Skip to Content
  1. 2021 kwam de Europese Commissie met een omvangrijk wetgevingspakket om het witwassen van geld (via Anti-Money Laundering Directives (AMLD's) en de financiering van terrorisme (counter terrorism financing, CTF) tegen te gaan. Die wetgeving kwam er naar aanleiding van met name misstanden bij de banken, maar geldt nu ook voor levensverzekeraars. Waarom worden levensverzekeraars over een kam geschoren met banken? De risico’s op witwassen en terrorismefinanciering zijn toch geheel anders?  

“De antiwitwaswetgeving is van toepassing op een hele brede groep financiële en niet-financiële instellingen. De nieuwe Europese regelgeving – het EU AML pakket – verandert daar in essentie niet veel aan, maar brengt wel nieuwe instellingen onder de reikwijdte van de regelgeving. Denk aan crowdfundingplatformen en de voetbalsector. De directe aanleiding voor het EU AML pakket is inderdaad enkele witwasschandalen bij banken. De analyse van de Europese Commissie in 2019 liet zien dat er een lappendeken van anti-witwasregels in Europa bestond, doordat landen de Europese regels op verschillende manieren in nationale wetgeving implementeerden. Ook toonde het rapport aan dat er grote verschillen bestonden in de effectiviteit van toezicht en handhaving door anti-witwastoezichthouders. Deze ‘root causes’ beperkten zich niet tot de bankensector. Daarom heeft de Europese Commissie ervoor gekozen om deze problemen breder op te pakken. In beginsel worden geen van de instellingen die nu al onder de reikwijdte van de antiwitwasregelgeving vallen in de toekomst uitgezonderd.”

  1. Er is een nieuwe antiwitwasautoriteit, de Anti-Money Laundering Authority (AMLA), die toezicht gaat houden op de naleving van de wetgeving bij 40 financiële groepen en entiteiten die grensoverschrijdend actief zijn. Verwacht jij dat Nederlandse verzekeraars onder direct toezicht van de AMLA komen?

“Er zijn twee criteria om in aanmerking te komen voor direct toezicht door AMLA. Het eerste criterium is dat een financiële instelling actief moet zijn in zes of meer EU-lidstaten – via fysieke aanwezigheid en/of paspoortactiviteiten. De European Banking Authority (EBA) stelt nu, in de consultatie van de eerste technische standaarden, voor dat een instelling geacht wordt actief te zijn in een lidstaat wanneer deze meer dan 20.000 klanten heeft. Het tweede criterium is dat de financiële instelling een ‘hoog risicoprofiel’ heeft. De voorgestelde methode om dit te beoordelen ligt momenteel ook voor ter consultatie. Vergeleken met andere financiële sectorpartijen beschouw ik de verzekeringssector in algemene zin als een sector met een relatief laag risico op witwassen en financieren van terrorisme. Daarom schat ik de kans ook laag in dat verzekeraars geselecteerd worden voor het directe toezicht. Maar tegelijkertijd moeten we niet vergeten dat de toekomstige voorzitter van de AMLA, Bruna Szego, in haar eerste publieke interview met de Certified Anti-Money Laundering Specialist (ACAMS) de afgelopen maand heeft gezegd dat AMLA voor het directe toezicht niet alleen banken zal selecteren. Maar ook andere financiële sectorpartijen.”

  1. Hoe verhoudt het toezicht van deze autoriteit zich tot het toezicht van de AFM en DNB? Met wie krijg je als verzekeraar te maken?

“Ik verwacht dat er geen wijzigingen zullen plaatsvinden wat betreft de verantwoordelijke toezichthouder voor toezicht op de naleving van antiwitwasregelgeving in Nederland. Voor levensverzekeraars zal dat dus De Nederlandsche Bank (DNB) zijn. Voor bemiddelaars in levensverzekeringen blijft dat de Autoriteit Financiële Markten.”

  1. Wat gaan we als sector merken van de wetgeving en wanneer? Met andere woorden: wat wordt er van verzekeraars (zowel leven als schade) verwacht?

“In algemene zin worden de verplichtingen met het EU AML pakket omvangrijker, meer complex en meer gedetailleerd. De komende jaren zullen er nog heel veel regels – zogenaamde technische standaarden – en richtsnoeren uitgevaardigd worden; vanuit KPMG hebben we dat ook wel de ‘regulatory tsunami’ genoemd. Dat maakt het voor instellingen een uitdaging om zich nu al tot in detail voor te bereiden, maar aangezien het gaat om ingrijpende wijzigingen, ontkomen zij er niet aan om al de eerste stappen te zetten. Denk bijvoorbeeld aan een gap- en impact assessment, waarmee je in kaart kan brengen welke leemtes er zijn en waar de impact van wijzigingen het grootst is. 10 juli 2027 is de datum waarop de nieuwe regelgeving van toepassing is. Op die datum moeten het beleid en procedures, de governance, systemen en tooling helemaal gereed zijn. De wetgeving is van toepassing op levensverzekeraars en niet op schadeverzekeraars. Schadeverzekeraars kunnen wel in meer of mindere mate met deze nieuwe vereisten te maken krijgen. Wanneer ze tot dezelfde groep behoren als levensverzekeraars, moeten zij worden meegenomen in de groepsbrede risicobeoordeling. Op basis van de eigen ‘risk appetite’ kan de groep voorschrijven dat bepaalde vereisten alsnog door schadeverzekeraars worden toegepast. Dit volgt dus niet uit de wetgeving, maar is een interne keuze op basis van de eigen risico-inschatting. Vanuit KPMG volgen we de regelgevende ontwikkelingen op de voet. Op de website van KPMG en in publicaties van het KPMG AMLA Office publiceren wij regelmatig over de nieuwe verplichtingen en consultaties van standaarden en richtsnoeren.”

  1. Verwacht jij dat we dankzij AMLA en het single rulebook ook meer synergie krijgen tussen het Sanctieregime en de Wwft, bijvoorbeeld in de verschillende UBO-percentages of op andere manieren?

“Ik zou deze vraag heel graag bevestigend willen beantwoorden, maar ik ben bang dat dat niet het geval gaat zijn. De reikwijdte van de antiwitwasregelgeving wordt uitgebreid naar EU gerichte financiële sancties, de zogenaamde verplichting om tegoeden te bevriezen en het verbod om – direct of indirect – tegoeden beschikbaar te stellen van financiële middelen aan personen die op de sanctielijst staan. Maar bij de toepassing van deze normen blijft ook het EU AML pakket de percentages, die momenteel van toepassing zijn, in het sanctierecht gebruiken. Ik vrees zelfs dat het nog gecompliceerder is geworden, omdat het EU AML pakket in deze context spreekt van ‘meer dan 50%’, terwijl onder het sanctierecht de interpretatie het afgelopen jaar gewijzigd is naar ‘50% of meer’. Verder blijven andere sancties, zoals sectorale sancties of nationale sancties ter implementatie van VN-sancties (denk aan de nationale terrorismelijst), buiten de reikwijdte van deze antiwitwasregelgeving. Waar wel een kleine verbetering zit, is het nieuwe vereiste dat beheerders van UBO-registers moeten verifiëren of de informatie in het register betrekking heeft op personen of entiteiten waar gerichte financiële sancties op van toepassing zijn, en als dit het geval is dit aan te duiden in het register. Dit moet worden gedaan direct na het opleggen van nieuwe sancties en op gezette tijden daarna.”

In het FD verscheen eerder deze week een artikel over het morrelen van de Verenigde Staten aan de internationale samenwerking tegen witwassen. Welke gevolgen zou dit kunnen hebben voor de ambities van Europa?

“Het is een kort maar krachtig artikel dat goed laat zien hoe betreurenswaardig de koers van de regering-Trump op het gebied van de preventie van witwassen en financieel-economische criminaliteit in brede zin is, en waarom. Ik denk niet dat huidige situatie in Amerika de regelgevende ambities van de EU op dit punt zullen raken, omdat Europa wat deze regelgeving betreft al ver voorloopt op Amerika.”