1. Wat betekent het manifest voor jou?
“Een enorme sprong voorwaarts. In het dagelijks leven ben ik algemeen directeur bij Polygon en het was mij al opgevallen dat je alleen veel kunt doen, maar uiteindelijk bereik je meer door samen te werken. Verbondsdirecteur Geeke Feiter heeft dat eerder al veelzeggend betiteld met Alleen ga je sneller, maar samen kom je verder. We móeten samenwerken. Als er geen samenwerking is, loop je vanzelf tegen grenzen aan. Je hebt elkaar nodig om doelen te realiseren. Ik vind het vooral mooi dat verzekeraars, schade-expertisebureaus en reconditioneringsbedrijven door het manifest steeds meer partners van elkaar worden in plaats van klant en leverancier.”
"Alleen als iedereen meedoet in de ambitie om duurzaam te herstellen, kunnen we ons houden aan het Parijs-akkoord"
2. Je hebt elkaar nodig om doelen te kunnen realiseren?
“Ja precies. Die samenwerking is echt cruciaal om schades duurzaam te kunnen herstellen. Je kunt als bedrijf veel doen, maar voor sommige doelen heb je de ketenpartners nodig. In ons geval de verzekeraars en schade-expertisebureaus. Wij kunnen bijvoorbeeld nooit in ons eentje de kpi’s van een verzekeraar veranderen. Alleen als iedereen meedoet in de ambitie om duurzaam te herstellen, kunnen we ons houden aan het Parijs-akkoord. Laat ik een voorbeeld geven. Wij hebben dagelijks zo'n tweehonderd busjes op de weg rijden en proberen zoveel mogelijk te besparen in ons CO2-verbruik. Onder meer door onze mensen anders in te zetten en minder kilometers te maken, maar ook door te kijken naar ons energieverbruik en de afvoer van materialen. Je wilt niet weten hoeveel materiaal er na een schade zo de container in gaat, terwijl dat mogelijk nog herbruikbaar is. Dat kan en moet echt anders.”
Hoe zit het ook alweer?
Tijdens de Schadedag in juni 2023 ondertekenden drie brancheorganisaties (het Verbond, het NIVRE en Schoonmakend Nederland) het Manifest Duurzaam Schadeherstel. Kort samengevat spreken zij daarin de intentie uit dat duurzaam herstel de gangbare praktijk wordt bij het afhandelen van schade. Dat kan door te herstellen in plaats van te vervangen, maar duurzaam herstel houdt veel meer in. Hoe kunnen de diverse ketenpartners de afvalberg verminderen? En is het mogelijk om meer ‘op afstand’ te werken en zodoende het aantal kilometers te reduceren?
Begin dit jaar zijn drie werkgroepen aan de slag gegaan:
1. Mobiliteit & mens
2. Energie materieel
3. Circulariteit materiaal
In de eerste fase, die tot de zomer loopt, genereren die werkgroepen zoveel mogelijk ideeën om de CO2-uitstoot te beperken. In de tweede fase, die na de zomer van start gaat, worden er pilots voorbereid, die op 1 januari 2025 van start gaan en zes maanden duren.
3. Hoe krijg je de achterbannen van drie brancheorganisaties allemaal op één lijn? Wat is daarvoor nodig?
“Klinkt gek, maar daar heb je een manifest voor nodig. Ik vond het een jaar geleden mooi dat we de intentie met elkaar hebben uitgesproken, maar ben nu, een jaar later, nog meer onder de indruk. Er wordt heel professioneel samengewerkt. Er is geen concurrentie, omdat iedereen hetzelfde doel nastreeft. Alle partijen zitten aan tafel in werkgroepen. Dat kost veel tijd, maar de intrinsieke motivatie is ronduit groot.”
4. Is dat je het meest meegevallen in het afgelopen jaar: de motivatie van alle betrokken partijen?
“De bereidwilligheid is inderdaad heel groot. Ik denk dat dat vooral te maken heeft met de awareness. Blijkbaar was de tijd rijp voor duurzaam herstel en kwam het manifest precies op het juiste moment. Een paar jaar geleden zag ik in onze branche nog niet veel bedrijven die actief met duurzaamheid bezig waren. Iedereen zag de noodzaak al wel, maar dacht ook vaak: leuk voor een ander, niet voor mij. Dat is nu compleet anders. Niet alles kan en lukt, maar de wil is er. Ik zie dat ook terug in de diverse werkgroepen. Er komen legio goede ideeën naar voren. Zoveel dat daaruit nu achttien pilots worden voorbereid, waarmee we concreet aan de slag kunnen. Dat is wat mij betreft ook de kracht van de samenwerking. Er komt veel los.”
Marlies van der Meulen-Sahni MSc
5. Wat is je tegengevallen in het afgelopen jaar?
“Tegengevallen is een groot woord. We zijn aan het pionieren en als we de CO2-uitstoot willen verminderen, moeten we eerst starten met een nulmeting. Alleen weten we nu niet exact hoeveel CO2 er waar en wanneer wordt uitgestoten. Een jaar geleden waren er immers nog niet heel veel bedrijven met een footprint. Als we dat nu eerst allemaal moeten berekenen, kost dat relatief veel tijd. Daarom gaan we starten met die nulmetingen, zodat we de pilots kunnen voorbereiden. Tijdens die pilots kunnen we vervolgens de CO2-uitstoot meten en bepalen wat de besparing is. Dan weten we ook wat duurzaam herstel uiteindelijk oplevert.”
6. Sinds kort adverteert a.s.r. met de campagne Met duurzaam schadeherstel geniet je lang van wat je lief is. Helpt dat om het ook bij de klant onder de aandacht te brengen?
“a.s.r. heeft het in de campagne heel concreet gemaakt en benadrukt dat je beter kunt herstellen dan vervangen. Daarmee creëer je ook bewustzijn bij het grote publiek. Belangrijk, want uiteindelijk willen we dat de consument ook zelf gaat kiezen voor duurzaam herstel.”
"Uiteindelijk willen we dat de consument zelf gaat kiezen voor duurzaam herstel"
7. Heeft de schoonmaakbranche ook een pionier op dat vlak?
“Bij Polygon zijn we in 2017 begonnen met onze voetafdruk en eerlijk gezegd, schrok ik enorm van onze uitstoot. We zijn daarom meteen aan de slag gegaan met besparingsdoelstellingen. Twee jaar geleden hebben wij met Schoonmakend Nederland onze kennis, inclusief onze ambities, gedeeld met de rest van de reconditioneringsmarkt. Wij zijn, als reconditioneringsbedrijven, een nichemarkt en een onderdeel binnen Schoonmakend Nederland. Wij hebben de brancheorganisatie echt nodig gehad om duurzaam herstel op de kaart te zetten. Ik denk dat we veel van elkaar kunnen leren als we meer kennis met elkaar delen.”
8. Heb je een voorbeeld uit de dagelijkse praktijk van dat duurzaam herstel?
“Een leidinglekkage is wel een mooi voorbeeld. Als wij lekkages opsporen in opdracht van verzekeraars, dan geldt de afspraak dat wij binnen drie dagen ter plekke zijn. Maar wanneer de lekkage niet voor extra schade zorgt en de echte bloedspoed er dus niet is (en er een goede afstemming is met de gedupeerde), kun je er misschien beter vier dagen over doen. Bijvoorbeeld omdat je dan veel beter ritten met elkaar kunt combineren en de logistieke puzzel duurzamer kan worden gelegd.”
"Als we het afval beter scheiden, kunnen we meer hergebruiken"
9. Begin volgend jaar gaan er diverse pilots van start. Kun je alvast een tipje van de sluier oplichten?
“We willen graag minder uitstoot door meer hergebruik. Ik had het net over die enorme afvalberg met afgekeurd materiaal. Als we dat afval beter scheiden, kunnen we meer hergebruiken. Dat geldt bijvoorbeeld voor een afgekeurde parketvloer. Het hout kan voor een andere bestemming worden gebruikt, bijvoorbeeld voor het afschotten van ramen. Daarmee slaan we twee vliegen in één klap: we verminderen de afvalberg en hergebruiken afgekeurd materiaal. Ander voorbeeld is het energieverbruik. Wij kunnen dat omlaag brengen als we drogers inzetten waarvoor we op afstand uitleesbare apparatuur gebruiken. Dat wil niet zeggen dat we helemaal niet meer ter plekke komen, maar wel minder. Het scheelt kilometers en tijd, dus het is nog efficiënter ook.”
10. Jullie doel is dat duurzaam schadeherstel de gangbare praktijk wordt. Gaat dat lukken?
“Jazeker. En als ik kijk naar wat we in een jaar hebben bereikt, heb ik daar alle vertrouwen in. Het is niet eenvoudig om met zoveel partijen die al heel lang op een bepaalde manier (samen)werken, afspraken te maken, maar we zijn met elkaar toch tamelijk wendbaar gebleken.”
Interviews NIVRE en Verbond
In het kader van 1 jaar manifest interviewen wij Marlies van der Meulen van Schoonmakend Nederland. Het NIVRE interviewt Geeke Feiter van het Verbond en Schoonmakend Nederland interviewt Susan Mogony, directeur van het NIVRE.