Skip to Content

Met name het terugvindpercentage van jonge auto’s is behoorlijk gestegen sinds 2012: van 22 procent toen naar 36 in 2017. Volgens Wouter Verkerk, directeur van het Verzekeringsbureau Voertuigcriminaliteit (VbV), is dat onder meer te danken aan het verbeterde registratieproces. “Samen met de Nationale Politie en de RDW doen wij er alles aan om een gestolen auto zo snel mogelijk te registreren én te signaleren. Verschil met vroeger is dat de politie-aangifte en de diefstalsignalering twee verschillende processen waren bij twee partijen. Nu is dat één proces en staat er binnen twee uur na aangifte een internationale diefstalsignalering online.”
Die tijdwinst helpt enorm, benadrukt hij. “Wij merken bijvoorbeeld dat de export van gestolen auto’s naar het Oostblok ingewikkeld is geworden. De kans dat je nog ongehinderd bij de Pools-Duitse grens komt, wordt steeds kleiner, doordat gestolen auto’s die nog in Nederland rijden, veel sneller worden opgemerkt.”
 
Onderdelen
Verkerk noemt naast de verbetering van het registratieproces nog een aantal redenen voor de daling van de schadelast. “Ten eerste is de politie alerter op gestolen voertuigen. Als er aangifte is gedaan, gaat er meteen een signaal naar alle surveillerende voertuigen, zodat iedereen weet dat die auto is gestolen. Daarnaast komt de politie steeds vaker gestolen voertuigonderdelen tegen bij helers die we kunnen linken aan gestolen voertuigen.”
Om het OM en de politie te ondersteunen, wordt VbV-Derden aangesteld als strafrechtelijk bewaarder. Verkerk: “Heel zwart-wit gesteld betekent het dat wij registreren, zodat de politie boeven kan vangen. Als de politie een gestolen auto aantreft bij een malafide bedrijf, is er vaak onvoldoende capaciteit om het hele terrein na te lopen of er meer gestolen onderdelen en voertuigen aanwezig zijn. Wij worden in zo’n geval door de Officier van Justitie als strafrechtelijk bewaarder benoemd en nemen een stukje werk van de politie over. We registreren alle gestolen onderdelen en sturen de nummers naar het Landelijk Informatiecentrum Voertuigcriminaliteit, dat op zijn beurt bij de fabrikant navraagt uit welke auto het onderdeel afkomstig is. “
Dat kan zomaar weken of maanden duren, omdat het geregeld voorkomt dat het VbV-Derden niet op één of vijf gestolen auto’s stuit, maar onderdelen van een paar honderd gestolen auto’s op één adres aantreft. “Je ziet de diefstallen in de directe omgeving dan inzakken, omdat de dieven geen afzetkanaal meer hebben.”
 
Regres
Op dit moment heeft het VbV vijf rechtszaken lopen in verband met regres op dergelijke voertuigcriminelen en volgens Verkerk is vooral in dat verhalen van de schade nog meer mogelijk. “Natuurlijk kunnen we de publiek-private samenwerking verder intensiveren. En vanzelfsprekend is het belangrijk dat opkopers van tweedehands onderdelen voldoen aan de eisen die het opkopers-register aan ze stelt, maar het zou goed zijn als we veel meer schade kunnen verhalen op daders. Een van de manieren daarvoor is als verzekeraars, net als slachtoffers, worden toegelaten tot de schadevergoedingsmaatregel in het strafrecht.
Nu moet voor alle individuele zaken apart een civiele rechtszaak worden aangespannen en dat loont meestal de moeite niet. Jammer genoeg!”