Oh ja? Zo’n fusie is er toch vooral voor de efficiëntie?
“Nou, er waren meerdere redenen voor de fusie. Natuurlijk is efficiënter werken er één van. Er komt veel op de branche af en ondertussen moet je kwaliteit blijven leveren aan je achterban. Hoe groter je bent, hoe beter je dat kunt. Maar efficiëntie is niet het belangrijkste. De fusie zorgt voor gebundelde krachten, zo worden we beiden een nog steviger gesprekspartner van politiek en stakeholders.”
De buitenwereld gaat het dus merken.
“En onze leden ook. Ze kunnen blijven rekenen op de dienstverlening die we al boden, dat wordt alleen organisatorisch iets anders. Daarnaast kunnen ze gebruikmaken van alle diensten van het Verbond, van statistieken tot fraudebestrijding. Soms betekent dat overigens ook meer werk – denk aan de zelfregulering. Veel FOV-leden houden zich hier onbewust al aan, maar dat moet wel geformaliseerd worden. Daar gaan we ze uiteraard bij helpen.”
En de leden van het Verbond?
“Voor het Verbond wordt de achterban breder. Ik denk dat de onderlinge aanwas een verrijking is voor de leden van het Verbond. Het principe en gedachtegoed van onderlinge verzekeraars past bij deze tijd waarin nieuwe risico’s de kop opsteken. Hier kunnen grote maatschappijen iets aan hebben: Hoe werkt een coöperatieve verzekeraar? Welke uitdagingen komen zij tegen en hoe gaan zij daarmee om? We delen het gedachtegoed graag.”
Zitten de FOV-leden straks dan aan dezelfde tafel als de Verbondsleden?
“Bij bijeenkomsten en in het Verbondsbestuur wel - daarin hebben ze een zetel. Verder krijgen zij een eigen plek in het zogeheten Platform Onderlinge Verzekeraars, waarvan ik de manager word. Hierin blijven we doen wat we altijd al deden, alleen dan nu vormgegeven als afdeling van het Verbond. Met de genoemde extra’s. Dat biedt wat mij betreft volop perspectief en kansen. Ik heb dan ook alle vertrouwen in de fusie.”