Skip to Content

“Compensatieproces door verzekeraars bij overstromingen moet beter”

Op deze pagina is ook content beschikbaar exclusief voor leden Log in voor toegang of vraag account aan.

De ramp in Limburg in juli 2021 trof duizenden mensen. Wat het voor velen extra zwaar maakte, was het compensatieproces na afloop. Dit gaf veel stress en onzekerheid. Vooral ook omdat het lang onduidelijk was óf en zo ja hoeveel compensatie er zou worden uitgekeerd. Ook moesten slachtoffers vaak veel bellen naar verschillende loketten. Daarnaast maakten verschillende personen en instellingen verschillende inschattingen van de schade. De oplossing? Eén centraal loket waarbij overheid en verzekeraars samenwerken.

Dit stelt Thijs Endendijk, PhD-kandidaat bij het Instituut voor Milieuvraagstukken aan de VU in Amsterdam. “Het punt bij overstromingsschade is dat er zowel compensatie vanuit de overheid als van verzekeraars kan komen. Een slachtoffer heeft hier eigenlijk geen boodschap aan en wil het liefst zo snel mogelijk zijn of haar schade vergoed zien. Met één centraal loket ben je een hoop ruis kwijt en kunnen aan de achterkant verzekeraars en overheid zelf de schade verdelen.”

Deze conclusie volgt naar aanleiding van het onderzoek dat Endendijk eerder deed naar de gevolgen van de overstromingen in Limburg in juli 2021. “Ik heb ook onderzoek gedaan naar schadebeperkende maatregelen. Hieruit bleek dat maatregelen de schade tot wel 30 tot 40 procent kunnen verminderen. Dit is een manier om weer verder te bouwen op het beheersen van het overstromingsrisico in Nederland. In eerste instantie willen we overstromingen voorkomen, als dit niet lukt, kunnen we zo de kosten minder hoog maken.”

Thijs Endendijk. 

Klimaatrisico’s voor de financiële sector

In zijn onderzoek kijkt de PhD-kandidaat ook naar de klimaatrisico’s voor de financiële sector. “Ik analyseer onder meer wat voor risico’s de branche loopt door schade aan vastgoed en welke secundaire schade daar verder nog bij komt kijken. Hierbij kun je denken aan panden die niet bereikbaar zijn na een overstroming en werknemers die op een andere plek moeten gaan werken. Ook kan het zijn dat er sprake is van bedrijfsinterruptie wat dan weer leidt tot omzetverlies.”

Endendijk onderzocht hoelang het duurde voor getroffen organisaties in Limburg weer in vol bedrijf waren. “Dit is afhankelijk van hoe hoog het water heeft gestaan. Daarnaast spelen nog twee andere factoren een grote rol. De eerste is hoe snel er duidelijkheid is over compensatie en hoe snel dit geld ontvangen wordt. Als je als bedrijf nog moet wachten op een groot deel van het compensatiebedrag, duurt het langer om weer aan de slag te gaan. Een gestroomlijnd proces versnelt dus het herstel. Daarnaast zien we ook dat ondernemingen die een sterkere connectie hebben met bewoners in de omgeving sneller herstellen dan organisaties met minder regionale binding. Na een overstroming steunen inwoners eerder lokale ondernemers, dan bedrijven met een minder sterke connectie met de regio.”

"Na een overstroming steunen inwoners eerder lokale ondernemers, dan bedrijven met een minder sterke connectie met de regio"

Verdeling van de bedrijfsinterruptie (links) en verloren jaaromzet (rechts) per economische sector na de overstromingen in Limburg in 2021.

Klimaatdiensten

Als laatste onderdeel van zijn onderzoek neemt Endendijk zogenaamde klimaatdiensten onder de loep. Vanaf 2024 moeten financiële dienstverleners namelijk vanuit de CSRD (Corporate Sustainability Reporting Directive) rapporteren over klimaat aan de EU. Centraal hierbij staat de invloed van de branche op het klimaat en andersom.

“Probleem is dat er bij financiële instellingen zoals verzekeraars nu weinig tot geen kennis is over hoe ze dat in kaart moeten brengen. Vaak worden hiervoor externe partijen ingehuurd zoals herverzekeraars. In dit geval stuur je als organisatie je assets op en dan kunnen zij een inschatting maken. Zij hebben hiervoor modellen zodat ze in kunnen schatten wat het risico is. Probleem is dat er veel verschillen bestaan tussen de dataproviders en dat deze externe bureaus niet laten zien hoe ze de modellen maken. Uit een studie uit Duitsland, waarbij de assets van één financieel dienstverlener werden voorgelegd aan verschillende externe bureaus, bleek ook dat er totaal verschillende uitkomsten waren. Zo voorspelde het ene bureau wel een overstromingsrisico en het andere niet. Deze bureaus maken ook niet duidelijk waar het verschil vandaan komt, want dat is juist hun businessmodel", vertelt Endendijk. 

"Binnen het REACHOUT-project waarin ik actief ben, zijn we bezig om een ‘standaardklimaatdienst’ te ontwikkelen. Hiervoor hebben we eind 2023 een tool gemaakt; dat is een simpele manier waarbij data-analisten binnen vastgoedpartijen zelf een analyse kunnen maken. De analisten kunnen zelf een Excel-bestand invullen, waarna er een risico-indicatie uitkomt. Pensioenuitvoerder APG heeft deze tool gebruikt en Vastgoedbeleggingsmanager AEW ook. De tool is online en voor iedereen beschikbaar; er is hierbij sprake van open source en open data. Ook verzekeraars kunnen zeker van deze tool gebruikmaken.” 

 

 

 

Over Thijs Endendijk

Endendijk presenteert zijn werk over het effect van schadebeperkende maatregelen op de European Geosciences Union (EGU)- conferentie.

Thijs Endendijk is promovendus aan het Instituut voor Milieuvraagstukken (IVM) aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Hij heeft een achtergrond in bestuurskunde en economie, waarbij hij zijn PhD-onderzoek nu binnen de milieueconomie doet. In zijn onderzoek richt hij zich op de financiële risico's van vastgoedinvesteerders door overstromingen. Hierbij heeft hij met vragenlijsten onderzoek gedaan naar de impact van de overstroming van 2021 in Limburg en schat hij de impact van overstromingsrisico op vastgoedprijzen in. In de zomer van 2025 verwacht hij zijn promotieonderzoek volledig af te ronden.

[Tekst: Christel Dieleman, Beeld: Thijs Endendijk]


Was dit nuttig?