dat dan per se met een zak geld? Je zou ook aan een toekomst kunnen denken waarin je verzekerd bent van gezond eten. Wat is daarvoor nodig? Als jij een stuk grond hebt waar je je eten vandaan kunt halen, is dat misschien wel een betere toekomstgarantie dan een zak geld. Wij zien allerlei alternatieve economieën ontstaan. Bijvoorbeeld als het gaat om een duurzame woonzorgvoorziening. Of over voedsel, water, een gezonde leefomgeving, zorg en mobiliteit. Dergelijke voorzieningen genereren niet heel veel geld, maar ze geven mensen wel toegang tot goedkope en betaalbare basisvoorzieningen.”

Zit daar de crux? Als verzekeraars transities mogelijk willen maken, moeten ze anders over geld leren denken?

“Dat denk ik wel. Kijk alleen eens naar de energietransitie. Iedereen denkt dan meteen aan elektrische auto’s en zonnepanelen. En voor je het weet, is er een heel model om de economische groei in stand te houden. Maar je kunt een auto of zonnepanelen ook delen, zodat je een lokaal ecologisch systeem krijgt en energie met elkaar verhandelt. Je genereert in zo’n model veel minder geld voor andere partijen, maar dan wordt het voor de burgers veel goedkoper. Ik zou dat soort initiatieven wel op een grotere schaal willen zien.”

Jij denkt echt dat verzekeraars de sleutel in handen hebben?

“Zeker, maar dan moeten ze compleet anders met hun klanten leren omgaan en een totaal ander gesprek voeren. En natuurlijk lukt dat niet van de ene op de andere dag, maar dat hoeft ook niet. Begin gewoon. Ik durf het bijna niet te zeggen, maar wat dat betreft is Trump wel een mooie inspiratiebron. Hij breekt met de orde die er was en dat is eigenlijk precies wat we nodig hebben. Alleen doet hij het vanuit eigen belang, terwijl het zou moeten vanuit het algemeen belang.”

Genoegen nemen met lagere rendementen en de financiële sector anders organiseren, klinkt niet als een makkelijk klusje? Eerder als een mission impossible?

“Ik zal proberen je wat positiever te stemmen. Ik snap dat je die hoe-vraag blijft stellen, maar in plaats van doe-dan zou ik ook kunnen zeggen: zo-dan. Ik word namelijk heel hoopvol van medewerkers bij verzekeraars die al ver op weg zijn in de transitie. Tot nu toe heb ik een vrij radicaal perspectief geschetst. Expres. Dat is ook een beetje mijn rol als directeur van DRIFT. We willen graag aan de voorkant een elastiek zijn waarmee we de mensen oprekken. En, eerlijk is eerlijk, de ruimte die ik nu krijg om mijn verhaal tijdens de Klimaatmiddag te doen, vind ik positief. De snelheid waarmee de discussie verschuift en de openheid waarmee ik verzekeraars tref die zichzelf de vraag stellen ‘wat zijn we eigenlijk aan het doen?’ is mooi. In die zin is de transitie inderdaad al een heel eind op weg.”

(Tekst: Miranda de Groene - Beeld: Ivar Pel)