Vorig jaar maart besloot de NAM, gedreven door veel kritiek vanuit de samenleving, uit het proces van schadeafhandeling te stappen. Er moest een nieuw protocol komen, liefst nog voor de zomer, waarbinnen de veroorzaker als ‘aansprakelijke partij’ geen directe rol meer vervulde in het beoordelen van de schade. Nationaal Coördinator Groningen Hans Alders stelde daarom een expertgroep samen. Daarin zaten enkele hoogleraren met seismologische kennis, maar ook bijvoorbeeld bouwkundigen, GGD Groningen en communicatiedeskundigen. Na een verzoek van Alders schoof het Verbond Martijn van Baalen, directeur Schade bij Univé, naar voren om kennis en ervaring uit de sector in te brengen. “Ons bedrijf heeft natuurlijk een duidelijke connectie met het Noorden en ik heb er ook zelf gewoond”, vertelt hij. Ook zijn achtergrond in de rechtsbijstandverzekeringen en zijn pragmatische insteek wogen mee. “En natuurlijk wonen er collega’s in het aardbevingsgebied en hebben we er ook veel klanten. Maar dat speelde allemaal geen rol. Ik zat er niet namens Univé, maar namens de sector.”
Klinischer
In de expertgroep was Van Baalen de enige vertegenwoordiger uit het bedrijfsleven. Hij zag het als zijn rol om ‘wat klinischer’ te kijken naar het afhandelingsproces van de schadegevallen. “Dat was een veelkoppig monster geworden. Daardoor zijn al die zaken zich gaan opstapelen en moesten mensen vreselijk lang op een oplossing wachten. Daar kijken we als verzekeraars anders naar: waar mogelijk wil je je klanten zo snel mogelijk schadeloos stellen. Tot een bepaald bedrag loont het niet om er uitgebreid naar te kijken. Dan kun je beter gewoon uitkeren.”
Voor veel eenvoudige dossiers is bouwkundige kennis niet nodig, vertaalt Van Baalen het naar de Groningse kwestie. “Lichtere zaken kun je administratief afwerken. Mijn indruk was dat het hier ging om overzichtelijke aantallen en bedragen. Dat had allang afgewikkeld kunnen zijn. Als je een muurtje moet laten stucen, dan wil je toch niet eindeloos wachten op bezoeken van experts, contra-experts en de schriftelijke bevestiging van hun bevindingen? Dat duurt maar en dat duurt maar. Logisch dat de frustratie bij die bewoners dan almaar verder oploopt.”
Scheve verhouding
Van Baalen haast zich te benadrukken dat op dat vlak niemand iets te verwijten valt. “De overheid is met handen en voeten gebonden aan de regels en wil alle partijen aan boord houden. Maar wie hier zakelijk naar kijkt, ziet in vijf minuten dat dit allemaal veel te kostbaar is. Er is een scheve verhouding ontstaan tussen de uitgekeerde bedragen en het gedeelte van dat geld dat ook daadwerkelijk bij de gedupeerden terechtkwam.
Mijn idee was: bekijk die dossiers, trek een grens bij bijvoorbeeld 1.500 euro, en handel alles daaronder gewoon onmiddellijk af. Zo zouden wij het als verzekeraar doen. Zet er een ploeg op, met ploegbaas, bereken hoeveel tijd je nodig hebt en stuur op snelheid en goede responstijden.”
Primaire behoefte
Dat hij de materie ‘klinisch’ benaderde, betekent niet dat hij er emotieloos in zat. “Ik heb zelf misschien wel onderschat hoe basaal dit is. Een huis is een primaire behoefte. Als de muren op instorten staan, is je persoonlijke veiligheid in het geding. Dat soort emoties kun je niet wegmanagen met good govenance. Dat is het verkeerde medicijn.”
Daar zit ook een verschil met veel van de massaclaims waar verzekeraars vaker mee te maken hebben. “Die zijn toch minder dramatisch en emotioneel van aard. Neem de kwesties rond DSB, Aandelenlease, woekerrentes: dat gaat dan meestal om vermogensschade. Hoe ernstig ook, het is een ander niveau dan wanneer je eigen veiligheid en die van je geliefden op het spel staat.”
Optimisme
Sinds het najaar is Van Baalen niet meer betrokken, daarna was het woord aan ‘Den Haag’. Mede door de inzet van de nieuwe minister van Economische Zaken, Eric Wiebes, kwam het schadeprotocol er, met een onafhankelijke claimstichting en ruimte voor bewoners om in beroep te gaan. Het is deze maand voorzichtig positief ontvangen in Groningen, net als de belofte van de minister dat de gaswinning in het gebied fors omlaag gaat. Van Baalen deelt het optimisme. Hij is terughoudend over zijn eigen rol in de doorbraak. “Ik heb zoveel mogelijk geprobeerd mijn ervaring als verzekeraar en het perspectief van het bedrijfsleven op tafel te leggen. Maar natuurlijk: je hoopt altijd dat je meer kunt doen.”