Skip to Content

5 vragen over de CO2-reductie van duurzaam schadeherstel

Op deze pagina is ook content beschikbaar exclusief voor leden Log in voor toegang of vraag account aan.

De tweede fase van Duurzaam Schadeherstel is aangebroken. De werkgroepen zijn volop aan de slag met verbetermaatregelen. En intussen moet er ook een nulmeting komen, voordat de pilots van start kunnen. Wiger Aantjes (Sustaining Supply Chains) geeft antwoord op vijf vragen.

1. Jij bent dagelijks in de weer met standaarden en rapportages over CO2-reductie. Wat is met name belangrijk bij een project waarbij veel verschillende partijen zijn betrokken?

“Heel belangrijk is dat iedereen dezelfde taal spreekt. Iedereen moet snappen hoe je alle data bij moet houden om de metingen zuiver te houden. Tijdens de Kickoff-meeting eind september heb ik de date-templates uitgelegd. Vervolgens hebben we Q&A-sessies georganiseerd en tot slot ben ik een dagdeel bij elke werkgroep aangesloten om alle klokken gelijk te zetten. We willen straks per verbetermaatregel graag weten wat we hebben bereikt en daarvoor kijken we naar de verschillende emissiebronnen: energieverbruik van materieel, transport van goederen en personen, (her)gebruik van materialen, afval- en reststromen. Per maatregel verwachten we effect op één of meerdere van deze terreinen.”

2. In totaal zijn er maar liefst 18 verbetermaatregelen. Hoe kom je tot een goede nulmeting?

“Dat is voor de ene verbetermaatregel makkelijker dan voor de andere. Het heeft er vooral mee te maken hoeveel data er nu al beschikbaar is. Wat leggen de ketenpartijen met andere woorden nu al vast? Neem als voorbeeld een waterschade. Als bij een verzekeraar extra energieverbruik wordt gedeclareerd voor het gebruik van droogapparatuur, dan biedt dat een mooie bron. Als die data nu al nauwkeurig worden bijgehouden, weet je immers het gemiddelde verbruik ook. Bij de (heel) grote schades is dat lastiger. Grote schades zijn uniek en komen minder voor. Dus is er minder data beschikbaar. We gaan overigens wel in de praktijk nadrukkelijk aan de slag met die grote schades, maar we zullen iets theoretischer moeten berekenen welke besparingen de nieuwe manier van werken in dat segment opleveren.”

3. Jij bent sinds kort bij het project betrokken en hebt nu een mooi kijkje in de keuken gehad bij de drie partijen (verzekeraars, experts en reconditioneringsbedrijven). Wat valt je op?

“Er is veel goede wil. Iedereen wil graag stappen zetten en CO2 reduceren. Tegelijkertijd is het een uitdaging dat dit project bovenop het gewone werk komt. Dat is een gegeven, maar maakt het wel extra druk voor de werkgroepleden. Daarnaast zie ik dat de dataregistratie met name op het bordje ligt van de reconditioneerders en hun herstelpartners, waaronder bijvoorbeeld aannemers. Verzekeraars en experts bepalen samen hoe snel iemand ter plaatse moet zijn, maar de concrete invulling ligt meer bij de reconditioneringsbedrijven."

4. In de eerste week van januari moeten de pilots gaan draaien. Haalbaar?

“Zeker. Ik denk zelfs dat sommige werkgroepen al voor de Kerst met een éénmeting komen, omdat zij gebruik kunnen maken van veel historische data. Zij kunnen daardoor de nulmeting overslaan. En het klinkt simpel om te stellen dat het daarna een kwestie van bijhouden is, want er komt natuurlijk veel meer bij kijken dan alleen maar data registreren. Denk alleen al aan de communicatie richting gedupeerden die mee moeten willen werken. Als jij na een waterschade de ramen open moet zetten in plaats van dat er droogmachines worden geplaatst, duurt het drogingsproces wel langer.”

5. Alle data komen uiteindelijk op jouw bureau terecht, zodat jij de CO2-reductie mag uitrekenen. Is dat ingewikkeld?

"Vind ik niet. Het is mijn werk. En ik houd van rekenen. Ik denk dat het over een paar jaar voor meer mensen makkelijker wordt, maar vooralsnog heb je met de nodige definities te maken. Bovendien is het altijd handig om de berekening centraal te beleggen, zodat de uitkomsten zo zuiver mogelijk zijn. Dat was ook mijn belangrijkste boodschap bij de diverse werkgroepen. Als je een andere manier van droging toepast, moet je niet alleen de kwaliteit toetsen, maar ook opletten of er geen waterbedeffect ontstaat. Misschien leidt die andere manier van drogen wel tot meer afval? We willen het complete plaatje in beeld krijgen en houden. Uiteindelijk is het belangrijk dat we nu demonstreren dat de verbetermaatregelen leiden tot minder CO2-emissies. Hoeveel is nog even de vraag, maar ik weet wel zeker dat we de emissies sterk gaan verlagen.”

Meer weten over duurzaam schadeherstel? Kijk dan eens op onze speciale themapagina.


Was dit nuttig?