
De Europese wetgeving was voor meer dan 50.000 bedrijven van toepassing, maar dat zijn er sinds afgelopen week in één klap 80 procent minder. Deze bedrijven hoeven geen klimaattransitieplan meer te schrijven om ze aan te sporen hun klimaatdoelen te halen en misstanden in hun toeleveringsketen te corrigeren. Nog los van de klimaatschade die hierdoor niet wordt voorkomen, vindt Laskewitz het ongelofelijk dat dit zomaar kan.
Afzwakking
De bundeling betekent in haar ogen een afzwakking. “En geloof mij, er zijn veel bedrijven die balen van de versoepelingen. Net als de milieubeweging en ook de groene politieke partijen in het Europarlement, die nog moeten stemmen over de Omnibusvoorstellen. Het vertraagt niet alleen het verduurzamen van Europa, maar de onduidelijkheid en late draai van de commissie straft ook de voorlopers en verlaagt het vertrouwen in de Europese overheid”, aldus Laskewitz die de deelsessie tijdens de Klimaatmiddag leidde.
Hoe duurzaam verzekeraars beleggen, wordt duidelijk als de VBDO op 3 juli bij het Verbond bekendmaakt wie de duurzaamste Nederlandse beleggende verzekeraar is. En als de vereniging naar verwachting op 20 november de resultaten publiceert van de Benchmark Biodiversiteit voor Europese bedrijven.
Gezonde natuur
Grote vraag tijdens de deelsessie was hoe het nu verder moet met het verduurzamen van Europa en Nederland? Het verhaal van Christine Wortmann, Nature & Finance lead bij het Wereld Natuur Fonds, laat zien dat natuurschade ook financiële gevolgen heeft. “Bedrijven hoeven onder de uitgeklede wetgeving alleen nog maar kritisch te zijn op hun directe leveranciers. En dat terwijl de grootste milieu- en mensenrechtenproblematiek zich vaak aan het begin van de productieketen bevindt. Door dit uit te sluiten, ontbreekt de data die we nodig hebben om de financiële risico's die hierbij horen te managen.”
Intensieve landbouw en ontbossing heeft sinds 1970 geleid tot een alarmerende afname (73%) van de populatie vissen, vogels, zoogdieren, amfibieën en reptielen. Volgens Wortmann is dat onder meer te wijten aan “ons nog grotendeels onduurzame productie- en consumptiesysteem. Bovendien zijn bedrijven nog te veel gericht op financiële en economische uitgangspunten.” Het te behalen rendement dus waarop Derk Loorbach in zijn openingsverhaal ook al wees.
Financiële sector veranderen
Wortmann vertelt dat de helft van de wereldeconomie voor maar liefst 44 biljoen dollar sterk afhankelijk is van een gezonde natuur. Terwijl we deze natuur dus in rap tempo aan het afbreken zijn. “Juist daarom is finance een speerpunt voor WWF. Als we biodiversiteitsverlies willen tegengaan en natuurherstel willen bereiken, dan moeten we ook de Nederlandse financiële sector veranderen.”
Gelukkig ziet Wortmann ook positieve punten: zo groeit de aandacht voor het thema biodiversiteit, net als de bewijslast over de impact. “Tegelijkertijd loopt het thema biodiversiteit ver achter op het klimaat en is ook de verzekeringskant minder belicht. Daarom hebben wij onlangs het rapport ‘Underwriting our planet, How insurers can help address climate change and biodiversity loss’ gepubliceerd. In dit rapport wordt duidelijk aan welke knoppen verzekeraars kunnen draaien: wat verzekeren we op welke manier en wat kunnen we nog meer doen?”
Tot slot gaf Wortmann aan dat ze het “goed” vindt dat het Verbond een Klimaatverhaal heeft geschreven. “Al kwam ik het woord natuur niet tegen,” zegt ze met een glimlach. “Nog meer werk aan de winkel dus.”
Paneldiscussie
Wat betekenen natuurverlies en biodiversiteit voor verzekeraars? Over die vraag discussieerde het panel (Univé, de Foundation for Sustainable Development(FSD) en Klaverblad) met de zaal. De discussie ging onder andere over bestaande producten in relatie tot biodiversiteit en welke kansen aanvullende producten kunnen bieden, bijvoorbeeld voor boeren?
Zo zetten boeren op verschillende plekken in Nederland drones in om reekalfjes op te sporen voordat ze hun weides gaan maaien. Of werken drones als waterspionnen die, uitgerust met warmtebeeldcamera’s, meten welke delen van een stuk grond nat zijn en welke niet. Of zijn het vooral financiële producten die de boer nodig heeft voor het verduurzamen van de bedrijfsvoering? En wat hebben verzekeraars nodig van de wetenschap? Kun je winst op een andere manier op je balans plaatsen, zodat je natuur kunt laten samenvallen met rendement, bijvoorbeeld door te investeren in biodiversiteitsfonds?
Duidelijk is dat verzekeraars er niet aan ontkomen om natuurrisico’s een permanente plek te geven in hun risicomodellen. Ook omdat EIOPA straks gaat eisen dat verzekeraars in klimaatscenario’s gaan denken. Dus niet alleen een scenario voor CO2-uitstoot, maar ook een scenario voor biodiversiteitsverlies. Een verzekeraar moet met andere woorden voldoende kapitaal aanhouden om een dergelijk scenario te ‘overleven’.